Robots rukken op. Na de zorgrobot is er nu ook een seksrobot. Haar naam is Roxxxy. Ze kan bewegen, voert mini-gesprekjes en reageert op aanrakingen. Het Amerikaanse bedrijf True Company wil haar binnen één jaar op de markt brengen en haar voor zesduizend euro gaan verkopen. Wetenschappers zijn een campaign against sex robots gestart omdat zij menen dat Roxxxy een ‘verwoestend effect’ op de samenleving kan hebben.

Ik zie eigenlijk wel uit naar de komst van Roxxxy en andere seksrobots. Niet voor mijn eigen plezier, hoor. De eerste seksrobots zijn trouwens op het vrouwelijke lichaam gebaseerd. Mij boeit de juridische impact van Roxxxy en haar vriendinnen op onze maatschappij. Weldra komt namelijk de vraag van een eigenaar van een Roxxxy of hij met haar kan trouwen. Er zijn mensen zoals de mode-ontwerper Karl Lagerfeld die willen trouwen met hun poes of zelfs met een boom. Waarom dan niet met een robot? En ik verheug me op de dag dat een van de partners bij de notaris op het lijstje van eigen spullen in een samenlevingscontract zijn of haar seksrobot genoteerd wil zien. Het is immers toch een flinke investering; daar wil je bij de scheiding geen ruzie over krijgen.

Robots hebben geen eigen vrije wil. Maar volgens ‘robotprofessoren’ is dat in de toekomst wél mogelijk. Als robots gaan handelen op basis van eigen beslissingen, is de vraag aan de orde wat de juridische consequenties daarvan zijn. Stel dat mijn robotauto door een onhandige manoeuvre een ongeluk maakt, ben ik dan aansprakelijk voor de schade? Of is de robot zelf, dan wel de fabrikant van de robot aansprakelijk? Als een robot een mens of andere robot aanrandt, wordt die robot dan strafrechtelijk vervolgd? Het wordt tijd dat we over deze en andere vragen gaan nadenken en aan robotrecht gaan werken!

Het robotrecht zou in meest beperkte vorm een wettelijke bepaling voor aansprakelijkheid  kunnen inhouden. Inspiratie daarvoor kunnen we opdoen bij de aansprakelijkheidsregel van ouders voor het handelen van hun minderjarige kinderen. De wet kan echter ook verder gaan en aan de robot als een nieuwe soort juridische entiteit zelf rechten en plichten geven.

Het is goed dat er ook door niet-juridische wetenschappers wordt gekeken naar wat de komst van seksrobots ons brengt. Interessant vind ik onder meer de vraag of we door het inzetten van seksrobots gedwongen prostitutie en vrouwenhandel kunnen ‘bestrijden’.

Ook voor de woordenschat kan de seksrobot een verrijking zijn. Volgens mij maakt ‘seksrobot’ naast ‘sjoemelsoftware’ kans om tot het woord van 2016 te worden uitgeroepen. En als er over tien jaar weer een nieuwe Dikke Van Dale verschijnt, staat er vast een woord in als ‘robocopuleren’ voor de aanduiding van seks van een mens met een robot.

Lees alle columns van Lucienne van der Geld