Werkgroepverbod
Rector Han van Krieken wil dat iedereen mee kan doen. In zijn speech tijdens de opening van het academisch jaar in De Vereeniging maakte hij zich zorgen om diegenen die ‘niet het juiste talent of opleiding’ hebben in onze samenleving. Ze worden achtergesteld, vergeten en in de steek gelaten. Van Krieken riep vervolgens niet op tot hogere belastingen voor multinationals, pleitte niet voor meer sociale huurwoningen en evenmin voor de herinvoering van de basisbeurs. Nee, volgens Van Krieken moeten we mensen zonder diploma’s vooral serieus nemen. ‘In onze samenleving wordt verbaasd gekeken als een illusionist iets verstandigs zegt, of als een populaire zanger de slimste blijkt. We denken dat opleiding alles bepaalt.’
Het zijn opmerkelijke observaties van onze baas in toga. De universiteit vaardigt immers diploma’s uit. Dan is het toch gek dat uitgerekend de rector stelt dat we die oorkondes niet al te belangrijk moeten maken. Van Kriekens betoog ademt de vrees voor de ‘diplomademocratie’, een term van sociologen en politicologen voor de groeiende kloof tussen theoretisch en praktisch opgeleiden. Zijn zorgen zijn terecht. Maar de oplossing voor dit probleem is een culturele en financiële herwaardering van ambacht en praktische vaardigheden, niet het bagatelliseren van onze eigen opleidingen. Want ja, ons academische papiertje doet er wel toe.
Hans Klok vertelde in Zomergasten prachtig over zijn vak en zanger Rob Kemps van Snollebollekes brengt lange dagen door op Wikipedia. Maar als het om expertise gaat, moeten we vooral erkennen waar zij goed in zijn. Namelijk Pamela Anderson doormidden zagen op een podium en de Ziggo Dome van links naar rechts laten hossen. Als het gaat om, noem eens wat, een klimaatcrisis of een pandemie, dan vertrouwen we op diegenen die er voor gestudeerd hebben. Een relevante, afgeronde academische opleiding is niet de enige, maar wel een belangrijke maatstaf waaraan we expertise kunnen meten.
Auteur en dramaturg Esther Gerritsen pleitte tijdens dezelfde jaaropening juist voor een radicale herwaardering van vakkennis. Gerritsen hekelde het voxpoppen in nieuwsprogramma’s: vragen wat De Gewone Nederlander er van vindt, in plaats van een expert. En in het hoger onderwijs moest het ook maar eens afgelopen zijn met al dat samenwerken in groepjes. Vreselijk vond ze het in haar eigen studietijd: ‘iets maken met mensen die er net zo weinig van afwisten als ikzelf’. Ze pleitte zelfs voor een ‘werkgroepverbod’.
In plaats van een hip geflipt klaslokaal betoogde Gerritsen voor klassiek onderwijs: een docent vertelt wat zij of hij weet, en de studenten pennen mee en onthouden het. Ze mogen alles vragen, maar hun mening moeten ze uitzetten. Op Gerritsens ideale universiteit gaan colleges verder niet om soft skills zoals discussiëren en organiseren. Dat leer je maar in het verenigingsleven. Nee, de ideale universiteit ‘is een bastion, een bubbel, een fort, dat je vrijwillig bezoekt en waar je in kennis wordt ondergedompeld, als Obelix in een vat vol toverdrank’.
Ouderwets? Absoluut. Te extreem? Dat ook. Maar ergens heeft Gerritsen een punt. Vakkennis doet er toe, en een opleiding is – met uitzondering van de zeldzame autodidact – de snelste weg naar vakkennis. Dat betekent dat we de vakkennis van een bouwvakker, kok, en ja, een illusionist moeten waarderen, maar ook die van onszelf, theoretisch opgeleiden.
Op het podium van De Vereeniging mag Van Krieken me alles uitleggen over pathologie, geneeskunde en universiteitsbeleid. Hij mag me er niet doormidden zagen. Dat mag alleen iemand die daarvoor heeft doorgestudeerd: Hans Klok.
Lees alle columns van Adriaan Duiveman
Kritische student schreef op 9 september 2021 om 14:00
Het lijkt me dat Esther Gerritsen gemist heeft waar werkgroepen toe dienen: een zelfstandig, zelfdenkend, onafhankelijk academicus/-a worden. Als wetenschap enkel bestaat uit het overpennen van wat anderen eerder al ontdekt hebben, dan komt de wetenschap gierend tot stilstand.
Ja, theoretisch onderwijs is belangrijk. Maar je kan ook zelf in boeken en papers lezen wat die slimme professoren onderzocht hebben en weten. De weinige contacturen die ik heb, besteedt ik liever aan het slijpen, bediscussiëren, bekritiseren, en toepassen van de theoretische kennis die ik online heb opgedaan dan aan het hersenloos overpennen van wat anderen (denken te) weten.