Vaan
De Rotterdamse schrijver en dichter Cornelis Bastiaan Vaandrager (1935-1992) was verre familie van mij. Samen met Armando, Hans Verhagen en Hans Sleutelaar vormde Vaandrager in de eerste helft van de jaren zestig de spraakmakende literaire Bende van Vier. In plaats van poëzie over iets te maken, maakten deze auteurs poëzie van wat er om hen heen gebeurde: werkelijkheid werd tot kunst gebombardeerd. De bende kwam in opstand tegen literatuur die het gewone zegt in ongewone woorden. In plaats daarvan probeerde men het ongewone te zeggen in gewone woorden. Vaandrager ging hierin het verst. Veel van zijn gedichten kwamen rechtstreeks van de straat:
Kind: Wie was die meneer?
Moeder: Die meneer kent mammie nog van vroeger,
toen mammie nog niet getrouwd was.
Als middelbare scholier kende ik veel gedichten van Cor Vaandrager uit mijn hoofd. Niet moeilijk want ze zijn meestal slechts een paar regels lang:
De kroketten in het restaurant
zijn aan de kleine kant.
Op feestjes had ik altijd succes met:
Ik was naïef met wijven.
Ik kon niet dansen.
Toen ik een oudtante vertelde dat ik voor Nederlands een werkstuk over Cor Vaandrager wilde schrijven zei ze direct: ‘Niet doen, die man is een schande voor de familie!’ Vorige maand las ik Menno Schenke’s biografie Vaan en ik snap nu beter waar mijn oudtante op doelde.
In de jaren zeventig ging drugsgebruik Cor Vaans leven beheersen. Stijf van de speed deed hij rare dingen. Toen zijn vrouw Hetty terugkwam uit het ziekenhuis na de geboorte van hun dochter had Cor alles in het huis omgedraaid. Een bank is immers ook leuk als hij aan het plafond hangt. Het was niet mogelijk om de baby te verschonen want zelfs de tafel lag met de poten omhoog. Cor kreeg last van een ziekelijke verzameldrift: hij stal alles wat los en vast zat en sleepte steeds meer rommel mee naar huis. Woonkamer en babykamer stonden zo vol dat je er amper nog kon lopen. Op een nacht zat Cor in de woonkamer boeken te verscheuren: de omslagen gooide hij naar links, de bladzijden naar rechts. ‘Ik ben alles uit zijn verband aan het rukken’, riep hij. Hetty hield het niet vol en vertrok met dochter Isis. Vaandrager verbleef gedurende de daaropvolgende jaren regelmatig in een psychiatrisch ziekenhuis.
Kort voor zijn dood heb ik Cor nog gezien, toen ik met een vriend op weg was naar een kroeg in Rotterdam. Ik herkende mijn naamgenoot meteen en stond als aan de grond genageld. Cor liep ons tegemoet met een vreemd soort huppelpas. Martin Bril maakte de vergelijking met Dustin Hoffman in Midnight Cowboy, zelf noemde Cor het bouncen. Als een echte junkie doorzocht Cor prullenbakken en haalde daar blikjes en andere zaken uit die hij in een plastic zak stopte.
‘Toch blijft het familie’, zei iemand toen ik vertelde over het bewogen bestaan van Cor Vaandrager. En zo is het. Cor is geen schande voor de familie, daarvoor is hij als schrijver/dichter te groot.
Cor en ik moeten beiden vijf generaties terug om bij onze gemeenschappelijke voorouders te komen. Dit betekent dat wij, volgens de Engelse terminologie, vierdegraads neven zijn. Volgens een schatting hebben mensen gemiddeld omstreeks 940 vierdegraads neven en nichten. Volgens een andere berekening is de kans 77 procent dat iemand minimaal één IBD (identity by descent) DNA-segment gemeenschappelijk heeft met een vierdegraads neef of nicht. Zo’n IBD-segment is typisch minder dan 0.3 procent van het genoom. Genetisch hebben Cor en ik daarom waarschijnlijk weinig gemeen. Er is zelfs 23 procent kans dat wij überhaupt geen genoom delen van onze gemeenschappelijke voorouders.
Toch ben ik er van overtuigd dat ik IBD-segmenten gemeenschappelijk heb met Cor. We lijken gewoon te veel op elkaar: onze passie om dingen tot hun kern terug te brengen, eenzelfde soort humor, onze verzamelwoede (die in mijn geval door krachtig ingrijpen van mijn geliefde wordt onderdrukt). En waarom beleef ik anders zoveel plezier aan het schrijven van deze columns?
Mochten jullie me ooit nog zien bouncen over de campus, dan weten jullie ook waar dat vandaan komt.
Lees alle columns van Frits Vaandrager
Jammer schreef op 23 juni 2015 om 16:20
Jammer joh, dat je in Nederland leeft en het hier negende graad is.
Frits Vaandrager schreef op 23 juni 2015 om 19:26
Mijn oudtante was hier juist heel blij mee! Maar serieus: een vierdegraads neef is een tiendegraads bloedverwant volgens de Nederlandse terminologie. Het door mij aangehaalde onderzoeksresultaten gelden voor vierdegraads neven en nichten. Het aantal tiendegraads bloedverwanten is veel groter dan het aantal vierdegraads neven en nichten.
Abbe schreef op 23 juni 2015 om 17:15
een wolkenformatie die ik dreigend zou kunnen noemen
de wolkenformatie lijkt op iemand
het is al weer over
zo gaat dat met wolkenformaties