Tafelvoetbal
Deze maand kwam ik erachter dat mijn motorische afwijking zo maar de teloorgang van mijn droomcarrière als topjournalist kan gaan betekenen.
Sinds december loop ik namelijk stage bij de redactie van een televisieprogramma. Op die redactie staat een tafelvoetbaltafel. En tafelvoetbal blijkt geen schaken – wat ik hoopte – maar een keihard balspel waarin ik, net zoals in alle andere balspellen, genadeloos verlies. Wat goed zou moeten zijn voor onze teamspirit, uit zich als een hiërarchisch machtsspel waarin ik keer na keer onderaan de journalistieke voedselketen beland.
Het probleem is dat ik motorisch gestoord ben. Een bal vangen is voor mij hogere wiskunde. Een mandarijn of pen rocket science. Als kleuter ging ik daarom op judo. Net zoals vele andere lotgenootjes met de hoop op een betere hand-oogcoördinatie. Tien jaar later (op een leeftijd waarop het überhaupt al niet meer helemaal oké is om meisjes op de grond te gooien) trainde ik voor mijn zwarte band, maar een bal vangen ging nog steeds niet. Op de middelbare school kreeg ik als enige leerling huiswerk voor gym. Naast sommetjes schrijven, moesten mijn handen thuis een volleybal hooghouden. De bal paste niet in mijn Eastpak, dus droeg ik hem elke les mee. Een helderder bevestiging van mijn status als lichamelijke autist bestaat niet.
Tot nu heb ik er nooit echt een probleem mee gehad. Ik faalde niet in álles. Voor ‘kastrollen’ kreeg ik bijvoorbeeld jaar na jaar een 10 (al kan dat ook medelijden van de docent zijn geweest) en ik haalde de bruine band bij judo (al was dat wellicht een truc om me bij onze krimpende judoclub te houden). Maar de tafelvoetbaltafel bezorgt me een hoop angst. Het ergste is dat ik hem – in tegenstelling tot de volleybal – ook niet mee naar huis kan nemen om te oefenen.
Mijn enige hoop is nu gevestigd op het ultieme geluksgevoel van mijn baas wanneer hij me met 10-0 verslaat. Na mijn stage gaat hij dat gevoel misschien wel missen. Onthoudt hij me. Hoopt hij dat ik snel terugkom, zodat hij nog één keer genadeloos kan winnen. En als ik ook nog met 10-0 van onze presentatrice verlies, haar diezelfde euforie kan bezorgen, dan maak ik misschien toch een kans op die journalistieke droomcarrière.
Lees alle columns van Maarten van Gestel