column

Zwarte Gat

08 feb 2016

Ik voelde me een beetje onbestemd: het bekende ‘zwarte gat’ na het inleveren van het proefschrift. Eerst leek het niet te komen. Na het inleveren van Het Proefschrift had ik achtereenvolgens een grote nakijkdeadline, een deadline voor een onderzoeksvoorstel en een kleine nakijkdeadline. Maar toen dat allemaal klaar was dacht ik, wacht, en nu? Er was nog steeds een boel te doen (het nieuwe semester begon, ik had freelanceopdrachten, revisies schrijven zichzelf niet), maar het was allemaal niet super-urgent.

Jarenlang, létterlijk jarenlang, zat dat proefschrift in mijn achterhoofd. Altijd kun je meer doen. Een analyse, je referenties checken, implicaties verzinnen. Altijd. Je kunt altijd nog je tabellen mooier maken of net iets mooiere zinnen formuleren. Vooral tegen het einde wordt die gedachte drukkend. Als je op de bank zit, denk je aan je proefschrift. Als je in de kroeg zit, denk je aan je proefschrift. En als je vrienden vragen wat je dit weekend gaat doen zeg je ‘I have to finish my dissertation’.

En toen was het klaar, en alle deadlines ook. Het was een zaterdagochtend. Ik had tot middernacht essays nagekeken (deadline) en nu was het klaar. Ik had niks úrgents te doen. Ik maakte een lijst van dingen waarvan het fijn was als ik ze zou doen, maar niks hoefde. Ik maakte zes liter soep. Ik bezocht al mijn procrastinatiewebsites tien keer. Ik maakte de badkamer schoon, voor de helft. Ik maakte een begin aan een freelanceopdracht. Ik maakte een quiche. Ik begon aan een boek, maar na twee bladzijden was ik alweer te onrustig. Ik sorteerde mijn administratie, maar had vervolgens geen zin het ook nog te archiveren. Ik kon van alles doen, maar niks hoefde, en ik werd er gek van.

Als je iets móet doen – een proefschrift schrijven bijvoorbeeld – vind je zo vierhonderd dingen die écht belangrijker en urgenter zijn, maar als je dat ene niet meer hoeft te doen, is alles even (on)belangrijk en (on)urgent. Om de zoveel tijd denk je ‘Hé wacht, mayday mayday, moest ik niet iets belangrijkers doen?’, maar nee, dat hoeft dus niet.

Ik ging maar uit eten, je moet toch wat. En het lukte, ik had geen onbestemd gevoel meer. Het proefschrift was uit mijn gedachten verdwenen. Forever! Althans, zo leek het. Want toen mijn tafelgenoten opstonden om weg te gaan, maar ik nog een half glas cava voor me had, riep ik, wijzend naar mijn glas: ‘Wait, I still have to finish my dissertation!’

‘Cava, Merel, you have to finish your cava. You already finished your dissertation.’ Oja.

Lees alle columns van Merel van Goch

0 reacties

  1. Bas schreef op 8 februari 2016 om 20:09

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!