Eén jaar na de inval (1): De Oekraïense Liliya blijft demonstreren tegen de oorlog

15 feb 2023

Sinds de inval van Rusland in Oekraïne één jaar geleden organiseerde Liliya Levandovska samen met haar vrienden meer dan dertig demonstraties in Nijmegen. Met haar moeder en grootmoeder, die in het westen van Oekraïne wonen, belt ze elke dag. ‘Soms denk ik dat ik met mijn eigen oren het luchtalarm moet horen.’

Zo’n 35 mensen, vooral vrouwen en kinderen met Oekraïense vlaggen, verzamelen in een grote kring op de Nijmeegse Grote Markt. De voertaal is Oekraïens, maar er wordt ook Engels en Nederlands gesproken. Op deze maandagavond in januari is het donker, een frisse wind baant zich een weg onder sjaals en jassen. Als iemand verzucht dat het koud is, antwoordt een van de demonstranten dat ‘onze jongens’ aan het front het pas koud moeten hebben.

Mykyta

Om 18.00 uur stapt Liliya Levandovska (40) naar het midden van de kring, ze spreekt de menigte in het Engels toe. De Oekraïense subsidieadviseur van de Radboud Universiteit houdt een foto van een baby in haar handen, die ze aan de hele kring laat zien. Het is een van de slachtoffers van een recente raketaanval op een flat in Dnipro, waarbij in totaal zeker veertig doden vielen.

‘De moeder van deze baby, die doofstom is, lag dertig uur onder het puin’, vertelt ze. ‘Ondanks haar handicap slaagde ze erin om voldoende lawaai te maken, waardoor ze gered kon worden. Het eerste waar ze naar vroeg na haar redding was hoe het met haar man en baby ging. In het ziekenhuis durfden ze haar niet meteen te zeggen dat ze allebei waren omgekomen bij het bombardement. De baby was nog geen jaar oud.’

Remember his name: Mykyta’, zegt Liliya, en ze maakt nog een rondje met de foto van de baby. Op het geluid van enkele voorbijfietsende studenten na is het muisstil op de markt. ‘Zolang de oorlog duurt, gebeurt dit elke dag.’

Vermist

Het idee voor Nijmegen4Ukraine ontstond in het centrum van Nijmegen, zegt Liliya een week later in een zaaltje op de campus. Op 24 februari, de dag waarop Rusland buurland Oekraïne vanuit meerdere plaatsen binnenviel, besloot ze af te spreken met een Oekraïens meisje op de Grote Markt. ‘We informeerden verschillende media dat we op de Grote Markt zouden staan als teken van protest. Een paar dagen later was de eerste bijeenkomst. Er kwamen meer dan honderd mensen uit Nederland en andere landen – waaronder studenten uit Oekraïne.’

Sinds die eerste keer verzamelden de demonstranten al zo’n dertig keer op de Grote Markt of aan het Mariënburgplein. Ook stuurden ze in de eerste maanden van de oorlog tien bestelwagens met ingezamelde hulpgoederen naar Oekraïne.

In het begin kwam de groep elke dag samen. Na een tijdje werd dat eens per week, tegenwoordig is het nog één keer per maand. ‘Het idee is om uit eerste hand te vertellen wat in Oekraïne gebeurt. Als op de Nederlandse televisie een Oekraïense soldaat wordt geïnterviewd, valt de helft van wat hij zegt weg in de vertaling. Van de tien zinnen blijven er twee over in de ondertiteling.’

Liliya Levandovska. Foto: David van Haren

In haar feeds op sociale media leest Levandovska steeds vaker berichten over jonge mensen die zijn overleden of vermist. ‘Het zijn er duizenden’, zegt ze. ‘Soms kan ik het even niet meer aan, het is heel triest. In Nederlandse media gaat het vaak alleen over cijfers als droge statistieken. De persoonlijke verhalen over verlies zijn erg tragisch om te lezen.’

Vaak kwamen er ook Oekraïense vluchtelingen naar de demonstratie. ‘Dan treed ik op als tolk. Een van hen vertelde dat haar broer aan het vechten was, de broer van een andere vrouw was al meer dan vijf maanden vermist.’

Luchtalarm

De grootschalige inval van Rusland in Oekraïne is inmiddels bijna een jaar aan de gang. Op 23 februari, de avond voor de inval, waren haar buren op bezoek, vertelt Levandovska. ‘Ik weet nog dat ik hun vertelde dat ik graag nog een keer mijn familie en vrienden in Oekraïne wilde bezoeken, maar dat het wellicht niet snel zou lukken, gezien de aanwezigheid van Russische soldaten aan onze grenzen.’

