Gaat TvA-kunst naar de sloop of is er toekomst?
Het roze van de deuren, het mintgroen van de verwarmingsradiotoren; niets is toeval. Weinig mensen weten dat de Thomas van Aquinostraat één groot uitgedacht kunstwerk is. Zelfs de overkappingen boven de ingangen horen bij het concept. De vraag is: wacht ook deze kunst de sloophamer, of is er een toekomst als nieuw kunstproject, gecomponeerd uit al die losse elementen?
‘Tegenwoordig zien mensen het niet goed meer, maar deze straat is eigenlijk één groot kunstwerk’, zegt Let Geerling. ‘Het is een versmelting van kunst, architectuur en omgeving.’ Geerling is kunstcoördinator van het Radboudumc en de universiteit, onder meer gespecialiseerd in kunst in publieke ruimtes. Ze wijst bijvoorbeeld op de kinderkopjes die als kleine heuveltjes boven de straat uitsteken, evenals de stalen luifels boven de ingangen gemaakt door kunstenaar Jan Jacobs Mulder. Samen met de architect en met collega-kunstenaar Berend Hendriks tekende hij voor het ontwerp en de inrichting van de Thomas van Aquinostraat.
Titus Brandsma
In 1976 ging de eerste spade de grond in. Volgens Geerling was dat het begin van een prachtig voorbeeld van omgevingskunst. Die destijds radicale kunstvorm belichaamde de droom van Piet Mondriaan: kunst is overbodig als heel de wereld één kunstwerk zou zijn. ‘Dat gold ook voor de TvA’, zegt Geerling. ‘Al zien tegenwoordig weinig mensen hier nog kunst in. In een cultuur waarin beeld zo alomtegenwoordig is, valt wat je in de TvA ziet niet meer op.’ Ze wijst op het sculptuur van Titus Bransdma op de buitenmuur van TvA 3, ontworpen door pater-kunstenaar Gerard Mathot. ‘Dat staat daar eenzamer dan ooit.’
Wouter Weijers, kunsthistoricus aan de Radboud Universiteit, kent alle details in het straatbeeld en interieur die alleen nog voor de fijnproever als kunst te herkennen zijn: de door de straat heen geleidelijk van kleur veranderende liftdeuren, de balken aan de plafonds die fijne kleurschakeringen laten zien, net als de radiatoren en de deuren van de wc’s. ‘Hier is heel goed over nagedacht. Ik heb nog les gehad van de ontwerper Berend Hendriks.’
Ook het ensemble van 25 panelen aan de binnenmuren zijn van Berend Hendriks. Weijers kan nóg verdrietig worden dat een van Hendriks’ mooiste staaltjes bij een verbouwing ter ziele is gegaan: zijn uit panelen samengestelde scheidingswand in de vroegere sociokantine in TvA 4: ‘Een heel interessant werk, maar helemaal weg, ik heb geen idee waar dat terecht is gekomen.’ Hij onderstreept dat die tientallen kleurschakeringen in de gebouwen waarde behouden, ook als we er tegenwoordig gedachteloos aan voorbijlopen. ‘Het is een tijdsbeeld, daar mag je bij stil staan.’
Tijdsbeeld
Let Geerling valt hem bij. De TvA is een vertolker van een tijdsbeeld. Het straatje weerspiegelt de jaren zeventig waarin het optimisme in de lucht hing, het wij-gevoel, het samen de wereld verbeteren. ‘In de TvA zie je dat goed terug, idealen als ‘open’ en ‘ontmoeting’ waren bepalend voor de inrichting ervan.’ Juist omdat die tijd zo belangrijk is geweest voor de Radboud Universiteit, met bezettingen en de snelle aanwas van studenten ook uit ‘lagere’ milieus, noemt Geerlink het relevant om stil te staan bij de blijvende waardering ervan. De sloop is weliswaar een feit, maar de kunsten bieden volgens haar een uitweg om de herinneringen te stutten. Maar hoe?
Wouter Weijers noemt het behoud van omgevingskunst een uitdaging: ‘Als de omgeving waarin deze kunst is ingebed verdwijnt, verliezen de werken hun context.’ Zo maar verplaatsen kan daarom niet: dan worden ze gedegradeerd ‘tot autonome en verhandelbare objecten’. Maar je kunt volgens hem die kunstwerken wél inzetten om ‘een draai te geven aan de geschiedenis waardoor deze niet verloren gaat’. Weijers stelt voor een nieuw samenspel te maken van de objecten, om zo de oude context van de TvA betekenisvol te maken voor onze tijd. Precies ook de wens van Let Geerling. ‘Mijn voorstel is om de objecten in handen te leggen van een nieuwe kunstenaar, met de opdracht er een nieuw verhaal van te maken.’ Geerling heeft kunstenaar Saskia Noor van Imhoff op het oog voor deze speciale kunstopdracht.
Ontmoetingsplek
Zelf doet Geerling geen uitspraken over het precieze hoe en waar van ‘het nieuwe ensemble van TvA-kunstwerken op de campus’. ‘Precies daarvoor heb je een kunstenaar nodig.’ Maar de betekenis ervan kan ze wél omschrijven. ‘Het kan een nieuwe ontmoetingsplek worden, een plek op de campus die inspireert tot een gesprek over de omgeving, over de weg die we zijn ingeslagen van minder steen naar meer park, als uitnodiging om het oude ideaal van de TvA een nieuwe betekenis te geven.’
Krijgt de kunst van TvA na de sloop het door Weijers en Geerling gehoopte nieuwe leven? Het college van bestuur moet er nog over beslissen. Geerling wijst erop dat het tij voor omgevingskunst weer keert, gezien de belangstelling van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed voor het behoud van de werken uit 1965-1980. ‘Alle betrokkenen moeten dezelfde urgentie en uitdaging voelen wil dit plan gaan lukken’, zegt Geerling. Zij onderstreept wat er met de beslissing op het spel staat. ‘Verspreid je de kunstwerken als losse elementen over de campus, zonder verhalende verbinding, dan is alles waar de TvA voor stond voorgoed verloren.’
Realisme schreef op 26 februari 2018 om 12:01
Optimisme?
Vorig jaar was een Russische student van de Erasmus aanwezig op de Radboud, ze keek haar ogen uit.
‘Dit is alsof ik terug ben in Rusland, hoe heeft iemand zo accuraat de Soviet stijl terug kunnen bouwen?’
Het is maar hoe je het wilt zien, de een ziet er blijkbaar kunst in.
De ander ziet een kille grijze massa aangetast door zure regen.