Academische Jaarprijs zoekt deelnemers
100.000 euro is er te verdienen met het beste plan om wetenschap aan een groot publiek te presenteren. De Academische Jaarprijs is weer op zoek naar nieuwe voorstellen. De moeite waard, vinden Theo Rasing, finalist in 2006 en Sijbrand de Jong, winnaar in 2009.
Van 7 februari tot en met 4 april kunnen teams zich inschrijven als deelnemer van de Academische Jaarprijs 2011.
Onderzoekers worden uitgedaagd om een origineel en pakkend communicatieplan te maken. ‘Probeer het maar ‘s,’ adviseert Theo Rasing, hoogleraar natuurkunde. ‘Het is beslist de moeite waard om te bedenken hoe je je onderzoek voor een groter publiek toegankelijk kunt maken.’ Hij deed mee met de eerste ronde van de academische jaarprijs en drong door tot de finale met een plan om samen met Introdans een ballet te maken dat laat zien hoe licht atomen in patronen kan dwingen. Wageningen won dat jaar met een plan om het publiek meer vertrouwd te maken met insecten.
In vervulling
Sijbrand de Jong, hoogleraar deeltjesfysica, won in 2009 de prijs met zijn Cosmic Sensation, dat in oktober 2010 gerealiseerd werd. Hij gaf fors meer geld uit dan de ton prijzengeld en de organisatie van het evenement, waarbij kosmische straling uit de ruimte in een reusachtige dome werd omgezet in dancemuziek en video, bleek een enorm tijdrovende klus voor De Jong en zijn team. Ook waren er de nodige organisatorische hindernissen.
‘Ik ben nog steeds aan het bijkomen,’ zegt De Jong. Toch is hij blij dat hij heeft meegedaan en hij zou iedereen die een goed idee heeft willen aansporen om mee te doen. ‘Ik heb iets gerealiseerd wat ik al heel lang wilde doen. Zonder die prijs was dat niet gelukt. Cosmic Sensation was niet cultureel genoeg voor het Prins Bernhardfonds, niet wetenschappelijk genoeg voor een van de funding agencies, niet educatief genoeg voor de fondsen die daar speciaal voor zijn. Het was van alle drie wat. De Academische jaarprijs dan is eigenlijk de enige mogelijkheid. En Cosmic Sensation was een prachtig evenement.’
Naar buiten
Ook Theo Rasing heeft de ervaring dat het meedoen aan de competitie erg veel tijd kost – zelfs al won hij net niet en werd zijn plan niet uitgevoerd. Maar net als de Jong noemt hij de deelname niet alleen leuk, maar ook leerzaam. ‘Ik kreeg veel kritisch commentaar op mijn voorstellen – als ik dacht dat het eenvoudig was uitgelegd was het vaak toch nog te moeilijk. Ik denk dat mijn presentaties voor breder publiek daar indirect beter van zijn geworden.’
De Jong leerde veel over evenementenorganisatie – kennis die hij nog wel eens denkt te kunnen gebruiken. ‘Ik blijf nadenken over manieren om wetenschap uit te dragen. Sommige collega’s vinden dat we het geld strikt voor de wetenschap moeten gebruiken, maar het is echt nodig om naar buiten te treden.’ Ook Rasing denkt er zo over.
‘Het is dieptriest en treurig zo weinig als mensen weten over wetenschap. En onbekend maakt onbemind, zelf bij politici. Dat is een gevaar.’
Aandacht
Behalve het geld valt er ook media-aandacht te winnen. De drie finalistenteams dingen mee naar de Labyrint-publieksprijs, georganiseerd door het gelijknamige televisieprogramma van VPRO/NTR. De winnaar krijgt een redactionele reportage in een van de Labyrint-uitzendingen.
De Jong: ‘Jammer genoeg heeft de organisatie niks gedaan met mijn suggestie dat je er ook prachtige tv in de competitie zit. Al die afvalraces op tv – daar zou dit zich ook goed voor lenen…’