Voetbalvoorbeelden
Ik zou wat meer variatie mogen aanbrengen in mijn casuïstiek. Dat was het enige minpuntje in de studentenevaluaties van mijn cursus Philosophy of Sport, die ik afgelopen voorjaar verzorgde voor een verder haast uitzinnig enthousiast publiek van achttien masterstudenten natuurwetenschappen en één enkele naar de goede kant van de Heijendaalseweg overgestoken filosoof in de dop. Gelijk hebben ze. Want ik hang mijn verhalen over essentialistische dan wel andersoortige definities van sport erg graag op aan boksen en duursport. Boksen omdat het de vraag is of het elkaar min of meer vrijwillig het licht uit de ogen slaan (zij het enigszins gehinderd door een paar beperkende regels) nu wel of geen sport is. (Volgens de Olympische gedachte: ja, volgens de jarenlang het pugilisme werende NOS: nee). En duursport omdat ik er zelf door geobsedeerd ben. Of zoals Tim Krabbé in zijn onvolprezen De Renner noteert: ‘Niet-wielrenners. De leegheid van die levens schokt me.’ Vanaf volgend jaar zal ik me dus (?) ook zo nu en dan maar eens buigen over die abjecte, overgewaardeerde, totaal gecommercialiseerde massasport waar ik mezelf tot twaalf jaar terug ook in competitief verband aan bezondigde. Die sport waarin overbetaalde Zuid-Amerikaanse huurlingen van bedenkelijk allooi elk nieuw seizoen hun liefde uitspreken voor een ander shirtembleem. Voetbal dus. Neem het vertederende verhaal van de Nijmeegse hoogleraar Familierecht André Nuytinck en zijn zoon Bram, die afgelopen seizoen overstapte van de volkse Nijmegen Eendracht Combinatie naar het mondaine Brusselse Anderlecht, waar ons nationaal voetbalgeweten Jan Mulder in de jaren zeventig furore maakte. De Volkskrant wijdde afgelopen maandag twee heuse pagina’s aan vader Nuytinck die te onzent bekend is van de studentenetiquette, werkelijk niks met voetbal had, maar nu door zoonlief toch een beetje om is. Of anders Nijmegenaar Willem Korsten. In de jaren negentig actief voor NEC, Vitesse (sic!) en Tottenham Hotspur. Tevens de zoon van emeritus hoogleraar Engelse letterkunde Frans Korsten. Willem (1975) stond ooit op de nominatie voor oranje, moest er in 2001 mee stoppen vanwege heupproblemen, maar maakte zowaar vorig jaar zijn ballende herintrede bij de Groesbeekse hoofdklasser Achilles. Met die Willem, een aardige, slimme, slungelige linksbuiten, heb ik in 1990 nog een keertje gezaalvoetbald. Wat is er van die jongen geworden? En neem het boek van romancière en psychoanalytica Anna Enquist getiteld Kool! – Alles over voetbal, waarin ze haar onversneden liefde uitspreekt voor, godbetert, Ed de Goey, alias Ed Konijn, de in de jaren negentig bij Feyenoord en het Nederlands elftal keepende antiheld. Dan weet je zeker dat er werk is aan de sportfilosofische winkel.
Lees alle columns van Mark Merks