Waarom adem soms stinkt naar rotte kool
Een stinkende adem is niet alleen een kwestie van teveel knoflook eten. De oorzaak kan ook in de genen zitten. Het lichaam van een kleine groep mensen blijkt niet in staat om de stof methaanthiol om te zetten in geurloos gas. Met als resultaat: een adem die ruikt naar rottende kool. Nijmeegse onderzoekers publiceerden er gisteren over in Nature Genetics.
Het begint allemaal een kleine vijftien jaar geleden, in het lab voor microbiologie, waar microbiologen Arjan Pol en Huub Op den Camp bacteriën bestuderen. Eén bacterie blijkt enorm nuttig bij het zuiveren van rioolwater en naar zwavel stinkende gassen. Het kleine organisme maakt korte metten met de stank van methaanthiol, een zwavelgas met de indringende geur van zweetvoeten en rotte kool. Hoe? De bacterie heeft een eiwit dat het methaanthiol afbreekt en omzet in geurloze gassen.
De geur is te vergelijken met de zwavellucht die in de keuken hangt als je bloemkool kookt – alleen dan veel erger
Aan de andere kant van de Heyendaalseweg krijgt Ron Wevers van het Radboudumc twee potjes met urine opgestuurd, van een patiënt uit Portugal en van een Nederlandse patiënt. Wevers is klinisch chemicus en specialist op het gebied van erfelijke stofwisselingsziekten. Hij wordt vaker gepolst door buitenlandse collega’s. De twee patiënten hebben eenzelfde probleem: hun adem stinkt zo erg dat het sociale leven erdoor wordt belemmerd. De geur is te vergelijken met de zwavellucht die in de keuken hangt als je bloemkool kookt – alleen dan veel erger.
Urine
Wevers en zijn collega Udo Engelke brengen de urine van de patiënten naar het Goudsmitlab achter het Huygensgebouw. Daar staan NMR-apparaten (NMR is de afkorting van Nuclear Magnetic Resonance) die rondzwervende stoffen in het lichaam in een ommezien in kaart brengen. Wevers en Engelke ontdekken zwavelverbindingen in de urine die daar niet in thuis horen. Ze veronderstellen dat de patiënten een stofwisselingsziekte hebben waarbij een eiwit, of beter: een enzym – dat de stofwisseling in het lichaam moet stroomlijnen – dienst weigert. Wevers: ‘Als een enzym niet functioneert en een stof niet kan worden afgebroken, hoopt die stof zich in het lichaam op.’ De opgehoopte zwavelverbindingen in het lichaam van deze patiënten veroorzaken de stank.
Is er ook een menselijke variant van het enzym dat jullie hebben gevonden?
Wevers neemt contact op met Huub Op den Camp, aan de andere kant van de Heyendaalseweg. ‘Is er ook een menselijke variant van het enzym dat jullie hebben gevonden in de bacterie die methaanthiol afbreekt?’, wil hij weten. Op den Camp en Arjan Pol kunnen die vraag bevestigend beantwoorden. Ze hebben bij de bacterie inmiddels ook het gen gevonden dat ten grondslag ligt aan het enzym. En dat gen lijkt verdacht veel op een van de menselijke genen, namelijk SELENBP1. Inderdaad blijkt dit gen bij de patiënten met de slechte adem foutjes te vertonen.
Muis
Wevers en Engelke nemen de proef op de som en kweken een muis met een foutje in het bewuste gen. Microbioloog Arjan Pol toont vervolgens aan dat ook de muis het bewuste enzym mist. Er meldt zich ook nog een Duitse familie met dezelfde foutjes in het gen. In de adem van deze patiënten, die met vijf literzakken naar Nederland vervoerd worden, vinden de Nijmeegse onderzoekers ook methaanthiol.
Genoeg bewijs om te stellen dat de afwijkende adem van de patiënten een genetische oorzaak heeft. Door een foutje in het SELENBP1-gen ontbreekt bij hen het bijbehorende enzym. Genoeg stof ook voor een publicatie in Nature Genetics, gisteren.
[kader-xl]
Op dieet
Specialist in erfelijke stofwisselingsziekten Ron Wevers krijgt uit de hele wereld opgeluchte reacties. Eindelijk erkenning voor mijn probleem, schrijven patiënten. Maar een pilletje heeft hij niet in de aanbieding. ‘Het enige dat patiënten kunnen doen is hun dieet zo aanpassen dat er minder zwavelverbindingen vrijkomen in het lichaam. Dat is een kwestie van trial en error’, zegt Wevers. Laatst nog had hij contact met een Nederlandse patiënt en zij gaf aan dat het nu beter gaat met haar. ‘Ze heeft haar dieet aangepast en heeft nu minder last van de bijverschijnselen. Ze heeft ermee leren omgaan.’
[/kader-xl]