Academiegebouw Berchmanianum krijgt een make-over
Betere mogelijkheden om elkaar te ontmoeten en meer groen in de gangen. De binnenkant van het Berchmanianum gaat op de schop. ‘Je wilt de allure die past bij een Academiegebouw.’
Het is een beetje alsof je een jaar of twee in een nieuw huis woont. Misschien kan de indeling van de woon- of werkkamer wel praktischer, of de aankleding leuker. Zo moet je de aanpassingen van de werkplekken die op stapel staan in het Berchmanianum ook zien, vertellen opdrachtgever Yvonne van Berlo en stuurgroeplid Pim van Zanen in een interview via Zoom. Van Berlo, hoofd van het bedrijfsbureau van Radboud Services, de hoofdbewoner van het voormalige klooster: ‘We zitten er nu ruim twee jaar, inmiddels is iedereen min of meer gesetteld.’
Het bedrijfsbureau gaat daarom de komende maanden samen met The Hospitality Group bekijken hoe de binnenkant van het gebouw aan de Houtlaan ‘toekomstbestendiger’ gemaakt kan worden. De indeling beter aan laten sluiten bij wat medewerkers willen, is een van de drie redenen daarvoor, vertelt Van Berlo, hoofd van het bedrijfsbureau. Hun wensen worden de komende maanden in kaart gebracht, onder meer via een interne enquête.
Kantine
Een van de problemen in de huidige situatie, vult directeur Marketing en Communicatie Van Zanen aan, is dat de verschillende divisies van Radboud Services elkaar weinig ontmoeten. ‘Ik vind het heel gaaf dat we als Dienst Marketing en Communicatie veel meer een club zijn geworden sinds we in het Berchmanianum zitten. Dat komt doordat we open en flexibele werkplekken hebben. Die verbetering binnen onze divisie zouden we ook tússen de divisies willen zien.’ Dat kun je misschien al bereiken, speculeert hij, door bijvoorbeeld een gemeenschappelijke kantine. ‘De lunchplek in het voormalige bestuursgebouw zorgde ook voor veel interacties.’
Tegelijkertijd kan een andere aankleding de binnenzijde meer allure geven, hoopt de DMC-directeur. ‘Van buiten heeft het klooster een prachtige uitstraling, maar van binnen is dat een stuk minder.’ Het is toch het Academiegebouw, het visitekaartje van de universiteit. Je wilt dan ook dat het interieur de Nijmeegse identiteit uitstraalt, zegt Van Zanen, net zoals dat in Utrecht nu bijvoorbeeld het geval is. ‘Meer groen zou al mooi zijn, maar misschien kunnen we ook wel een grote foto van het zwarte gat ophangen?’
Meer thuiswerken
Een tweede aanleiding om de gebouwindeling op de schop te doen, zegt Van Berlo, is dat mensen sinds corona veel meer thuiswerken. Het college van bestuur verwacht dat dat ook na de crisis deels zo zal blijven. ‘We willen het gebouw meer inrichten als een plek om elkaar te ontmoeten en samen te werken. Het moet daarom makkelijker worden om online te vergaderen, en makkelijker digitaal ruimtes te reserveren. Welke overlegkamers beschikbaar zijn, is nu soms onduidelijk.’
‘Als niet iedereen meer een vaste plek heeft, kun je de ruimte effectiever benutten’
Ook de werkplekken zelf kunnen beter benut worden, zegt bedrijfsbureau-directeur Van Berlo. ‘De meeste mensen hebben nu een vast bureau, maar al voor corona waren werkplekken gemiddeld slechts voor 40 procent bezet. Als niet iedereen meer een vaste plek heeft, kun je de ruimte effectiever benutten.’ Dan is het wel nodig, zegt Van Zanen er meteen achteraan, dat er ook stilteplekken zijn waar iemand geconcentreerd kan werken – of juist overleggen. ‘En voor sommige functies zal een eigen kantoor sowieso nodig blijven.’
Tijdelijke projectruimtes
De laatste reden is dat Radboud Services veel meer de verbinding met faculteiten wil zoeken. Van Zanen: ‘Er wordt nu soms al intensief samengewerkt tussen Services en opleidingen, denk bijvoorbeeld aan het organiseren van een open dag. Voor dat soort activiteiten zou het mooi zijn als je tijdelijke projectruimtes kunt reserveren.’ Nu is dat lastig, zegt de DMC-directeur, omdat iedere faculteit en dienst zijn eigen vaste plek of gebouw heeft. Flexibele projectruimtes kunnen voor meer kruisbestuiving zorgen. ‘In het Berchmanianum kunnen we daar nu een begin mee maken, maar het liefst zou je de hele campus zo gebruiken.’
Het duurt wel nog even voordat de eerste bouwvakkers aan de slag gaan in het voormalige klooster. De komende maanden gaat het bedrijfsbureau van Radboud Services een visie op de nieuwe indeling ontwikkelen, na de zomer verwacht Van Berlo dat de aanpassingen van start gaan.
Student schreef op 4 februari 2021 om 18:12
Was dit echt de meest noodzakelijke investering ja op de campus als het gaat om het verbeteren van faciliteiten en huisvesting? Een bestuursgebouw wat krap twee jaar mee gaat?
Sven Meeder schreef op 5 februari 2021 om 08:14
Dat dacht ik nou ook. En dan na twee jaar een duur, commercieel bureau inhuren om ’te bekijken hoe de binnenkant van het gebouw […] ‘toekomstbestendiger’ gemaakt kan worden’, op basis van wensen van medewerkers die kennelijk ‘nog niet in kaart zijn gebracht’. Ook bij mij dringt zich dan de observatie op: ’tja, je kán hier de schaarse onderwijsfinanciering aan spenderen, maar of je het moet doen…’
Rupke (oren groter dan het kupke) schreef op 5 februari 2021 om 12:41
Het mag blijkbaar wat kosten.
En blijkbaar gaat men er vanuit dat het nieuwe inderdaad normaal wordt.
Ik hoop het niet. Normaal kan je al niemand vinden en dan al helemaal niet meer.
Dan kan je bellen maar dan wordt er niet opgenomen. Wordt er wel opgenomen dan is het een collega omdat het toestel staat doorgeschakeld.
Er is inderdaad veel te verbeteren, maar dan op o.a. het gebied van bereikbaarheid en communicatie binnen de hele uni. Het draait niet om ALLURE. Daarbij gaat het allemaal te snel zodat er om de 2 jaar geinvesteerd kan gaan worden en dus veel geld over de balk wordt gesmeten.
Werk mee naar huis nemen is ervoor zorgen dat mensen het werk en privé niet meer weten te scheiden met alle gevolgen van dien. Zet daar niet op in alsof het al de normaalste zaak van de wereld is.
L.J. Lekkerkerk (Hans) schreef op 4 februari 2021 om 20:51
Als ik dit lees:
“Een van de problemen in de huidige situatie, vult directeur Marketing en Communicatie Van Zanen aan, is dat de verschillende divisies van Radboud Services elkaar weinig ontmoeten.”
dan denk ik als organisatieontwerper:
je kan ook alle divisies per faculteit (of ondersteunde eenheid) opdelen en ze per faculteit bij elkaar zetten en als je ze dan ook bij de faculteiten huisvest, zitten de ‘serviceverleners’ gewoon daar waar ze horen. Er zijn echt maar zelden goede redenen voor centraliseren van ondersteuning en staf. Zelfs als slechts enkele specialisten voor de hele RU genoeg zijn, kan je die wellicht beter extern laten inhuren door de faculteit die dergelijke kennis op dat moment nodig heeft.