Toen ze de volgende ochtend wakker werd, had ze een hoop berichten van vrienden die haar veel sterkte wensten. Levandovska wist onmiddellijk hoe laat het was. ‘Ik liep naar mijn man en dochter om te zeggen dat de oorlog was begonnen. Op het nieuws zag ik dat mijn geboortegrond onder vuur werd genomen, ik belde meteen mijn moeder. Zij had mij niet midden in de nacht willen bellen omdat ze me niet wilde storen, ze wilde dat ik het nieuws eerst zou lezen.’

Hoe gaat het met je familie?

‘Mijn moeder en grootmoeder wonen in Ivano-Frankivsk, een stad in het westen van het land. In maart zijn ze hierheen gevlucht – op de dag van hun vertrek werd de luchthaven van de stad aangevallen, door het luchtalarm moesten ze een tijdje in de auto schuilen. Tot juni zijn ze bij ons gebleven, maar op een bepaald moment wilde mijn grootmoeder terug naar Oekraïne. Ze is al best oud en ze miste haar dagelijkse routine.’

‘De oorlog is in mijn dagelijkse routine geslopen’

Ken je veel mensen aan het front?

‘Heel wat vrienden en kennissen vechten daar, onder andere enkele oud-studiegenoten. Een van hen is de zanger van een beroemde rockband. Af en toe heb ik contact met hen. Ik wil alles weten. Wat heeft het leger nodig? Is er ergens een raketaanslag geweest? Ik doneer regelmatig aan verschillende organisaties.’

Hoe heeft de oorlog jouw leven veranderd?

‘Mijn leven is er door gedefinieerd: de oorlog is in mijn dagelijkse routine geslopen. Als ik wakker word check ik het nieuws en bel ik mijn moeder. Omdat ze vaak zonder elektriciteit zit, duurt het soms even voor ze antwoordt. Dan maak ik me altijd grote zorgen. Om de paar uur wil ik het nieuws checken. Ik voel me schuldig als ik dat niet doe, onder andere omdat ik juiste antwoorden wil geven als mensen mij vragen over Oekraïne stellen.’

Euromaidan

Tot 2009 woonde Levandovska in Kyiv. Ze werkte bij het Instituut voor Europees-Atlantische Samenwerking, waar ze haar landgenoten probeerde te overtuigen van de nood van de integratie van Oekraïne in de Europese Unie en de NAVO. ‘Daar bestond veel miscommunicatie over, dus we organiseerden conferenties over dat onderwerp’, zegt ze.

Levandovska verruilde Kyiv voor Boedapest. In de Hongaarse hoofdstad ging ze aan de slag als onderzoeker voor de Centraal-Europese Universiteit en werkte ze voor een bedrijf dat zich bezighoudt met het binnenhalen van onderzoeksprojecten en bijhorende subsidies van de Europese Unie.

Maar ook in Hongarije liet de politiek van haar vaderland haar niet los. Toen eind 2013 in Kyiv de Euromaidanprotesten uitbraken omdat president Viktor Janoekovytsj een politiek- en handelsverdrag met de Europese Unie weigerde te ondertekenen, organiseerde Levandovska protesten in Boedapest, waar ze, net als afgelopen jaar in Nijmegen, de menigte toesprak. ‘Op een of andere manier vond ik dat ik dit moest doen’, zegt ze daarover.

Op aanraden van een oud-collega die naar Nederland was verhuisd, solliciteerde Levandovska op een vacature van de Radboud Universiteit. Ze werd aangenomen er werkt nu drie jaar als grant advisor: een baan waarin ze onderzoekers helpt met het aanvragen van Europese beurzen. ‘Ik ben erg blij met onze verhuizing naar Nederland,’ zegt Levandovska. ‘Ik hou van de openheid en de vrijheid van meningsuiting. Je kan er altijd zeker van zijn dat mensen zeggen wat ze denken, op een respectvolle manier.’

Wat mis je het meeste aan Oekraïne?

‘Mijn familie, mijn vrienden en Kyiv: dat is een heel bijzondere stad, waar altijd een groot gevoel van vrijheid en onafhankelijkheid hangt.’

Zou je terug naar Oekraïne willen zolang er oorlog is?

‘Wat dat betreft gaat er veel in mijn hoofd om. Soms bekruipt mij het gevoel dat ik met mijn eigen oren het luchtalarm moet horen. Dat ik met mijn ogen de gebombardeerde steden zou moeten zien. Maar ik ken ook verhalen van mensen die zijn teruggegaan naar Oekraïne en om het leven zijn gekomen. Je weet nooit waar de raket inslaat. Bovendien zou ik niet zonder mijn dochtertje willen reizen, maar haar meenemen is op dit moment niet aan de orde. Ik zou liever de Oekraïense overwinning gaan vieren.’

