50 jaar sociale wetenschappen (I): een lappendeken

22 sep 2014

Donderdag viert de Faculteit der Sociale Wetenschappen haar gouden jubileum.  Deze week op voxweb.nl een serie over wat er in een halve eeuw is bereikt. Deel 1: hoogte- en dieptepunten volgens drie coryfeeën van de faculteit en een kanttekening van de universiteitshistoricus.

50 jaar geitenwollen sokken in Nijmegen. Foto: Adam Knits, Creative Common
50 jaar geitenwollen sokken in Nijmegen. Foto: Adam Knits, Creative Common

Jan Giesbers: ‘Bezettingen hebben imago geschaad’.
De voormalig rector, hoogleraar en decaan Jan Giesbers (82) liep dit jaar een goede kennis en ondernemer tegen het lijf die grapte: ‘Je kunt wel zien dat jij nooit gewerkt hebt.’ Voor Giesbers illustreert de anekdote een nog steeds bestaand beeld van de buitenwacht over de faculteit: daar konden de mensen vroeg naar huis, omdat ze niet hoefden te werken als er weer eens een gebouw was bezet.

Jan Giesbers als rector / Regionaal Archief Nijmegen
Jan Giesbers als rector / Regionaal Archief Nijmegen

De bezettingen in de jaren zeventig en tachtig noemt Giesbers het dieptepunt voor de faculteit, vanwege de jarenlange doorwerking van een negatief imago. Zelfs het positieve wapenfeit, volgens Giesbers de hoge kwaliteit van het onderwijs en onderzoek vandaag de dag, heeft het beeld niet weg weten te vagen. De wending in het onderzoek (‘Van de gamma- naar natuurwetenschap’) uit zich volgens hem in het betere teamwork, de betere programmavorming en een beter benoemings- en selectiebeleid. Maar sneren worden door de buitenwacht dus nog steeds uitgedeeld, zoals Giesbers mocht ervaren. ‘Beelden komen te paard en gaan te voet.’
Hoogleraar Pedagogiek Jan Giesbers was twee keer decaan van de faculteit (1978 -1982 en 1993 – 1995) en rector magnificus tussen 1982 en 1987. Donderdag opent hij het wetenschappelijk symposium tijdens de lustrumviering.

Jo Vossen: ‘Geen bibliotheek in eigen huis’.
Jo Vossen, hoogleraar bij psychologie en voormalig decaan, noemt als een van de dieptepunten het afblazen van een eigen faculteit voor psychologie en pedagogiek, een cluster ‘gedragswetenschappen’ (eventueel samen met biologie) zoals dat ook aan andere universiteiten gestalte heeft gekregen. Recent bezocht Vossen het Grotiusgebouw en sloeg de jaloezie over de bibliotheek weer toe, een ander dieptepunt. ‘Wij zijn de enige faculteit zonder bibliotheek in eigen huis, dat werkt wetenschappelijke analfabetisering in de hand.’ Niet dat het daarvan is gekomen, want als hoogtepunt ziet Vossen de wederopstanding van twee vakgebieden in de faculteit, beide op sterven na dood en beide nu geroemd tot ver over de grenzen: sociologie en sociale psychologie. Hoe dan ook een hoogtepunt noemt Vossen de vestiging van de complete faculteit op de campus, na een periode waarin verschillende vakgebieden in allerlei hoeken en barakken in de stad waren weggestopt. ‘Aan die versnippering kwam gelukkig een einde.’
Jo Vossen is emeritus Vergelijkende en Fysiologische Psychologe en was tussen 1998 en 1993 decaan. 

Jan Brabers: ‘Allesbehalve een mijlpaal’
Het was de zesde faculteit die in 1964 het licht zag, maar van echt iets nieuws was geen sprake: de drie hoofdonderdelen destijds – psychologie, sociologie en pedagogiek – bestonden al sinds de oprichting van de universiteit in 1923. Dat het tot een huwelijk kwam was voor Nijmegen geen diep gekoesterde wens, maar vooral een door de overheid opgelegd moetje. Volgens universiteitshistoricus Jan Brabers kun je beter spreken van een ‘reorganisatie’, en de drie pijlers hebben altijd hun eigen karakter gehouden.

‘Een lappendeken’, kwalificeert Brabers de faculteit. Daarom vindt hij het lastig over ‘de’ faculteit te spreken, laat staan om een hoogtepunt aan te wijzen. ‘Dat kun je beter per aparte opleiding doen.’ In zijn universitaire geschiedschrijving beschrijft Brabers de wording van de faculteit vijftig jaar geleden als ‘een administratieve handeling, allesbehalve een mijlpaal’.
Jan Brabers is als historicus verbonden aan de letterenfaculteit en auteur van de geschiedschrijving van de Radboud Universiteit, Proeven van eigen cultuur (1998) 

Daniël Wigboldus: ‘We vullen elkaar steeds beter aan.’

Foto: Dick van Aalst
Foto: Dick van Aalst


‘We houden ons allemaal met mensen bezig, dat is een duidelijke overeenkomst’, zegt Wigboldus, die stelt dat de lappendeken van sociale wetenschappen juist een kracht is van de faculteit. Veel vraagstukken worden steeds meer vanuit verschillende invalshoeken benaderd. De sociale wetenschappers hebben elkaar daardoor meer dan ooit nodig. Neem zoiets als de robotisering van de samenleving. Daar zitten ethische kanten aan, sociale kanten, je kunt het onderwerp op breinniveau benaderen, of vanuit de interactie tussen het menselijk brein en de robot. ‘Ik geloof niet dat we over vijftig jaar allemaal hetzelfde doen, maar wel dat we elkaar steeds beter aanvullen. Ingewikkelde problemen vragen om een interdisciplinaire aanpak.’
Hoogtepunt van de nabije toekomst zal de nieuwbouw zijn, zegt Wigboldus, waarbij alle onderdelen van sociale wetenschappen zoveel mogelijk bij elkaar komen. Weliswaar niet in één gebouw zoals de juristen in het Grotius, maar wel in met elkaar verbonden gebouwdelen. ‘De insteek is dat het straks als één geheel oogt en dat we die eenheid ook uitstralen, zonder een eenheidsworst te zijn.’
Daniël Wigboldus is hoogleraar Sociale Psychologie en sinds 1 september 2013 decaan van sociale wetenschappen / Paul van den Broek en Martine Zuidweg

 

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!