Stinkbom
Hoorcollege in Spinoza 3. Een docent vertelt over beleidsadvisering. ‘Dus: bij het optreden als adviseur is een aantal dingen van belang. Denk aan technische en financiële afhankelijkheid, maar ook aan emotionele afhankelijkheid. Je wilt immers niet dat jouw persoonlijke voorkeuren jegens de klant gaan…. wacht even.’ De docent onderbreekt zijn verhaal. ‘Volgens mij zitten jullie je daar ontzettend onaangenaam te voelen. Wat mis ik?’ Een piepstem uit het publiek antwoordt. ‘Meneer, het stínkt hier zo!’ Het meisje heeft gelijk: de collegezaal meurt tegen de klippen van de hel op. Tien minuten geleden was er nog niets aan de hand, maar nu ligt een dikkige walm van rotte eieren als een warme deken over de collegezaal. En er is geen kruid tegen gewassen. Iedereen ademt moeilijk kijkend door zijn mond, of heeft als een kind zijn T-shirt over de neus getrokken. En alsof dit allemaal nog niet erg genoeg is: dit komt vaker voor. Vaak in Spinoza, maar ook wel eens in het collegezalencomplex. Dit brengt ons bij de vraag: hoe kan dit? Wie of wat zit erachter? Ik heb erover nagedacht. Mogelijkheid één: bovenbeschreven putlucht komt ‘uit’ een student. Maar wat voor student dan? De meest ranzige, ondervoede McDonald’s-student kan deze stank niet produceren. Exit mogelijkheid één. Mogelijkheid twee: op één of andere manier lekt er waterstofsulfide – het gas dat naar rotte eieren ruikt – uit de leidingen van zowel Spinoza als het collegezalencomplex. Ook dit lijkt me onwaarschijnlijk, maar stel dat het toch waar is: doe er eens wat aan, universitaire vastgoedbedrijfmensen! Zwavelwaterstof meurt niet alleen, maar is in potentie gevaarlijk! Mogelijkheid drie: Mark van L., de stinkbommenkoning van mijn middelbare school, is in het geheim actief in mijn colleges. Elke keer als ik college heb, gaat hij in de zaal zitten en ontkurkt hij één van zijn meesterwerken* om wraak te nemen voor dat knietje in zijn ballen tijdens een voetbaltoernooi in de brugklas. Ik hoor het u denken: lijkt me onwaarschijnlijk. Mee eens. U voelt ‘m al: ik weet ook niet hoe het zit. Wat ik wel weet, is dat een heleboel studenten heel dankbaar zouden zijn als de McDonald’s-student gezond zou gaan eten, de zwavelwaterstofleidingen zouden worden gemaakt of als Mark van L. eens op zou flikkeren – wat het ook is. Tot die tijd wordt het volhouden tijdens de colleges beleidsadvies. Moeilijk-kijkend trek ik mijn shirt over mijn neus. *Mark’s recept van back in the day: Een halve fles melk met vier eieren, een plakje boterhamworst en een volle asbak. Twee maanden laten staan en voilá: een gifgas waar de Duitsers een puntje aan konden zuigen.
Lees alle columns van Sjors