Zwart gat
Er zullen vast mensen zijn die het erger hebben dan ik, maar ik moet zeggen dat er zo aan het eind van het jaar altijd wel een soort van sluier van weemoed over mij komt. Vaak is er veel moois op terug te kijken. Je hebt per slot van rekening een heel jaar achter de kiezen, en het leven heeft de neiging nogal dynamisch te zijn. Hoogtepunten, dieptepunten – en daar tussendoor dan iets van normaliteit. Behalve nu dan, in coronatijd. Hobbelend van intelligente via gewone naar avondlockdown was het afgelopen jaar ronduit saai te noemen. De spanning zat ‘m er vooral in hoe lang de samenleving een beetje open kon – op die bizarre uitglijer van dansen met Janssen na, natuurlijk.
En toch, ondanks dat eigenlijk behoorlijk tegenvallende jaar 2021, ben ik weer aardig sentimenteel aan het worden. In die laatste werkweek van het jaar (de koffers staan gepakt!) realiseer ik me altijd weer dat mijn collegecyclus voorbij is – voor mij het hoogtepunt van het academisch bestaan. Nou ja, niet het feit dat het voorbij is, juist niet, maar die collegecyclus dus. Twaalf weken lang heb ik met studenten mijn hobby kunnen delen. En natuurlijk was dat anders dan andere jaren, met een aantal studenten in de zaal en een groepje thuis achter de computer (want geef ze de mogelijkheid om te Zoomen en alleen de allersociaalsten blijven komen ‘omdat het anders zo zielig is voor u’) – maar het was al beter dan vorig jaar, toen alles digitaal moest.
En in die laatste week van het jaar dondert het besef weer binnen dat het waarschijnlijk weer negen maanden duurt voor ik weer voor een collegezaal sta. Negen maanden! Ik overleef die periode ieder jaar wel, en het is ook weer niet alsof ik niets te doen heb en het zal ook dit jaar vast weer lukken, maar het is wel een heus zwart gat. En dan zo eentje waar niet voor miljoenen onderzoek naar gedaan wordt…
Lees alle columns van PH neutraal