Hoe je een bloeddonor over de streep trekt
De helft van de bloeddonoren komt op het moment suprême niet opdagen. Waarom, en is er wat aan te doen? Psychologe Anne Wevers deed er onderzoek naar.
Ze willen wel, maar komen er gewoon niet aan toe. Psychologe Anne Wevers kwam tot die conclusie toen ze bloeddonoren belde met de vraag waarom ze niet kwamen opdagen. Studenten bijvoorbeeld blijken bloed geven niet altijd zo makkelijk in te kunnen passen in hun leven. ‘Dan vertelden ze me dat ze net waren verhuisd en de oproepkaart niet hadden gekregen of dat ze de oproepkaart waren kwijtgeraakt.’
Nederland telt 360.000 donoren, die per keer een halve liter bloed geven. Als ze tenminste komen opdagen. En dat gebeurt lang niet altijd. Van de mensen die zich vrijwillig opgeven als bloeddonor, laat de helft zich niet zien. Ondanks de oproepkaart die de bloedbank (Sanquin) opstuurt met de mededeling dat de donor bloed kan komen geven in de twee weken erna. De meest betrouwbare groep blijkt die vanaf een jaar of veertig.
Bonus
Waarom geen leuke beloning om jongere mensen over de streep te trekken, zoals de winkels dat doen met trouwe klanten? Daar zitten in het geval van bloed geven te veel haken en ogen aan, zegt Wevers. ‘Het is niet de bedoeling dat de donoren de vragenlijst niet eerlijk gaan invullen, alleen maar om een bonus te krijgen.’ Zo zou het bijvoorbeeld onwenselijk zijn als seksueel contact met andere mannen zou worden verzwegen.
De meest betrouwbare groep blijkt die vanaf een jaar of veertig
Wevers onderzocht wat nog meer zou kunnen werken. Daarom testte ze bij een groep van duizend nieuwe donoren verschillende technieken. Een deel van deze groep werd gevraagd om alvast te bedenken welke dag en welke tijd ideaal zou kunnen zijn om te komen doneren. Wat misschien ook kon helpen: een verklaring ondertekenen waarin stond: ‘Hierbij verklaar ik dat ik de intentie heb om bloed te geven’.
Formulier
Opvallend genoeg bleek alleen een combinatie van beide effectief. Bij donoren die een aanvullend formulier kregen waarop ze dag en tijd mochten invullen én een intentieverklaring tekenden, was het opkomstpercentage 11 procent hoger dan bij de andere groepen. ‘Helaas begrijpen we nog niet precies waarom het percentage hoger is. Dat is onderwerp van toekomstig onderzoek.’
Lichtpuntje is dat de donoren graag bereid bleken om mee te werken aan het onderzoek. ‘Als ik vragenlijsten verstuurde, vulde meer dan 70 procent die in. En echt iedereen wilde meedoen aan de telefonische interviews. Dat maakt onderzoek doen met deze groep wel heel prettig.’ / Martine Zuidweg
Anne Wevers promoveert op 17 mei op haar onderzoek.