Meestal begint het in december al: de reclames voor de zomervakantie. Iedereen begint als een gek vakanties te boeken, maar als je het mij vraagt is dat veel te vroeg. Met dat koude weer denk ik nog niet aan de zomer, laat staan aan de zomervakantie.

Ik ben meer een last-minute-boeker. De afgelopen jaren wist ik meestal pas een maand of korter van tevoren waar ik heen ging op vakantie en of we überhaupt gingen. Voor mij is het, net als denk ik bij veel andere Nederlanders, een zo goedkoop mogelijke vakantie bij elkaar sprokkelen, waar je zoveel mogelijk voor krijgt. Het liefst all inclusive zodat je je nergens meer druk om hoeft te maken, er alleen voor hoeft te zorgen dat je ’s ochtends een bedje bij het zwembad weet te bemachtigen.

Dat last-minute-boeken is iets wat ik al jaren doe en dat zal denk ik niet zo snel veranderen. Het geeft wel een bepaalde spanning om niet al maandenlang te weten waar je heen gaat. Dat veel mensen dat ook hebben blijkt ook uit het succes van het bedrijf ‘surprise me’ waar je een vakantie boekt zonder te weten waar je heen gaat. In de weken voordat je weggaat krijg je steeds wat meer informatie over de bestemming in kwestie.

Toch mis ik soms een beetje de voorpret. Mijn beste vriendin had twee maanden geleden de vakantiekriebels al te pakken, die had ergens in januari al geboekt. Het is natuurlijk ook iets waar je naartoe leeft, heel het schooljaar hard voor werkt.

Nu de vakantie bijna begonnen is, begin ik het internet af te struinen. Eigenlijk wil ik nog wel heel veel verre reizen maken; Brazilië, Bali, Curaçao, Hawaï, IJsland. Niet zomaar een reisje voor even in de zomervakantie. En zeker niet om zo even last-minute te boeken.

Daarom houd ik het dit jaar wat dichter bij huis, Luxemburg of Frankrijk. Zelfs dit worden voor mij eerste keren. Mijn reislijstje blijft tot nu toe steken op Portugal, Italië, België, Duitsland en Engeland. Maar daar gaat snel verandering in komen.

Lees alle columns van Nathalie Elenbaas