We hebben contraire academici nodig — die niet ontsporen
Columnist Adriaan Duiveman, zelf 'gematigd conservatief', wenst meer contraire academici in de media, die niet doorslaan in hun kritiek op woke-initiatieven: 'We hebben verre van genoeg contraire denkers.'
Er is er weer een ontspoord. Eens in de zoveel tijd doen ze dat. Ik zag hoe hij snelheid maakte, met zijn blote tanden de remkabels doorknaagde en recht op het retorische stootblok koerste — om er vervolgens dwars doorheen te rammen. Een hoogleraar aan de Radboud Universiteit betoogt in het Nederlandsch Dagblad dat de universiteiten een hoop geld zouden besparen als ze allerlei woke-projectjes zouden stopzetten. De bedrijfseconoom schreef over de kosten van diversiteitscommissies en kantoorurenactivisme — daar is iets voor te zeggen — maar verzandde vervolgens in gekrakeel over genderneutrale wc’s en vegamenu’s. Je mag ook niks meer tegenwoordig — behalve op elke plee pissen.
Nou zou je denken dat ik als nette man van het midden, gematigd conservatief en verdediger van de behoudende redelijkheid het betoog met instemming zou lezen. Maar nee. Allereerst vind ik het juist helemaal in de monastieke traditie passen als De Refter, vernoemd naar de kloosterkantine, ons alle vleselijke geneugten zou ontzeggen. Dat doet ze toch al. Voor de gastronomische creativiteit van deze gaarkeuken moet je geen dier laten sterven. Maar, belangrijker nog: de door de bedrijfseconoom bepleite carnivorentolerantie zal de uni nauwelijks budgettaire voordelen opleveren.
‘Give a boy a leerstoel bedrijfseconomie and everything looks like a kostenpost’
Hetzelfde geldt voor de scheiding van vrouwen- en mannentoiletten. Er zijn goede argumenten om aparte sanitaire blokken voor beide geslachten te behouden, met de aanvulling van een bescheiden aantal genderneutrale wc’s, maar die redenen hebben weinig met geld te maken. Give a boy a leerstoel bedrijfseconomie and everything looks like a kostenpost.
Je kan als woke-criticus betogen dat activisme en ideologische monocultuur de geloofwaardigheid van de sociale wetenschappen en humaniora nu schaden. Je kan zelfs beweren dat ze daar het wetenschappelijk bedrijf verstikken. Maar dit zijn, in hoofdzaak, geen budgettaire vraagstukken.
Het ND-opiniestuk duidt echter op een groter probleem. We hebben namelijk verre van genoeg contraire denkers in de Nederlandse en Vlaamse academies. Om het als rechtse, conservatieve of andersoortig andersdenkende academicus vol te houden in de linkse bolwerken, zo analyseert filosoof Andreas de Block, moet je weerstand bieden tegen je menselijke neiging tot groepsconformisme. De paar uitgesproken contrairen die er zijn, hebben daarom nog wel eens de neiging om daar té ver in te gaan. Ze slaan op hol.
Je moet raar zijn en het niet erg vinden om raar te zijn. Sommige van die academische contrairen zijn leuk-raar; denk Marcel Wissenburg. Andere contrairen zijn dat niet. Door het conformisme van de niet-linkse wetenschappers, schrijft De Block, komen nu ‘de enige rechtste academische geluiden (…) van “karakterieel tegendraadsen”’. Dit zijn de verbitterde, raaskallende types. ‘Het spreekt voor zich dat zoiets niet altijd een positief effect heeft op het beeld dat de linkse meerderheid heeft van de rechtse academicus.’
‘Ik wens een contraire columnist. Eentje die het bloed onder de nagels haalt bij PPS-studenten’
Gelukkig zijn er sprankjes van constructief-contraire hoop in de academie en het publieke debat. Zo kan ik me verrukkelijk irriteren aan de FD-columns van filosoof en vrijemarkfundamentalist Sebastien Valkenburg. In Vlaanderen schopt de taalkundige Freek Van de Velde met grote behendigheid tegen heilige huisjes en ivoren torentjes. Het vertrek van NRC-columniste en microbiologe Rosanne Hertzberger naar de nationale volksvertegenwoordiging blijft eeuwig zonde. Ik was het elke zaterdagochtend met haar eens óf oneens — maar altijd grondig.
Terwijl ik, vanuit Vlaanderen, mijn columnproductie afbouw zoekt Vox een nieuwe columnist. Ik hoop maar één ding: laat het niet een correcte deugneus zijn. Ik wens een contraire columnist. Eentje die het bloed onder de nagels haalt bij PPS-studenten, eentje die ogen doet rollen bij politicologie en eentje die stiekem, echt heel stiekem, precies zegt wat vele collega’s eigenlijk vinden.
Maar alsjeblieft eentje die niet ontspoort.
Lees alle columns van Adriaan Duiveman
Teddybeer schreef op 10 oktober 2024 om 08:57
Hulde aan deze constructrief-contraire columnist! Ik was het lang niet altijd eens met de inhoud van de columns – soms zelfs verre van – maar de bereidheid om met serieuze tegenbeweringen en -argumenten te komen heb ik altijd gewaardeerd
Dorian Schaap schreef op 10 oktober 2024 om 12:03
“Zo kan ik me verrukkelijk irriteren” –> I see what you did there!
Dat gezegd hebbende zie ik niet in waarom contraire academici conservatief zouden moeten zijn. Op de universiteit zijn er vast verschillende clubs die hun voordeel zouden kunnen doen met een conservatieve luis in de pels, maar ik ken andere afdelingen die waarschijnlijk enorm zouden opknappen van een ouderwetse Marxist.
Dank en complimenten voor Adriaan, wiens altijd fraai geschreven columns vaak aan het denken zetten.