Afghaanse vluchtelingen hielden van Nijmegen, maar niet van Heumensoord

19 jan 2022

Deze maand verhuizen de laatste Afghaanse vluchtelingen van de noodopvang in Heumensoord naar asielcentra in heel Nederland. In gesprek met de Afghaanse journalist G., die zelf ook in Heumensoord verbleef, kijken drie vluchtelingen terug op hun periode in het natuurgebied. ‘Nijmegen is leuk en de Nijmegenaren zijn heel vriendelijk, maar het tentenkamp was verschrikkelijk.’

Sinds eind augustus 2021 verbleven zo’n duizend Afghaanse vluchtelingen in de noodopvang in Heumensoord. Na de machtsgreep van de Taliban waren zij hun land ontvlucht. In de bossen nabij de Radboud Universiteit sliepen de Afghanen in witte paviljoens met weinig privacy en veel nachtlawaai. Een kleine groep vluchtelingen volgde college aan de Radboud Universiteit.

Volgens het College voor de Rechten van de Mens en de Nationale ombudsman was de noodopvang van Heumensoord ongeschikt voor een langdurig verblijf voor vluchtelingen. Begin december 2021 begon de verhuizing van de vluchtelingen naar asielcentra over heel Nederland. Drie Afghaanse vluchtelingen die in Heumensoord verbleven, kijken terug op hun tijd in de noodopvang.

Mohammad: ‘In Heumensoord kon je de ellende van thuis niet vergeten’

De beslissing om Afghanistan te verlaten was niet eenvoudig, maar noodzakelijk voor Mohammad Sabir Hotak (31). Sabir werkte als tolk voor de Nederlandse Koninklijke Landmacht. Hij was nooit van plan om Afghanistan te verlaten, hoewel het leven daar niet zonder gevaren was.

‘Al voor de machtsovername van de Taliban had ik de mogelijkheid om Afghanistan te verlaten, maar dat heb ik niet gedaan. We hadden altijd een sprankeltje hoop dat er een einde zou komen aan de cyclus van oorlogen en andere miserie. De vorige regering had veel tekortkomingen, maar het ging tenminste de goede kant op met het land.’

Toen de Taliban op 15 augustus 2021 de macht overnam in Afghanistan, ging Sabirs hoop verloren. ‘We kwamen in een donker en onzeker tijdperk terecht. De enige zekerheid die we op dit moment hebben is dat we alle vooruitgang die de voorbije twee decennia geboekt is, kwijt zijn. Daarom besloot ik om te vluchten naar een veiligere plek voor mij en mijn kinderen.’

Geschokt en diepbedroefd wegens het achterlaten van vrienden en familie, kwamen Sabir en zijn gezin uiteindelijk in Nederland terecht. ‘Op een paar incidenten na werden we warm en vriendelijk ontvangen’, zegt hij. Kennismaken met een nieuwe samenleving zonder de taal, mensen of cultuur goed te kennen, leidde tot verschillende cultuurshocks. ‘Gelukkig stuitte ik op veel mensen die oprecht behulpzaam waren’, aldus Sabir. ‘Ondertussen zijn we op verschillende plekken ondergebracht, elk met hun eigen voor- en nadelen. Heumensoord was geen fijne ervaring en het verblijf was voor veel mensen een mentale uitputtingsslag. Je kon er de ellende van thuis niet vergeten.’

‘Het verblijf in Heumensoord was een mentale uitputtingsslag’

Erger nog: volgens Sabir heeft het leven in Heumensoord zijn zorgen nog verder vergroot. ‘De manier waarop de noodopvang geleid werd speelde hierin een grote rol’, zegt hij. ‘Ze creëerden een gevoel van vervreemding, we hadden het gevoel niet welkom te zijn. Dit had opgelost kunnen worden door de culturele waarden, normen en gevoeligheden van de bewoners te respecteren. Helaas kozen ze voor een autoritaire en dwingende aanpak, wat slechte herinneringen opleverde bij de mensen die er verbleven.’ Inmiddels is het gezin van Sabir overgeplaatst naar het AZC van Nijmegen.

Buiten het kamp heeft Sabir naar eigen zeggen veel geweldige mensen ontmoet. ‘Dankzij hen kon ik ontsnappen aan de stress en zorgen in Heumensoord. Nijmegenaren zijn erg vriendelijk en behulpzaam. Zij werden een bron van kracht en steun tijdens mijn verblijf in de noopopvang.’

Dat Sabir toelating kreeg om een cursus te volgen aan de Radboud Universiteit, noemt hij een zegen. ‘Als antropoloog meldde ik me aan voor het vak Interpersoonlijke Relaties bij de afdeling Psychologie. Hoewel ik al een masterdiploma in dit veld heb, volgde ik een bachelorvak om aan het kampleven te ontsnappen. Hierdoor kon ik het Nederlandse onderwijssysteem beter leren kennen.’

‘Iedereen op de afdeling was erg vriendelijk en behulpzaam. De studieadviseur besteedde extra aandacht aan mij en ik kreeg cursusmateriaal en een laptop ter beschikking. De Radboud Universiteit heeft me de aanzet gegeven om mijn droom waar te maken – toegelaten te worden voor een promotie. Ik hoop daar in de toekomst op voort te bouwen en iets terug te geven aan de Nederlandse samenleving en mijn thuisland Afghanistan.’

