column

Viraal

12 mrt 2013

Eén van mijn favoriete auteurs is David Quammen. Eens in de zoveel jaren brengt de Amerikaanse bioloog en wetenschapsjournalist een vuistdik boek uit met intrigerende titels als The Song of The Dodo, Wild Thoughts from Wild Places of Monster of God. Nu is een boek van zijn hand verschenen met de fijne titel Spillover: Animal Infections and the Next Human Pandemic. Dit laatste boek gaat over zoönose – ziektes die van dieren op de mens worden overgedragen – en ik verzeker u: het leest als een geweldig detectiveverhaal. Tegelijkertijd heb je het gevoel dat je er nog wat van opsteekt ook. Hoe kan dat? Quammen is een schrijver die naar eigen zeggen geïnspireerd wordt door de literatuur. William Faulkner, de grote Amerikaanse romanschrijver, is de naam die hij steeds weer noemt. Tevens wil Quammen wetenschappelijk zo betrouwbaar mogelijk zijn. Bij zijn ambities maakt hij dus geen significant onderscheid tussen literatuur en wetenschap. Daar zal niet iedereen in de academische tuin blij mee zijn, zo weet ik uit eigen ervaring. Ooit stuurde ik eens een artikel op naar het tijdschrift Human Relations. De volgende dag kreeg ik een mail van de hoofdredacteur waarin mij werd uitgelegd dat Human Relations “uit principe geen literair geschreven stukken produceert”. Tja, dacht ik toen, moet ik maar geen artikelen indienen bij tijdschriften met zo’n afschuwelijk naam als Human Relations. Terwijl ik Quammen las, bedacht ik ineens dat hij zelden schrijft over ‘human relations’, maar over relaties tussen mens en dier. Maar ook dat klopt niet. Eigenlijk gaat het alleen maar over animal relations, want het feit dat mensen zo vatbaar zijn voor zoönose maakt nog maar eens duidelijk dat wij ook dieren zijn. Zou de dehumanisering van de mens in zijn boeken kunnen verklaren waarom Quammen zo schaamteloos literair kan zijn? De dode mensen in zijn boeken zijn niet wezenlijk anders dan dode paarden, koeien of geiten. Alleen dat al, zo weten we van alle grote schrijvers uit de wereldliteratuur, is genoeg voor een literair effect. Sla Kafka er maar eens op na. Zijn antiheld, Jozef K, sterft ‘als een hond’. ‘Kunstzinnig, verbeeldingsvol en accuraat’, zegt Quammen ergens in een interview, ‘zijn geen adjectieven die elkaar uitsluiten. Lezers moeten dit gewoon eisen van de non-fictie die ze verstouwen en geen genoegen nemen met zelfgenoegzame, valse flauwekul.’ Dat is nog eens duidelijke taal. Vals en zelfgenoegzaam is denken dat mensen een speciale plek innemen en niet zomaar als dieren dood gaan. Daar denken virussen dus anders over. Conclusie: ga denken als een virus en je schrijft vanzelf mooi. Wetenschappers moeten viraal kunnen denken en dan komt de rest vanzelf. Daarom is er ook in de wetenschap geen excuus voor slecht schrijven. De belangrijkste voorwaarde voor mooi schrijven, zo laat Quammen weten, is dat je schrijft over zaken die echt en belangrijk zijn. Niets, denk ik overigens, is moeilijker dan dat. In Spillover las ik nog iets interessants. Wetenschappers die zich met zeer gevaarlijk onderzoek bezighouden – laboratoriumvirologen of kerntechnici – zijn volgens Quammen ‘doorgaans serieus, ordelijk en zwijgzaam’. Dergelijke wetenschapsantropologische observaties, die eigenlijk maar zijdelings met het thema van het boek te maken hebben, leiden eveneens tot allerlei interessante vragen: wordt een wetenschapper saaier naarmate hij zich meer met spannende dingen bezighoudt? En worden ze buitenissiger naarmate ze zich meer met saaier onderzoek bezighouden? Fascinerende vragen. Ondertussen is Quammens observatie natuurlijk wel geruststellend: we worden van alle kanten door virussen bedreigd, maar de strijd ertegen is goddank niet in handen van extravagante types, maar van degelijke mensen die, als het goed is, ontzettend mooi moeten kunnen schrijven.

Lees alle columns van Paul van den Broek

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!