4 tips voor wie deze zomer een Franse wijnstreek wil bezoeken
Dat wijn en wielrennen niet samen gaan, waagt Vox-redacteur Ken Lambeets te betwijfelen. Vorige week verscheen zijn reisgids 'Du pain, du vin, du vélo' met fietstochten in negen Franse wijnstreken. Vier tips voor wie deze zomer naar een Franse wijnstreek wil reizen.
Wat hebben wijn en wielrennen met elkaar te maken? De Tour de France en wijnstokken delen hetzelfde decor, dat in de Bourgogne de beste witte wijnen ter wereld voortbrengt en in Bordeaux de beste rode. Ook dit jaar passeert de beroemde wielerwedstrijd onder andere de Languedoc-Roussillon, de Sud-Ouest en de Bordeaux: drie streken waar de wijngaarden in het zonlicht liggen te baden.
De beste manier om een wijnstreek te verkennen, is met de fiets (zie tips 2 en 3). Bovendien houden de wijn en de fiets elkaar in evenwicht. Als je daags tevoren een glas te veel hebt gedronken, bestaat er geen betere manier om te boeten dan met een trainingstochtje. En wie er een lange fietstocht op heeft zitten, kan zich ’s avonds belonen met een goed glas wijn.
In de reisgids Du pain, du vin, du vélo heb ik geprobeerd om wijn en wielrennen met elkaar te verbinden door bezoeken aan Franse wijnboeren af te wisselen met leuke fietsroutes, anekdotes uit de Tour de France en adressen van hotels, restaurants en wijnboeren in negen belangrijke wijnstreken in Frankrijk.
Wil je deze zomer zelf op vakantie naar een Franse wijnstreek? Hier volgen vier tips.
- Bezoek een (klein) wijndomein
Wijn is een luxeproduct en dat is in sommige wijnstreken te merken. Denk aan de grote wijnkastelen op de befaamde linkeroever nabij Bordeaux of aan de prestigieuze Champagnehuizen met hoofdkantoor aan de Avenue de Champagne in Epernay. Rondleidingen vinden vaak plaats in grote groepen. Als het al mogelijk is om ter plekke een fles wijn te kopen, dan ben je flink wat zakgeld armer.
Veel leuker is een bezoek aan kleine wijndomeinen die geleid worden door gepassioneerde, eigenzinnige en soms wat koppige wijnboeren. Hier ga je in gesprek met de wijnboer zelf in plaats van iemand van de marketingafdeling.
Een beetje voorbereiding kan geen kwaad, bijvoorbeeld door op te zoeken wat de stijl van de geproduceerde wijnen is – dat kan op de website van het wijndomein – en hoeveel ze kosten, zo voorkom je onaangename verrassingen. Kondig je bezoek op voorhand aan via mail of telefoon, zodat er zeker iemand is om je te ontvangen.
Na een korte rondleiding in de kelder en soms ook in de wijngaard volgt meestal een kleine degustatie van de verschillende soorten wijn of cuvées die in het domein worden geproduceerd. Schroom niet om vragen te stellen, wijnboeren vertellen graag over hun passie. Sommige boeren maken veel verschillende wijnen, waardoor er veel te proeven valt. Maak daarom gebruik van een spuwemmer (un crachoir is de Franse term) zodat je na het bezoek niet dronken in de auto of op de fiets stapt.
- Stap op de fiets…
In de meeste Franse wijnstreken zijn tegenwoordig mooie fietsroutes. In de Bourgogne fiets je prachtig tussen plaatsen als Beaune, Dijon en Santenay. Je komt dan langs wijndorpen als Nuits-Saint-Georges, Pommard, Meursault en Chassagne-Montrachet, die de gemiddelde wijnliefhebber doen watertanden.
De meest fietsvriendelijke wijnstreek van Frankrijk is misschien wel de Loire. Tussen Cuffy (in de buurt van Nevers) en de monding van de rivier in Saint-Nazaire ligt een fietsroute van ruim 900 kilometer langs kleine wegen met weinig verkeer: goed voor een hele fietsvakantie.
De Loire is wellicht de meest fietsvriendelijke wijnstreek van Frankrijk
En wat te zeggen van het voie verte-fietspad tussen bedevaartsoord Lourdes en Pierrefitte-Nestalas, vlakbij de wijnstreken Jurançon en Madiran? Deze route van net geen twintig kilometer op een voormalig treinspoor loopt langs en door de Pyreneeën, zonder al te veel hoogteverschillen. Hier fiets je door de vallei en langs bekende cols uit de Tour de France zoals de Tourmalet, de Soulor en de Hautacam. Liefhebbers van het hooggebergte kunnen er makkelijk een lusje bijdoen.
- … en kijk om je heen
Alle Franse wijnboeren zeggen dat ze het beste uit hun terroir willen halen. Met die term bedoelen ze alle natuurlijke factoren die bijdragen aan goede wijn, zoals de bodem en de hellingsgraad van de wijngaard, het klimaat, de neerslag, enzovoort. De beste manier om dat terroir te verkennen, is op de fiets.
Een voorbeeld: als je door de wijngaarden fietst, wordt de hiërarchie van de wijnstokken meteen zichtbaar. In heuvelachtige wijnstreken staan de wijnstokken in het dal er soms verpauperd bij. Hoe hoger je gaat, hoe mooier de wijnstokken onderhouden zijn: door de hoogte, de blootstelling aan de zon en de goede afwatering genieten de druiven hier van ideale omstandigheden, waardoor ze voorbestemd zijn om betere – en dus ook duurdere – wijnen op te leveren. Daarom worden deze druiven ook meer vertroeteld door de wijnboeren.
Zeg die dure wijncursus dus maar af, en ga lekker fietsen in Frankrijk.
- Neem een doosje mee naar huis
Altijd leuk om wat streekproducten mee naar huis te nemen. Op een winterse dag, turend naar de regen, kun je zo een flesje openen en terugdenken aan die heroïsche beklimming van de Mont Ventoux en het daaropvolgende bezoek aan die koppige wijnboer wiens Franse accent je maar moeilijk kon doorgronden.
En waarom zou je geen gerecht bereiden dat bij de wijn in kwestie past? Vul je woning met de geur van de Franse stoofschotel cassoulet, terwijl je nipt van een glas Corbières of Minervois uit de Languedoc-Roussillon. Of beter aansluitend bij de huidige temperaturen: een glas knisperende Sancerre met een geitenkaasje uit de Loire, een zilte Muscadet bij een portie mosselen of een rosé uit de Rhône bij een salade niçoise. A votre santé!
Du pain, du vin, du vélo verscheen vorige week bij Uitgeverij Lannoo.