Aanstormend schrijftalent op de campus: ‘Ik doe de uni erbij, zeg ik weleens’
Debuteren en dan naar het Boekenbal; het is de droom van de beginnende schrijver. In aanloop naar de Boekenweek spreekt Vox drie literaire talenten van de Radboud Universiteit. Wat zijn de ambities van Koen de Vries, Maartje Franken en Leon Trapman?
Koen de Vries (22), bachelorstudent Wiskunde en Natuurkunde,
publiceerde in Op Ruwe Planken, en online onder andere bij De Revisor.
Waar gaan je korte verhalen over?
‘Dat is moeilijk te pinpointen, maar ze hebben meestal een duistere kant. Er zit ook altijd iets absurds in. En vaak is een van de personages een kind, omdat kinderen door hun naïeve blik situaties anders beleven. Ze hebben minder snel door dat iemand liegt.’
Wat zijn je ambities?
‘Ik heb wilde ambities, maar die wil ik stapsgewijs verwezenlijken. Ik zou eerst een talenttraject bij Wintertuin willen volgen en vervolgens een roman en een dichtbundel publiceren. Theaterstukken en filmscripts schrijven lijkt me ook interessant. Daarnaast wil ik wiskundedocent worden, want dat vind ik leuk en zo houd ik ook contact met de echte wereld.’
Hoe combineer je het schrijven met je studie?
‘Momenteel schrijf ik elke doordeweekse avond. Ik begin laat op de avond, vanwege de sfeer. Dat is goed te doen met mijn studie. Het strakke van wiskunde zat eerst ook in mijn verhalen, nu wijk ik meer af.’
Maak je je zorgen dat steeds minder mensen boeken lezen?
‘Een beetje wel, maar ik ga er niet minder van schrijven. Ik word nerveuzer van de omgang met kunstmatige intelligentie. Kunst draait in de essentie om de menselijke aard en dat is precies wat ontbreekt bij AI. Als je de schrijver zou weghalen, haal je ook de menselijke identiteit weg. Dan verliezen we het contact met de wereld.’
Wat lees je?
‘Ik heb twee favoriete boeken: Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer en Het smelt van Lize Spit.’
Maartje Franken (23), bachelorstudent psychologie,
publiceerde onder andere in Kluger Hans en online bij Notulen van het Onzichtbare.
Wat gaan je korte verhalen over?
‘Over de dynamiek tussen mens en omgeving. Die twee versterken elkaar, bijvoorbeeld bij eenzaamheid. Natuur speelt een grote rol. Ook zit er vaak iets magisch-realistisch in. Ik hou van het bouwen van werelden.’
Wat zijn je ambities?
‘Ik heb altijd ideeën, ook voor langere verhalen, maar ik ben daarin nog zoekende. Ooit hoop ik een roman en een kinderboek te schrijven. Een bestseller zou leuk zijn, maar daar doe ik het niet voor. Ik blijf hoe dan ook schrijven, ook als mensen het niet leuk vinden.’
Hoe combineer je het schrijven met je studie?
‘Ik geef veel prioriteit aan het schrijven. Ik doe de uni erbij, zeg ik weleens. Soms laat ik een hoorcollege vallen om te kunnen schrijven. Of ik zit in de collegezaal niet op te letten en aan mijn verhaal te denken. Af en toe haal ik ideeën uit de theorieën die in mijn studie voorbijkomen.’
Maak je je zorgen dat steeds minder mensen boeken lezen?
‘Boeken blijven altijd bestaan, daar geloof ik in. Ik maak me vooral zorgen over de leesvaardigheid. Het overbrengen van ideeën in taal is heel belangrijk.’
Wat lees je?
‘Momenteel lees ik Naar zee van Dörte Hansen en De verboden duinen van Marjolein Visser. Ik hou van kinderboeken, daarin mag het gek zijn. Op de middelbare school krijg je het idee dat alles realistisch moet zijn. Mijn absolute favoriet is De jacht op het snoekje van Juhani Karila.’
Leon Trapman (29), junior-docent en promovendus staatsrecht,
publiceerde in Op Ruwe Planken en online bij De Optimist.
Waar gaan je verhalen over?
‘Over mensen die niet met elkaar communiceren en hoe moeilijk het alledaagse kan zijn. Vaak pak ik daarvoor iets uit de werkelijkheid, wat ik van anderen hoor, een mooi beeld of een situatie.’
Wat zijn je ambities?
‘Ik wil ooit een roman publiceren. Soms ben ik pessimistisch. Dan denk ik: er wordt al zoveel uitgegeven, wat heb ik toe te voegen? Uitgevers ontmoedigen het zelfs, mede omdat er minder wordt verkocht. Doe het niet, zeggen ze, hou het voor jezelf. Toch hoop ik ooit die fantastische roman te schrijven.’
Hoe combineer je het schrijven met onderzoek en onderwijs geven?
‘Ik schrijf vooral ’s avonds in de weekenden en in de verloren uurtjes. Vaak is het maar een half uurtje op een dag. Ik schrijf ook al de hele dag voor mijn werk.’
Maak je je zorgen dat steeds minder mensen boeken lezen?
‘Als schrijver houd ik me niet bezig met of ik gelezen word. Als docent ben ik wel bezorgd. Ik heb niet het idee dat de studenten van nu veel bezig zijn met lezen. Een jurist moet goed kunnen schrijven en dat kan alleen door veel te lezen.’
Boekenweek
De Boekenweek is dit jaar van 16 tot en met 24 maart. Het thema is ‘Bij ons in de familie’.
Wat lees je?
‘Mijn favoriete schrijver is Raymond Carver. Zijn korte verhalen zijn heel kernachtig en duidelijk. Als je begint met schrijven, kun je je daaraan optrekken. Ik houd ook van de romans van Stephan Enter en Peter Terrin. Enter schrijft vaak over relaties en licht dan steeds een ander aspect uit. Terrin doet in ieder boek iets anders, heel knap.’