Wie was dat eigenlijk, Thomas van Aquino?
Thomas van Aquino was een topintellectueel uit Zuid-Italië. Hij gold in de dertiende eeuw als een ‘voortreffelijk theoloog’. Paul Bakker, hoogleraar Middeleeuwse filosofie en Thomas van Aquino-kenner, legt uit waarom de naam (nog altijd) past bij een katholieke universiteit.
Wie was Thomas van Aquino?
‘Een dertiende-eeuwse theoloog. Hij geldt als een van de topintellectuelen van zijn tijd. Doceerde als hoogleraar niet een maar twee keer – dat was uitzonderlijk – een termijn van twee jaar aan de universiteit van Parijs, destijds het intellectuele centrum van Europa. Thomas van Aquino werd geboren in Zuid-Italië, het exacte jaartal weten we niet. Hij was via zijn adellijke bloedlijn voorbestemd om carrière te maken bij de benedictijnen, maar wilde toetreden tot de orde der dominicanen. Dat had te maken met zijn intellectuele ambities. De dominicanen richtten zich op studie, waar de benedictijnen vooral handenarbeid verrichtten en in de kerk zaten. Maar dominicanen leefden in armoede, en daarom deed zijn welgestelde familie er alles aan om hem van die toetreding te weerhouden. Het verhaal gaat dat ze zelfs een vrouw op hem af hebben gestuurd om hem te verleiden. Tevergeefs, hij werd dominicaan.’
Hoe komt een dominicaan uit Zuid-Italië in Parijs?
‘Via de studie. Hij volgde een opleiding binnen de orde en blonk uit. Hij werd naar Keulen gestuurd, waar Albertus de Grote zat, toen de belangrijkste intellectueel van de dominicanen. Leuk detail: deze Albertus kwam in 1272 naar Nijmegen om namens de bisschop van Keulen de Stevenskerk te wijden. Thomas van Aquino is nooit in Nijmegen geweest. Hij is niet noordelijker gekomen dan Keulen. Albertus was de eerste die teksten van Aristoteles begon te lezen, destijds was dat avant-gardewetenschap en vernieuwend, want de teksten weken op belangrijke punten af van wat de kerk predikte. De bisschop van Parijs had al eens gezegd: dit mag je alleen lezen na zuivering – censuur dus. Maar Albertus deed het toch en Thomas van Aquino ging bij hem in de leer. Thomas reisde met het hof van de paus door Italië en ontmoette zo Willem van Moerbeke, die teksten van Aristoteles vertaalde van het Grieks naar het Latijn. Thomas las geen Grieks – Latijn was toen wat het Engels nu is binnen de academische gemeenschap. Hij begon met het schrijven van commentaren op de teksten van Aristoteles die werden gebruikt in het onderwijs. Als docent werd hij via de orde naar Parijs gezonden.’
Was hij bij leven al een bekende wijsgeer?
‘Ja. Als je in Parijs doceerde, had je wel een bepaalde reputatie. Binnen de orde werd hij ook naar voren geschoven om adviezen te schrijven aan vorsten, bijvoorbeeld over de vraag of het geoorloofd was om winst te maken. De dominicanen en de franciscanen hadden leerstoelen aan goede universiteiten. Zij schreven voor welke teksten gelezen moesten worden. Al voor de boekdrukkunst stond Thomas van Aquino op de verplichte leeslijst bij de dominicanen. Het duurde in die tijd natuurlijk wel even voor zo’n handschrift fysiek van bijvoorbeeld Oxford naar Parijs kwam – de Eurostar bestond nog niet. Maar al kort na zijn dood in 1274 zie je dat zijn teksten door anderen worden aangehaald. Zou je hem vergelijken met een grote filosoof uit de twintigste eeuw, dan kun je hem qua bekendheid gelijkstellen aan Sartre of Wittgenstein.’
Thomas van Aquino werd in 1323 heilig verklaard, waarom?
‘Vooral vanwege zijn intellectuele werk. Hij had op zo’n waarachtige manier over het geloof geschreven, dat hij wel heilig móést zijn. Maar aan een heiligverklaring moet eigenlijk altijd een wonder ten grondslag liggen – een genezing ofzo. Dat was in zijn geval problematisch. Hij was gewoon een voortreffelijk theoloog. Er werd toen een verlegenheidsoplossing bedacht in de trant van ‘Thomas van Aquino heeft net zo veel wonderen verricht als artikelen geschreven’. Een heiligverklaring was natuurlijk ook een vorm van politiek en altijd in het belang van een orde: hoe meer heiligen, hoe meer aanzien.’
Waarom bleef hij populair, tot op de dag van vandaag?
‘In 1880 werd hij de patroonheilige van alle katholieke opleidingsinstituten. Dat zat zo: aan het einde van de negentiende eeuw kwamen allerlei nieuwe filosofieën op die een bedreiging vormden voor de kerk. Denk aan het liberalisme en het communisme. Paus Leo XIII moest zich verweren en greep terug op zijn eigen denkers. Hij verplichtte alle academici van katholieke huize de literatuur van Thomas van Aquino tot zich te nemen. Thomas had een handboek over de theologie geschreven, opgedeeld in handzame kleine brokjes. Daaraan werden stellingen toegevoegd die je makkelijk uit het hoofd kon leren. Hij heeft – op zijn manier – bovendien bewezen dat God bestond. Waar Thomas van Aquino in de dertiende eeuw nog controversieel was, werd hij in de negentiende eeuw een veilige haven. Katholieke priesters moesten zelfs in de twintigste eeuw nog zijn teksten leren. In Amerika, met name aan katholieke universiteiten, wordt nu nog ontzettend veel over hem gepubliceerd.’
Past zijn naam nog wel bij een moderne universiteit?
‘Als je je profileert als universiteit met een katholieke signatuur, is Thomas van Aquino wel iemand die je als voorbeeld kunt stellen. Hij ging ver in het toelaten van nieuwe wetenschappelijke ideeën, zelfs als die niet in overeenstemming waren met de gevestigde katholieke leer. Je kunt jezelf volledig aan de wetenschap wijden en tegelijkertijd een bepaalde levensbeschouwing belichamen. Dat heeft hij laten zien.’
Theo Koster o.p. schreef op 26 februari 2018 om 22:59
De Radboud Universiteit had zich ook kunnen laten noemen naar Thomas. Helaas, de universiteit wilde niet een imago als kerkelijk en/of als controversieel, dus kies je voor Radboud. Ik was en blijf blij dominicaan te zijn: eigenzinnig, orthodox én progressief.