Het hooglerarencorps van de bèta’s telt wel heel veel mannen. Twee jaar aan actievoeren heeft daar nog niets aan veranderd. Maar de neuzen staan de goede kant op, merkt gendercoördinator Annalisa Fasolino.

‘We zijn een kleine twee jaar bezig nu’, zegt natuurkundehoogleraar Annalisa Fasolino, voorzitter van de commissie die streeft naar meer vrouwelijke wetenschappers aan de bètafaculteit. ‘We hebben nog geen feiten en cijfers waaruit een duidelijk effect blijkt. Maar in de wandelgangen merk je dat steeds meer collega’s, ook meer mannen, het belang van het aantrekken van vrouwelijke wetenschappers wel inzien. Sterker: ze doen er hun best voor.’

Effect
De commissie van Fasolino heeft de afgelopen periode niet stil gezeten. Ze gaf richtlijnen voor vacatures (liever geen al te grote opsomming van eisen, dan haken vrouwen eerder af), kwam vrouwelijke onderzoekers die een kind kregen financieel tegemoet (zodat ze bijvoorbeeld een oppas mee kunnen nemen naar een buitenlands congres), vroeg aandacht voor meer vrouwen in sollicitatiecommissies, in promotiecommissies en deed nog veel meer. ‘Je kunt heel veel kleine dingen doen. En dat alles samen sorteert dan effect’, zegt Fasolino.

‘Een pluim voor de gendercommissie’, zegt decaan Lutgarde Buydens van de faculteit. ‘Het voortdurend onder de aandacht brengen van de genderbias heeft het klimaat binnen onze faculteit echt veranderd.’

‘De laatste selectieronde ging met pijn in ons hart.’

Ook het emancipatieprogramma van de universiteit helpt, zeggen Buydens en Fasolino. Via het zogenaamde Christine Mohrmann Programma heeft de faculteit twee nieuwe vrouwelijke UD-ers binnen gehaald. Fasolino: ‘We waren verbaasd over alle reacties die we op de vacature kregen. Er hadden 108 vrouwen gereageerd. En het gros was van een heel hoog niveau.’ De selectie was dan ook lastig: de laatste dertig hadden ze wat kwaliteit betreft allemaal wel aan kunnen nemen. ‘De laatste selectieronde ging met pijn in ons hart.’ Een aantal van deze vrouwen heeft de faculteit een andere positie kunnen aanbieden.

Meer
Dankzij alle maatregelen stijgt het percentage vrouwelijke UD-ers en UHD-ers momenteel. Fasolino verwacht dat dat de komende jaren te merken zal zijn in de faculteit. ‘We hebben nu acht vrouwelijke hoogleraren. Ik verwacht er volgend jaar wel een paar meer.’