50-plussers in de collegebanken

21 nov 2016

In een ver verleden hebben ze al eens gestudeerd, maar nu zijn ze terug. Chantal, Frans en Huub zijn 50-plus en zitten opnieuw in de collegebanken. ‘Voor mijn eerste tentamen in dertig jaar was ik bloednerveus.’

‘Ik studeer puur uit interesse’

Huub Vromen, bachelorstudent filosofie (66):

‘Ik ging vorig jaar met pensioen en een dag later zat ik al in de collegebanken. Ooit studeerde ik wiskunde in Nijmegen. Het was helemaal niet mijn doel om daarna leraar te worden, maar ik rolde toevallig in het onderwijs en dat bleek zo leuk dat ik er altijd ben blijven werken. Maar ik ben ook altijd blijven studeren. Eerst een premaster en master Managementwetenschappen aan de Open Universiteit, later nog een paar vakken bij rechten. Bij de Open Universiteit doe je alles alleen, dat is zo eenzaam. Ik had zin om weer echt in een collegezaal te zitten. Ik wilde een studie die je niet doet voor de toepassing, maar puur uit interesse. Zoals ik ook ooit aan wiskunde begon, eigenlijk. Ik zag in het begin wel op tegen al die jonge studenten, maar het valt reuze mee. Het contact is juist inspirerend. Mijn groep van vorig jaar zie ik nog steeds. De studie kost me meer tijd dan ik had verwacht. Het is wat dat betreft gewoon een fulltime baan. Mijn geheugen is minder dan toen ik jong was, maar misschien is mijn begrip wel beter. Daarbij vind ik filosofie nog veel interessanter dan ik al dacht. Bij mijn laatste baan, als bestuurder van de scholengroep Rijk van Nijmegen, gaf ik leiding aan achthonderd man, nu studeer ik puur voor mezelf. De premaster heb ik al, maar ik wil nog een paar vakken extra doen. En hierna? Het liefst nog een master. Misschien in Amsterdam, want daar geven ze veel taalfilosofie en logica. Alleen: het is zo duur. Nog wat vakken bij rechten volgen lijkt me ook leuk. Maar stoppen met studeren? Absoluut niet.’

 

‘Vreselijk als ze u tegen me zeggen’

Chantal Huijgen (55), masterstudent Geestelijke verzorging bij religiewetenschappen:

Chantal Huijgen
Chantal Huijgen

‘Mijn dochters weten niet beter dan dat hun moeder studeert. Als ik daar al te enthousiast over vertel aan tafel, kappen ze me vrij snel af: ‘Mam, hou op!’ Zelf studeren ze op dit moment ook. Als je tien jaar geleden tegen mij had gezegd dat ik nu een master zou doen, had ik je keihard uitgelachen. Ik deed toen een opleiding bij de vrijzinnige protestanten, die mondde later uit in een hbo-diploma. Het vak dat ik het allerleukst vond, was geestelijke verzorging. Terwijl ik altijd heb gedacht dat de gezondheidszorg niets voor mij was. Ik werkte in de pr en communicatie. Mijn man zei nog: ‘Ik dacht dat je een cursusje ging doen’. En nu ben ik dus al bezig met mijn master hier op de universiteit, naast mijn baan in de ouderenzorg als coördinator geestelijke zorg. Ik zocht verdieping en die heb ik hier gevonden. Voor mij geeft het een extra dimensie om tussen jonge mensen te zitten. Ik vind het vreselijk als ze u tegen me zeggen, maar dat gebeurt gelukkig niet vaak. Bij het vak klinische onderzoeksmethoden moet je een onderzoeksvoorstel inleveren. En dan zie ik om me heen van die verfrissende down-to-earth onderzoeksplannen. Heerlijk. Het onbevangene vind ik leuk, niet gehinderd zijn door levenservaring. Soms zeggen medestudenten: ‘Maar jij weet hoe het werkt, jij hebt al een baan.’ Alsof ik de wijsheid in pacht heb. Niet dus. Toen ik op mijn achttiende aan kunstgeschiedenis begon, vond ik dat wetenschappelijke verschrikkelijk. Ik ben meer een doener, dacht ik, ik moet iets praktisch doen. Nu vind ik het allemaal zó interessant. Dat had ik niet van mezelf verwacht.’

 

‘Zelfs mijn docenten zijn jonger dan ik’

Frans Nies (60), derdejaarsstudent kunstgeschiedenis:

Frans Nies
Frans Nies

‘Je bent als oudere student wel een buitenbeentje. Zelfs mijn docenten zijn meestal jonger dan ik. Ik probeer dat ook niet te veranderen. Ik wil mezelf niet opdringen in colleges: vroeger had ik er ook een hekel aan als een oudere student steeds zijn vinger opstak. Ik kom net terug van de vierde langdurige excursie binnen de studie. Deze keer was het negen dagen kathedralen kijken in Zuid-Engeland. Als je zo lang met een groep op pad bent zijn veel barrières wel geslecht. Maar het leeftijdsverschil blijft en dat moet je ook niet willen ontkennen. Gelukkig heeft kunstgeschiedenis veel excursies. Dat helpt enorm bij het beter leren kennen van elkaar. Omdat ik kon stoppen met werken deed zich de kans voor om te gaan studeren. Ik koos kunstgeschiedenis omdat het al langer mijn grote passie is. En als een docent een boek aanbeveelt, waarom zou ik het dan níet lezen? Bij jonge studenten groeit de interesse in hun vakgebied tijdens de studie. Bij mij was die interesse er meteen al. Voor mijn eerste tentamen in ruim dertig jaar was ik bloednerveus. Inmiddels ben ik zeker van mijn zaak: ik weet dat het wel gaat lukken. Dit collegejaar wil ik mijn bachelor halen. Daarna ga ik de master volgen. Nee, geen researchmaster, daar zijn de plekken beperkt. Ik wil een jonge student niet in de weg zitten. Maar na de master wil ik wel dóór: wie weet met een publicatie, en misschien wel als buitenpromovendus.’

Tekst: Lara Maassen, Mathijs Noij en Martine Zuidweg

De drie portretten stonden eerder in Vox magazine.

1 reactie

  1. Kathy Anita de Vries schreef op 8 september 2018 om 00:06

    Ik vind dit fantastisch, ik ben zelf net 68 geworden en hoop volgend jaar mijn laatste examen te doen om mijn HBOstudie psychologie af te ronden. Ik heb er nooit spijt van gehad, het is echt een verrijking, ik ben dankbaar dat het zo goed gaat, nog steeds.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!