2800 kilometer in een bus: studente Mathilde Verbeek haalde zestig Oekraïners op
Studente Mathilde Verbeek reed afgelopen weekend met een bus vol hulpgoederen naar de Pools-Oekraïense grens. Dinsdag kwam ze terug, met 60 vluchtelingen voor wie ze onderdak geregeld heeft. ‘De situatie aan de Pools-Oekraïense grens is zo schrijnend’.
‘Door de adrenaline is er op dat moment niet goed binnen gekomen wat er allemaal om mij heen gebeurde’, vertelt Mathilde Verbeek, masterstudent Business Administratie. ‘Ik was continu bezig met de waan van het moment. Pas later kwam het besef. Ik zag zoveel emoties: het verdriet, de lege ogen, de tranen, de angst.’ Ze valt even stil. ‘Die mensen hebben zoveel leed meegemaakt.’
Verbeek vertrok afgelopen zondag samen met haar vriend, masterstudent Stefan Meijering, en moeder met een bus vol hulpgoederen richting de Poolse grensstad Przemysl. In een groot humanitair centrum nabij de stad kwam ze in een dag tijd in contact met honderden vluchtelingen, waarvan ze er zestig mee naar Nederland nam voor een veilig onderkomen. Dinsdagavond kwam ze weer aan in Beesd, waar haar moeder woont. Daar kregen de vluchtelingen een gastgezin toegewezen.
Georganiseerde chaos
Maar ook nu ze terug in Nijmegen is, is stilzitten er niet bij. ‘Ik ben nog de hele dag aan het appen en bellen – en dan heb ik eigenlijk ook nog eens deadlines voor mijn masterthesis.’ Ze slaakt een diepe zucht. ‘Ik vind het lastig om terug in Nederland te zijn. De situatie daar is zó schrijnend en hier gaat alles door alsof er niets aan de hand is. Ik snap het ook wel. Maar toch, nu ik weer thuis ben komt het besef pas binnen van wat er allemaal gebeurd is.’
Want de busreis en het verblijf bij het humanitaire centrum waren chaotisch, zegt Verbeek. Een georganiseerde chaos, welteverstaan. ‘Het centrum is een soort overdekt winkelcentrum, met allerlei verschillende ruimtes waarin hulporganisaties per bestemmingsland zijn ingedeeld. En op de centrale plekken worden eten, medicijnen en kleding uitgedeeld.’
‘Er zijn zoveel mensen met de beste bedoelingen daar vrijwillig aan het helpen. Maar er kunnen dingen beter. Zo is er een enorm overschot aan dekens en kleding. Zo veel dat ze een deel zelfs weer wegvoeren – waarheen weet ik niet. Aan eten en medicijnen is juist een tekort, dat gaat grotendeels de grens over, Oekraïne in.’
‘Meerdere bussen gingen zo goed als leeg huiswaarts’
Dan is er ook nog het punt dat er veel bussen aankomen om vluchtelingen mee te nemen voor een plek elders in Europa. Een nobel initiatief, maar veel vluchtelingen zitten daar helemaal niet op te wachten, zo merkte Verbeek. ‘Meerdere bussen gingen zo goed als leeg huiswaarts. Veel Oekraïners hebben nog familie in hun thuisland en willen in de buurt blijven, in de hoop snel terug te keren. Nederland ligt natuurlijk ook ver weg. Stel je voor dat er hier oorlog uitbreekt en je in een opvangcentrum in Kleef terecht komt, net over de grens. Dan sta je natuurlijk ook niet te trappelen om naar, bijvoorbeeld, Moldavië af te reizen.’
Mensenhandelaars
‘Een ander probleem is de angst bij mensen. Vlak voordat wij aankwamen kwam aan het licht dat mensenhandelaars jonge vrouwen ronselden bij vluchtelingenkampen. De beveiliging en controles rondom het humanitaire centrum in Przemyśl zijn ontzettend aangescherpt, maar het wantrouwen onder de mensen blijft. Veel Oekraïners weten niks van Nederland en zijn daarom argwanend.’
Dat Verbeek en consorten uiteindelijk zo’n zestig vluchtelingen mee naar Nederland konden nemen kwam vooral doordat ze veel intensieve en emotionele gesprekken met ze hebben gevoerd. ‘We hebben enkele vluchtelingen op hun eigen verzoek in Hannover afgezet en een deel kende al mensen in Nederland. Maar voor ongeveer vijftig mensen hebben we uiteindelijk ook onderdak moeten zoeken.’
‘Je voelde de nervositeit bij veel van de vluchtelingen’
‘Dankzij veel lieve gastgezinnen hebben we dat voor elkaar gekregen’ gaat Verbeek verder. ‘Bij terugkomst hadden we eerst een gezamenlijk momentje en daarna hebben we iedereen persoonlijk toegewezen aan een gastgezin. Ook dat was een emotioneel moment, je voelde de nervositeit bij veel van de vluchtelingen. Maar ook ontlading en opluchting: mensen waren ontzettend dankbaar dat ze in veiligheid werden gebracht.’
En hoe nu verder? Verbeek is van plan de meeste Oekraïners zo goed mogelijk te blijven volgen. ‘Het mooie is dat ik ook veel vragen kreeg of er wel werkgelegenheid is in Nederland. Ze willen ook gelijk iets terug doen en bijdragen aan de samenleving. Als ik daar bij kan helpen, doe ik dat graag.’
Ze zucht. ‘Maar nu eerst verder met mijn thesis.’