De nieuwe voorzitter van de Universitaire Studentenraad wil minister-president van Nederland worden. Maar voor het zover is, behartigt Dennis Walraven (asap) de belangen van de Nijmeegse student. ‘De medezeggenschap is hier goed geregeld.’

Dennis Walraven (24) loopt vandaag strak in pak over de campus. Niet omdat hij een interview heeft met Vox, wel omdat hij voor het gesprek langs is geweest bij het college van bestuur voor een kennismaking. Hoort erbij, als voorzitter van de Universitaire Studentenraad. Bestuurskundestudent Walraven: ‘Ik kijk er naar uit om het komend jaar met de hoge heren om de tafel te gaan.’ Om daar snel aan toe te voegen: ‘En dame, natuurlijk’, verwijzend naar collegelid Wilma de Koning.

‘Ik zit graag hoog in de boom.’

Waarom wilde jij voorzitter van de USR worden?
‘Ik ben graag het gezicht naar buiten. Die rol heb ik in het verleden ook vervuld bij mijn studievereniging en in de studentenraad van de managementfaculteit. Als voorzitter kom je veel in het bestuursgebouw, praat je veel met het college van bestuur. Ik zit graag hoog in de boom.’

Je hoefde niet te vechten voor de positie?
‘Na de uitslag van de verkiezingen hebben Isa Corbeek (nummer één op de lijst van AKKUraatd, red.) en ik elkaar opgezocht. Zij wilde graag vicevoorzitter worden, ik voorzitter. Gelukkig steunden de overige USR-leden mijn kandidaatstelling.’

Premier
Walraven begon in Nijmegen als student rechten. Na twee jaar besloot hij over te stappen naar bestuurskunde. Hij heeft net zijn bachelor afgerond en begint nu aan de master Besturen van veiligheid. Terreurbestrijding en crisismanagement vindt hij interessant. ‘In die sector werk ik over vijf jaar, hoop ik.’ Zijn politieke ambities zijn ook niet mals: ‘Ik wil de landelijke politiek in. Voor de VVD zou ik de Tweede Kamer wel in willen. Mijn droombaan? Premier van Nederland.’

Maar eerst de belangen behartigen van de Nijmeegse student. Hoe is de medezeggenschap in Nijmegen geregeld?
‘Je hoeft hier echt geen Amsterdamse taferelen te verwachten. Het is voor ons niet nodig om gebouwen te bezetten. Er heerst een heel open overlegklimaat.’

Maar als het erop aankomt, wat heeft de medezeggenschap dan te zeggen?
‘Als je het vergelijkt met andere steden, is de inspraak hier goed geregeld. In de faculteiten lopen assessoren rond die bij elk overleg kunnen aanschuiven. Het klopt dat er veel gediscussieerd wordt over de stemverdeling in de facultaire studentenraden, waar de stemverhouding tussen medewerkers en studenten niet gelijk is (de medewerkers bepalen 60 procent van de stemmen, red.). Als we dat recht kunnen zetten zonder wisselgeld, graag. Maar de raad is er in het verleden zelf mee akkoord gegaan, omdat het dan volledige instemming kreeg op de OER (Onderwijs- en examenregelingen). In de Universitaire Studentenraad is de stemverhouding gelukkig wel fifty fifty.’

Vorig jaar was er veel te doen over de ophoging van het Bindend Studieadvies (BSA). Jouw voorganger liet het bijna tot een geschil komen met het college. Had jij het ook zover laten komen?
‘Ja, dat denk ik wel. Als je er samen echt niet uitkomt, is het de plicht van de USR-voorzitter om de belangen van de student tot het uiterste te behartigen.’

Waar ga jij komend jaar een thema van maken?
‘De rechten van actieve studenten, bijvoorbeeld. Om mijn eigen persoon als voorbeeld te stellen: je hebt als bachelorstudent alleen de eerste vier jaar recht op financiële vergoedingen. Ik heb eerst twee jaar rechten gedaan, waardoor ik de laatste twee jaar van mijn bachelor bestuurskunde geen beurzen meer kreeg. Dat is jammer. Als je als actieve student het jaar ervoor net één vak te weinig hebt gehaald, heb je meteen geen recht meer op compensatie. Dat mag flexibeler.’

Walraven moet gaan, want hij heeft college. Checkt snel nog zijn telefoon, waarop hij de gloednieuwe Radboud-app heeft gedownload. ‘Was een speerpuntje van asap, wist je dat? Maar verder ben ik als voorzitter heel neutraal, hoor!’