Topsectoren
Binnen deze universiteit zie ik weinig enthousiasme voor het topsectorenbeleid van onze (inmiddels demissionaire) regering, waarbij bedrijven zeggenschap krijgen over de besteding van een deel van de onderzoeksmiddelen van NWO. Men ziet het als een aanval op het vrije, ongebonden onderzoek en stelt dat juist daar de grote wetenschappelijke inzichten uit zijn voortgekomen waar we nu met z’n allen zo veel profijt van hebben. Zonder Einsteins relativiteitstheorie geen GPS en geen TomTom, zo lees je in de ingezonden brieven van boze wetenschappers. Tegen die redenering valt wel wat in te brengen. Net voordat Einstein zijn speciale relativiteitstheorie bedacht, moest hij op het patentbureau in Bern patentaanvragen beoordelen voor methoden om de klokken op Zwitserse stations gelijk te zetten. De fundamentele nieuwe inzichten van Einstein kwamen deels voort uit hele praktische vragen waar het bedrijfsleven in die tijd mee worstelde. In de verdediging van het vrije onderzoek bespeur ik soms ook een ondertoon van ‘geef ons nu maar gewoon geld zodat we lekker kunnen blijven doen waar we zin in hebben’. Een positief effect van het topsectorenbeleid is dat het wetenschappers dwingt tot verantwoording. Kun jij uitleggen waarom kostbaar belastinggeld moet worden ingezet voor jouw onderzoek in plaats van voor extra handen aan het bed in een verpleeghuis, medicijnen voor Pompe-patiënten of natuurbehoud? Wanneer je als wetenschapper geen goed antwoord weet te geven op die vraag, moet je misschien maar in een verpleeghuis gaan werken. Veel onderzoekers kunnen echter overtuigend uitleggen waarom hun onderzoek belangrijk is voor de belastingbetaler. Wanneer je al die verhalen bij elkaar optelt levert dat zelfs een ijzersterk betoog op voor het belang van universitair onderzoek. Het boeiende is dat de verhalen enorm verschillen. Zo zullen informatici uitleggen dat hun onderzoek cruciaal is voor de economie en bijdraagt aan het oplossen van maatschappelijke problemen. Astronomen richten zich op existentiële vragen: Waar komen wij vandaan? Waar gaan wij naartoe? Is er elders in het universum leven? Investeren in astronomie is net als investeren in het Concertgebouworkest: niet van direct economisch nut maar voor veel mensen toch uiterst belangrijk. Op zich is het volledig legitiem dat de politiek keuzes maakt ten aanzien van de omvang en aard van de investeringen in onderzoek en daarbij bijvoorbeeld kiest voor economische relevantie. Of het topsectorenbeleid de beste manier is om dit in te vullen is een andere vraag.
Lees alle columns van Frits Vaandrager