1001 lofbetuigingen aan de paperclip

07 jun 2013

Het Cultuur Café was gisterenavond ouderwets gevuld zoals een café ouderwets gevuld hoort te zijn tijdens een dichtersavond. Vrienden en familieleden van de optredende poëten, een handje vol organisatie, een groepje toevallige cafébezoekers en een verdwaalde alcoholist.

Op de foto: Irene Schoenmacker. Foto: Joep aan den Boom
Foto: Joep aan den Boom
En ik dus. Als ex-ex-campusdichter kreeg ik de opdracht te schrijven over de verkiezing van de nieuwe campusdichter. In het knusse kaarslicht mijmerde ik eventjes over het leven en bedacht me wat voor wereldbaan ik heb. Een biertje drinken en naar poëzie luisteren, daarover schrijven en dan nog betaald krijgen ook. Ik vroeg me af hoe het kwam dat ik zo’n gelukzak was en streelde over mijn verbrande armen terwijl ik naar buiten keek. Drie jaar geleden hees ik mijn broek tot over mijn navel en zei tegen mijzelf ‘Joep, als je ooit iets wilt bereiken met dat gekriebel van je, meld je dan aan voor de campusdichterverkiezing.’ Het was een schop onder mijn kont in de juiste richting. Als campusdichter schreef ik iedere maand een gedicht voor de Vox, en nu schrijf ik artikelen en drink ik bier onder werktijd. Zo snel kan het gaan. Als eerste trad Irene Schoenmacker op. Haar gedichten waren volwassen en er zat een overheerlijk evenwicht tussen inhoud en vorm. Ook wanneer ik niet luisterde, en dat gebeurt nog wel eens, bijvoorbeeld omdat ik buiten een vogel zie vliegen, klonken de gedichten als muziek in de oren. Jurylid, en stadsdichter van Nijmegen, Marijke Hanegraaf prees haar gedichten. ‘Gevoelig, maar niet sentimenteel.’ Helemaal mee eens. Neem het gedicht 1001 lofbetuigingen aan de paperclip. ‘Ik vind de paperclip een hele toffe uitvinding, dus daar schreef ik een gedicht over’, aldus Irene. Als tweede trad Dana van Ooijen op. Haar gedichten waren speels, vol humor en werden op een luchtige manier aan het publiek gepresenteerd. Of het nu ging over een verloren portemonnee of het Hiernamaals, het plezier spatte van haar gedichten af. Uit haar slotgedicht: ‘De vraag is niet,/ is er een Hiernamaals?/ De vraag is,/ zijn er stoelen? Als laatste trad Chelsey Buurman op, die met haar ontspannen performance deed voorkomen alsof ze het al jaren deed. Chelsey kreeg complimenten van jury over haar bijzondere beelden en haar sterke voordracht. ‘Ben je eigenlijk wel eens ooit zenuwachtig?’, vroeg Lieke Von Berg, jurylid en afgevaardigde van Onbederf’lijk Vers, zich af tijdens het voorlezen van het juryrapport. Na een optreden van de Nijmeegse singer-songwriter Rufus Kain, waarin ik de gelegenheid zag om even sigaretten te gaan halen en de gedichten te laten bezinken, was het woord aan de jury. Unaniem, zo vertelde Marijke Hanegraaf mij al eerder, werd gekozen voor Irene Schoenmacker. En terecht. De dichteres had de meeste potentie en verdiende het om de nieuwe campusdichter te worden. Irene is er een tijdje ‘uit geweest’ wat betreft het dichten, maar zocht een stok achter de deur, zo vertelde ze mij na afloop. Daarom deed ze mee aan de verkiezing. Ze zocht een reden om te blijven schrijven. Een reden om er wat mee te gaan doen. Irene, je hebt nu een heel jaar. En wie weet ben je over drie jaar ook onder het genot van een biertje aan het werk. Succes. / Joep aan den Boom

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!