Deze studenten vind je niet in de kroeg (2)
Studeren en (top)sporten, gaat dat samen? Vandaag vertellen Joost van Wijngaarden en Jasmijn Coenen van wel. Al schiet het studentenleven er vaak bij in.
Joost van Wijngaarden (21). Studie: master Media, journalistiek en nieuwsgebruik, Radboud Universiteit. Sport: wielrennen. Topprestatie: tiende op het WK voor studenten, Filipijnen (2016).
‘Het is altijd mijn droom geweest om topsporter te worden. Toen ik besefte dat dat met voetbal niet ging lukken, ben ik overgestapt naar wielrennen. Bij voetbal moest ik het altijd van mijn conditie hebben, en een goede conditie heb je nodig bij wielrennen. Het was dus best een rationele keuze. Ik ben ermee begonnen toen ik vier jaar geleden naar Nijmegen verhuisde om communicatiewetenschap te gaan studeren. Al snel zat ik vijf tot zes dagen per week op de fiets. Het kwam wel eens voor dat ik daardoor een college skipte. Toen ik later serieuzere wedstrijden in het buitenland ging rijden, heb ik wel eens hele weken colleges moeten missen. In het eerste jaar haalde ik soms nog een acht of negen, maar dat werd in het tweede jaar al minder. In het derde jaar heb ik het met herkansingen en zesjes moeten redden. Om me op wielrennen te kunnen focussen, heb ik daarna een tussenjaar genomen. Mijn ouders vonden het niet direct een goed idee, maar ze trokken bij toen ik mocht meedoen aan het studentenWK op de Filipijnen. Supertof, maar ook erg duur. Ik heb de reis door middel van crowdfunding gefinancierd en eindigde op de tiende plek. Zonder het tussenjaar had ik dat hoogtepunt nooit kunnen bereiken. Nu loop ik weer rond op de Radboud Universiteit. De kans bestaat dat het me niet gaat lukken om topsporter te worden. En dan is zo’n studie toch wel handig.’
Jasmijn Coenen (21). Studie: Sport en Bewegen, HAN (afgerond), begint nu aan minor Bestuurs- en organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht. Sport: waterpolo. Topprestatie: winnaar European University Games in Kroatië, 2016.
‘Waar ik in het begin van mijn studie nog een party animal was, is mijn studentenleven nu best burgerlijk. Ik word soms niet eens uitgenodigd voor een feestje, omdat iedereen weet dat ik ’s avonds moet trainen. Ik drink geen alcohol en eet gezond, daar voel ik me goed bij. Dit jaar ben ik afgestudeerd aan de HAN. Het grootste deel van mijn sociale leven speelde zich af rond waterpolovereniging Hydrofiel. In mijn eerste jaar kwam ik direct in een team met leuke meiden van verschillende studies terecht. Ze zeggen wel eens dat waterpolodames heel bitchy zijn – de sport is best ruig – maar dat was bij ons echt niet het geval. We waren niet op ons mondje gevallen, hoor, en tijdens wedstrijden hadden we heus wel eens spanningen, maar wat in het water gezegd wordt, blijft in het water. Ons team van toen is inmiddels uit elkaar gevallen. Sommige meiden studeerden af en er kwamen geen nieuwe bij. Hopelijk trekt het in Nijmegen de komende jaren weer aan, want waterpolo is een heel toffe sport. Ik blijf betrokken bij Hydrofiel, ook al ben ik inmiddels in Utrecht gaan studeren. Met een iets ander team gingen we afgelopen zomer naar de European University Games in Kroatië. We wonnen! Dat zwembad was fantastisch en onze wedstrijd werd live op tv uitgezonden. Dan besef je wel wat het allemaal voor je betekent. Inmiddels heb ik me aangesloten bij een waterpolovereniging in Arnhem, die op nationaal niveau speelt. Waterpolo blijft heel belangrijk voor mij.’
Dit artikel verscheen ook in de Vox-special over sport. Lees ook de ervaringen van Lianne Tan en Jeroen Aaldering.