Foto: David van Haren

Terug naar de Grote Markt. Liliya sluit af met een politiek statement. Ze zegt dat de Nederlandse toehoorders druk moeten uitoefenen op hun overheid, zodat er zo lang als nodig steun blijft komen. Want Rusland moet gestopt worden. Ze is het niet eens met het argument van Duitsland om geen tanks te leveren aan Oekraïne omdat het land niet wil dat de boel escaleert. Liliya zegt: ‘Het is juist Rusland dat de boel laat escaleren, het is allang geëscaleerd. Als jullie niks doen, kunnen andere landen zoals de Baltische Staten en Polen ook worden aangevallen door Rusland.’ Ze noemt de Russen telkens terroristen en maakt een vergelijking met honderd jaar geleden toen de Sovjet-Unie Rusland bezette. ‘Het is nooit anders geweest’, zegt ze.

Is jouw mening over Russen het afgelopen jaar veranderd?

‘Nee, en ik wil graag uitleggen waarom. Wie in Oekraïne opgroeit, hoort van generatie op generatie familieverhalen over de gevolgen van de Russische bezetting. Daarom kwam de Russische inval niet als een verrassing. Mijn grootouders aan mijn moeders kant hebben al hun bezittingen verloren aan het Rode Leger, de grootouders aan mijn vaders kant hun boerderij en de broer van mijn grootmoeder is gestorven in Siberië nadat hij gevangen was genomen door Russische soldaten. Deze verhalen worden van generatie op generatie doorverteld.’

‘Als ik dit aan mijn collega’s vertel, zijn ze verbaasd, al beginnen ze het nu beter te begrijpen. In het begin van de oorlog hoorde je af en toe oproepen van Russen om tegen de oorlog te protesteren. Ik wist dat ze dat nooit op grote schaal zouden doen. Nergens gingen geëmigreerde Russen of Russen die aan de mobilisatie ontsnapten naar hun ambassade om te protesteren.’

Misschien willen ze niet protesteren uit angst dat er iets met hun familie zou gebeuren?

‘Dat lijkt me een naïeve gedachte. Misschien gaan ze niet protesteren omdat ze de oorlog steunen, of omdat het hen niet kan schelen. In Europese media wordt vaak gezocht naar goede Russen. Neem Aleksej Navalny (Russische advocaat en activist, red.). Hij heeft in het verleden gezegd dat de Krim niet opnieuw tot Oekraïne zou behoren, omdat het geen sandwich is die je telkens doorgeeft. Sommige leden van zijn partij gaan ook vechten in Oekraïne, tegen Oekraïners.’

Je werkt als grant advisor. Zou je nog steeds een Russische wetenschapper van de Radboud Universiteit willen helpen met het aanvragen van een beurs?

‘Ja, op voorwaarde dat hij de oorlog niet openlijk steunt.’

Wat vind je van de houding van de Europese Unie en Nederland ten opzichte van de oorlog?

‘Ik waardeer de steun en de heldere houding van de EU en van Nederland. De afgelopen tien jaar was er veel ambiguïteit, terwijl de oorlog al begonnen was. In 2018 werd nog begonnen met de bouw van de Nord Stream 2 (pijpleiding die Russisch aardgas naar Duitsland transporteert, red.). Nu heeft de EU de banden met Rusland doorgesneden, strenge sancties stapelen zich op. Zo’n duidelijke houding heeft een effect op de publieke opinie: er is veel steun voor de maatregelen. Over het algemeen vind ik dat de militaire hulp soms sneller op gang zou mogen komen. Elke dag waarop landen twijfelen om hulp te sturen, gaan meer mensen dood.’

‘Als je geen militair materiaal stuurt, dan zullen de Russen verdergaan’

Levandovska kijkt regelmatig naar Nederlandse televisie. Een tijdje geleden werd in een talkshow gezegd dat het sturen van meer militair materiaal naar Oekraïne tot meer escalatie zou leiden. ‘Volgens mij is het omgekeerde het geval’, zegt ze. ‘Als je niets stuurt, dan zullen de Russen verdergaan. Ze zullen niet stoppen aan de Poolse grens. Daarom is het zo belangrijk dat er steun blijft komen vanuit de politiek, en dat dat de Europese bevolking deze maatregelen blijft steunen.’

Daarom blijf je Nijmegen4Ukraine organiseren?

‘Precies. Zodat er steun voor de sancties en andere maatregelen blijft en dat Nederlanders begrijpen waarvoor ze dienen. Ik wil dat mensen zich ervan bewust blijven dat er een oorlog gaande is: elke dag komen onze soldaten en burgers, waaronder kinderen, om het leven, terwijl ze gewoon hun leven zouden moeten leiden zoals jij en ik.’

Op 24 februari is de volgende bijeenkomst van Nijmegen4Ukraine. Dan wordt niet alleen één jaar invasie herdacht, maar ook dat het negen jaar geleden is dat Rusland de Krim heeft bezet.

Leuk dat je Vox leest! Wil je op de hoogte blijven van al het universiteitsnieuws?

Bedankt voor het toevoegen van de vox-app!

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!