De wetenschapper die ook monnik werd

17 jun 2016

Thomas Quartier, monnik én wetenschapper, vindt zichzelf een betere onderzoeker nu hij in het klooster woont. ‘Ik ben dichter bij wat mijn ideaal van wetenschap is.’ Gisteren verscheen zijn boek Kiemcellen, over zijn nieuwe leven.

Thomas Quartier (43 jaar) trad twee jaar geleden in bij een Benedictijnenklooster in Doetinchem. De docent Rituele studies bij theologie en religiestudies woont er met tien andere monniken samen. Wekelijks poetst hij er de kloostergangen, want dat is zijn taak. ‘En geloof me, daar ben je wel even mee bezig.’ Maar zijn echte taak als monnik is natuurlijk een andere: bezinnen, bidden en psalmen zingen in de kerk.

Hij zocht een ‘levensvorm’,  vertelt Quartier op de zeventiende etage van het Erasmusgebouw. Voor hem op tafel staan twee gevulde colaflesjes. ‘Ik vond dat ik op een dag als vandaag wel even mocht toegeven aan m’n verslaving.’ De universiteit is voor hem vandaag niet meer dan een tussenstop. Quartier is eigenlijk op weg naar de presentatie van zijn boek Kiemcellen in de abdij van Berne, in Heeswijk-Dinter. Want liever haalt hij zijn collega-wetenschappers naar de abdij, die zijn boek uitgeeft, dan dat hij kloosterlingen naar het Erasmusgebouw stuurt. ‘Zeg nou zelf, een abdij heeft toch meer sfeer dan het Erasmus?’

Had u twee jaar terug geen levensvorm?
‘Nee, ik denk van niet, niet echt in ieder geval. Ik zie levensvorm als een bewuste manier van je tijd benutten, waar je zelf voor gekozen hebt, zoals bij een relatie of gezin. Ik merk aan mijn studenten, maar dat merkte ik ook aan mezelf, dat keuzes vaak uitgesteld worden, dat veel mensen het liefst helemaal niet kiezen voor een levensvorm. Ik had behoefte aan stabiliteit, een eigen weg. Ik wilde me onttrekken aan een wereld waarin alles draait om efficiëntie. Het kloosterleven kende ik al van nabij. Monniken maken er een dagtaak van om geen enkele trend te volgen.’Thomasquartier2

Spagaat
Quartier is nu op de eerste plaats monnik. Als hem in het Benedictijnenklooster was opgedragen de hele week de heg te knippen, dan had hij dat ook gedaan. ‘Maar de abt (het hoofd van de abdij, red.) heeft de wijsheid gehad om te zeggen: wij willen dat jij in de wetenschap blijft.’ Het klooster ziet de meerwaarde wel van een monnik die de monastieke boodschap uitdraagt buiten het klooster: op die manier kunnen maatschappij en klooster nog eens wat voor elkaar betekenen.

Hij is er achteraf blij om. Zijn onderzoek naar beleving van rituelen sluit ook wel heel mooi aan bij het kloosterleven. ‘Als je ergens rituelen in het kwadraat tegenkomt, is dat wel in een klooster.’ Al merkt hij dat het monnik-zijn niet zo eenvoudig te combineren is met zijn baan als docent en onderzoeker bij religiewetenschappen en theologie. ‘Een voortdurende spagaat tussen twee werelden’, zegt hij daarover. Want het beschouwen en naar binnen keren in het klooster vraagt veel aandacht. En de dagelijkse ‘business’ op de universiteit óók.

Prijs
Het kloosterleven heeft zijn onderzoek een boost gegeven, merkt hij. De manier waarop hij zaken aanpakt is veranderd. ‘Mijn respondenten zijn dialoog-partners geworden. Dat brengt mij op inzichten die ik een paar jaar geleden niet op het spoor kwam.’ In het onderzoek naar motieven om in te treden merkte hij dat meteen. Monniken zijn openhartiger nu hij een van hen is. ‘Je kunt op een dieper niveau gesprekken met elkaar voeren.’

‘Monniken maken er een dagtaak van om geen enkele trend te volgen.’

Maar kunt u zo wel objectieve kennis vergaren?
‘Wie zegt dat dat moet? Ik werk nog steeds volgens de wetenschappelijke standaarden: analysetechnieken en conceptuele modellen gebruik ik gewoon. De prijs die ik met mijn methode moet betalen is dat stuk objectiviteit, maar ik krijg er meer diepgang voor terug. Als je maar expliciet bent over je achtergrond, vind ik. Laat in je artikelen weten wie je bent. Mijn studenten hebben ook het recht te weten dat ik monnik ben.’

