column

Vuilnisbelt

02 apr 2013

Wie wil weten wat de achterkant van een universiteit is, moet eens met de schoonmaaksters meelopen na een college in het collegezalencomplex. Ik heb dat eens gedaan, want ik ben beroepshalve in de achterkant van organisaties geïnteresseerd. Mijn mond viel open van verbazing. Moeiteloos wist de mevrouw, die mij een rondleiding door de zaal gaf waar ik nota bene net anderhalf uur college had gegeven, een vuilniszak met rotzooi te vullen. Papieren, zakdoeken, tampons, flesjes, snoeppapiertjes, broodkruimels, klokhuizen van appels, batterijen, medicijnen, sinaasappelschillen, zelfs een mobiele telefoon en een injectienaald – alles zag ik in de grote groene zak verdwijnen. De schoonmaakmevrouw legde mij in een prachtig Nijmeegs accent fijntjes uit dat ik weliswaar wel mooi professor kon zijn, maar dat ik in feite alleen maar ‘in’ of ‘op’ – ze wist het niet precies – een vuilnisbelt les gaf. Dat was haar visie en daar kon ik het mee doen. Sindsdien probeer ik studenten er in ieder geval op te wijzen dat er eigenlijk niet gegeten en gedronken zou mogen worden tijdens colleges. Op het niet-eetbare dat ze laten slingeren heb ik, geloof ik, helemaal geen invloed en daar zwijg ik dan maar over. Het eten daarentegen is een proces dat je als docent kunt waarnemen. De ene student stouwt zes dikke boterhammen met kaas weg, de andere student drinkt een halve liter mij volkomen onbekend vocht en hapt om de tien minuten in een vette appelflap. Chocoladerepen en rolletjes drop gaan vrolijk van toehoorder naar toehoorder. Ik heb ooit een studente met een magnum – een ijsco, niet een wapen – gezien en vroeg haar of het ding smaakte. Kortom, ik waan mij, al naar gelang het tijdstip, bij een dejeuner pensant of diner pensant, iets wat in managementkringen ook populair is en iets waardoor ik me overigens ook afvraag of het adjectief ‘pensant’ wel zo toepasbaar is. Maar dat terzijde. Bij mijn vermaningen wijs ik altijd op de waarschuwingsborden die her en der hangen: “Verboden te eten en te drinken!” Geen student trekt zich er wat van aan. Hun neiging om wetten te overschrijden zijn nooit gericht op de ondergraving van autoriteit, wat veel slimmer zou zijn, maar op meer en meer consumptie. Ik weet niet wie ooit met deze gewoonte is begonnen. Gaat ze terug op het roemruchte gezuip van Griekse filosofen? Is ze een residu van de jaren zestig? Of is ze veeleer een neoliberaal verschijnsel? Ik wil antropologisch veldonderzoek, politiek-filosofische analyse of diepgravende journalistiek. Het maakt niet uit. Ik ben geen moralist, maar de angst dat een schoonmaakster – met of zonder ghostwriter – ooit eens een lelijk maar spectaculair boek schrijft over collegezalen en wat je er zo kunt aantreffen zit er, na mijn rondgang met één van haar collega’s, toch diep in.

Lees alle columns van Paul van den Broek

1 reactie

  1. Peter van der Heiden schreef op 2 april 2013 om 14:34

    Mooi – en herkenbaar. Ik zat laatst in een collegezaal die een treffende gelijkenis vertoonde met een snackbar, qua broodjes kroket…

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!