De een is net 16, de ander 67: Janet Flikkema en Bert Coopmans zijn de jongste en oudste deelnemers van de Nijmeegse introductie. ‘Het weekend laat ik schieten’, zegt de oudste, ‘ik begrijp dat dit vooral ’s nachts plaatsvindt.’ De jongste gaat wél mee. ‘Het was even wennen, maar nu is het gezellig.’

Janet Flikkema sloeg een klas over op de lagere school en maakte een extra sprong bij de overgang naar het voortgezet onderwijs. In de zomer werd ze 16, nu is ze eerstejaars student natuur- en sterrenkunde in Nijmegen. ‘Ik heb echt zin om nieuwe dingen te leren.’ Bert Coopmans (67) geeft na een loopbaan in de bankwereld een nieuwe draai aan zijn leven en gaat Duits studeren. Nou ja, nieuw: geboren in Gennep en met familie in Duitsland, kreeg hij de taal met de paplepel ingegoten. ‘Ik wil nu eens echt goed Duits gaan leren.’

‘Natuurlijk is het verschil erg groot’, zegt Bert Coopmans. ‘Maar als je deze week de kans niet grijpt, sta je bij het begin van de studie aan de kant.’ Het is meegevallen, zegt hij, alleen zette hij er deze week om uiterlijk negen uur een punt achter en reed hij naar huis in het Brabantse Haaren. Ook het weekendkamp laat hij schieten. ‘Dat is vooral ’s nachts, en in principe drink ik toch al niet, maar aan iets als de sportdag heb ik gewoon meegedaan.’

Voor Flikkema was meedoen aan de intro als 16-jarige geen punt van twijfel. ‘Ik had er niet echt tegenop gezien, op de middelbare school was ik ook steeds de jongste en dat ging altijd goed.’ Het was wel even wennen, en niet alleen vanwege het leeftijdsverschil. In de mentorgroep van zestien zaten twee meisjes, van de vier mentoren was er één mama. Na een korte gewenning vindt ze het nu vooral leuk. ‘Jongens zijn ook wel lekker relaxed.’

Flikkema heeft even getwijfeld om een jaar iets anders te gaan doen, maar dit laatste jaar studiefinanciering gaf de doorslag om nú te beginnen. Coopmans is een doorpakker, ‘actief op allerlei terreinen’, en wil het eerste deel van zijn pensioen graag gaan studeren. Wil hij nog iets met dat Duits gaan doen? ‘Als ik klaar ben, ben ik 70 en dan kun je nog leuke dingen gaan doen. Werken als vertaler of tolk lijkt me dan wel wat.’ / Paul van den Broek