Blijft u ook monnik als u alles over rituelen in het klooster heb uitgezocht?
‘Dat hoop ik van harte. Het is niet zo dat ik monnik ben geworden ten behoeve van mijn onderzoek. Ik ben ingetreden en heb daarna pas ontdekt hoe deze levensvorm mijn onderzoek kan bevruchten. Ik ben nu dichter bij wat mijn ideaal van wetenschap is: in dialoog met mensen achter ultieme waarheden van het leven komen. Ik publiceer veel. Ik heb natuurlijk ook nog nooit zo geconcentreerd kunnen werken als nu.’

5 reacties

  1. zucht schreef op 20 juni 2016 om 17:43

    “alles over rituelen uitgezocht…?”, sjongejonge wat een diepzinnige, academische geest schuilt achter deze vraag. Antwoord navenant.
    Dit flutgesprekje past prima bij het idee dat “Rituele studies” thuis horen in de categorie wetenschappen die Ernest Rutherford treffend aanduidt als “stamp collecting”.

    • Stijn schreef op 21 juni 2016 om 15:31

      Beste ‘zucht’,

      Volgens mij hoort het bestuderen van ritueel gedrag heel goed in de wetenschappen thuis, al is het maar omdat het één van de oudste gedragsvormen van de mens is. En wie kan die gedragsvorm beter bestuderen dan iemand die deze zelf dagelijks beoefent en om zich heen ziet? Er zijn maar weinig mensen meer die het ritueel als zodanig op een existentiële manier benaderen tegenwoordig, hoewel het vaststaat dat de mens zijn/haar leven nog steeds volop ritueel invult. Dan lijkt het me dus ook van grote waarde dat het ritueel nog steeds grondig wordt bestudeerd door iemand die zich er persoonlijk bij betrokken voelt. In de natuurwetenschappen ontbreekt een dergelijke persoonlijke betrokkenheid toch ook niet? Dat zou Rutherford ook moeten erkennen. Een existentiële toewijding aan een vakgebied is in mijn ogen één van de belangrijkste drijfveren voor de mens om wetenschap te bedrijven en ik zie niet in waarom dat bij Rituele Studies opeens een probleem zou moeten vormen.

      Groet,
      Stijn

  2. zucht schreef op 21 juni 2016 om 18:54

    Beste Stijn,

    Betrokkenheid is niet het punt. Rutherford was een zeer betrokken, “existentieel toegewijde” wetenschapper en, met zijn gevoel voor humor, een effectief lobbyist. Mijn probleem is wat je nog zinvol kunt verstaan onder wetenschap. Bij “Ritueel gedrag” als wetenschappelijk onderwerp kan ik me niets voorstellen. Mij is wel eens opgevallen dat de theologie de laatste decennia heel geleidelijk en heel gewiekst aan het opschuiven is naar een cultureel-antropologisch-psychologische hoek: niet God is nog langer het object van studie, maar het gedrag van mensen die God contempleren of menen te ervaren. Dat zie ik als een branche-vervaging die geen erkenning verdient als wetenschappelijke discipline of als universitair gefinancierde studie.

    Laat de pater rustig voortgaan met zijn existentieel toegewijde contemplaties over rituelen. De kloostertuin is daarvoor een veel geschiktere plek dan de campus.

    Groet,
    zucht

    • Stijn schreef op 22 juni 2016 om 20:45

      Die schuiving vindt inderdaad voor een deel plaats, vandaar ook het ontstaan van de Religiewetenschappen – voor u ongetwijfeld een contradictio in terminis of in ieder geval een absurd begrip. Er is nog genoeg theologie die God als studieobject heeft, maar in de Religiewetenschappen staat niet God, maar, zoals u inderdaad goed verwoordt, de religieuze mens centraal. Toch begrijp ik nog steeds niet waarom u vindt dat dergelijk onderzoek niet wetenschappelijk genoemd kan worden. Er wordt in de Religiewetenschappen gebruik gemaakt van allerlei gevestigde sociologische, historische, literatuurwetenschappelijke, psychologische en antropologische methodes. Kunnen die disciplines ook geen wetenschap genoemd worden dan? Om het op de Rituele Studies van br. Quartier de betrekken: waarom zou het ritueel niet aan een wetenschappelijke studie, zoals in één van de genoemde disciplines, onderworpen kunnen worden?

      Groet,
      Stijn

  3. Maaike schreef op 23 juni 2016 om 12:46

    Goed verhaal! Ik was bij de boekpresentatie aanwezig en ook daar werd duidelijk verteld hoe een binnenperspectief kan bijdragen aan de wetenschappelijke blik op de werkelijkheid, helemaal als het gaat om rituele studies waarbij het draait om daden, niet om woorden.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!