Illustratie: Ivana Smudja

Matiullah: ‘Het was heel moeilijk om Afghanistan in handen van de Taliban te zien vallen’

Matiullah Momand komt uit het Rodat-district in de provincie Nangarhar, ten oosten van Kabul. Hij is 38 jaar en was tolk bij het Nederlandse leger in de provincie Uruzgan. Vanwege dat werk kon hij niet meer in Afghanistan blijven na de ineenstorting van de Afghaanse regering en de terugtrekking van alle ISAF- (International Assistance Security Force, voormalige militaire NAVO-eenheden in Afghanisten, red.) en coalitietroepen uit Afghanistan. Matiullah had ook een eigen bedrijf in Afghanistan: hij importeerde elektrische producten en diergeneesmiddelen uit het buitenland, waar hij een goed inkomen aan overhield.

‘Op 15 augustus 2021 zaten er een paar vrienden uit Kandahar en Nangarhar in mijn gastenverblijf in Kabul. Omdat de regering in andere delen van Afghanistan al was gevallen en mijn vrienden al eerder voor ISAF hebben gewerkt, besloten we om naar het vliegveld te gaan om Afghanistan te ontvluchten. Dat bleek echter onmogelijk. Het was onveilig op straat, overal zagen we gewapende groepen van de Taliban. Pas 24 augustus lukte het ons om de luchthaven te bereiken. Met mijn gezin moest ik door een twee meter diepe gracht heen die half vol rioolwater stond; een herinnering die ik nooit zal vergeten.’

‘Nijmegen herinnert me aan een deel van Kabul, ik wil de stad graag blijven bezoeken’

Matiullah, zijn vrouw en twee kinderen zijn tijdens de evacuatie naar Nederland heel goed behandeld, vertelt hij. Inmiddels woont hij ongeveer vier maanden in Nederland. Aanvankelijk verbleef hij met zijn gezin in de noopopvang in Harskamp. Na een maand verhuisden ze naar Heumensoord. Drie maanden later moesten ze naar het AZC van Paterswolde verkassen.

‘Het land verlaten was moeilijk. Wonen in Heumensoord ook, het zwaarste wat ik ooit heb meegemaakt. Er was geen privacy en de bouw van het kamp zorgde voor veel lawaai. Maar gelukkig waren de mensen rond Heumensoord aardig en gastvrij. Ik mis Nijmegen heel erg. Het doet me denken aan een deel van Kabul, ik wil de stad graag vaak blijven vaak bezoeken.’

Matiullah wil graag automonteur worden in Nederland, want hij weet veel van voertuigen en houdt ervan om zijn eigen bedrijf te runnen. Hij liet een grote familie in Afghanistan achter, die mist hij heel erg. Ze hadden een fijn leven daar samen, maar inmiddels leeft ook zijn familie in angst.

Sahila: ‘We hopen in de toekomst een eigen huis te hebben’

Sahila is 24 jaar oud en afkomstig uit de provincie Nangarhar in Afghanistan. Haar man werkte als tolk voor de Nederlandse troepen in de provincie Kandahar. Na de machtsovername van de Taliban was het voor hen niet veilig om in Afghanistan te blijven.

‘Al voor de val van Afghanistan had mijn man immigratiedocumenten naar Nederland gestuurd om een visum te krijgen, zodat we konden emigreren. Wie met buitenlandse troepen werkte in Afghanistan, werd toen al ernstig bedreigd.’

‘We hadden ook al reisdocumenten van de Nederlandse overheid gekregen, maar toen viel de Afghaanse regering. Twee weken daarna kreeg mijn man een telefoon van de Nederlandse ambass

Illustratie: Ivana Smudja

ade met de aansporing om ons naar Kabul te haasten, zodat we binnen een paar dagen naar Nederland zouden kunnen reizen.’

Sahila en haar man verbleven in een hotel in het centrum van Kabul in afwachting van hun toelating tot de luchthaven. ‘Toen we telefoon kregen, zijn we meteen vertrokken. Bij het vliegveld was het erg druk, duizenden mensen wilden tegelijk de luchthaven betreden.’

Na lang wachten werden Sahila en haar man door Nederlandse troepen naar het vliegtuig begeleid. De vlucht naar Nederland duurde zo’n acht uur. ‘Bij aankomst in Amsterdam zaten we een week in quarantaine, in de veronderstelling dat we daar zouden blijven en snel een huis en een betere toekomst zouden hebben. Dat was niet het geval. Plots kregen we te horen dat we naar een ander gebied moesten verhuizen. Na een reis van drie uur kwamen we in Heumensoord terecht.’

‘Voor ons was dit het moeilijkste moment van ons leven. Families van minder dan zes personen moesten een tent delen met verschillende andere families. Met verschillende gezinnen in één kamer wonen is heel lastig, omdat er geen privacy is. Dat is lastig voor mensen van alle culturen en religies.’

‘Met verschillende gezinnen in één kamer wonen is heel lastig’

Sahila en haar man brachten drie maanden door in de tent, lijdend aan te weinig slaap en een gebrek aan lekker eten. ‘We kregen geen geld tijdens ons verblijf in het kamp (tijdens een asielprocedure krijgen asielzoekers normaal gesproken zakgeld voor eten, kleding en andere zaken, red.). Eten en andere benodigdheden moest ik kopen met mijn eigen geld, dat ik uit Afghanistan had meegebracht.’

‘Ik vind Nijmegen en Heumensoord heel mooie plekken en de liefde van de Nijmegenaren zal altijd in onze harten zijn. Maar de nachten die ik in Heumensoord in ontbering heb doorgebracht zal ik nooit vergeten.’ Op dit moment wonen Sahila en haar man in het AZC van Delfzijl. ‘We hopen in de toekomst een eigen huis te hebben en Nederlands te leren, zodat we een goede baan kunnen vinden.’

3 reacties

  1. A.M. Berben schreef op 20 januari 2022 om 15:17

    Allereerst vind ik het bijzonder dat u een artikel publiceert van iemand die niet met zijn naam wilt worden genoemd, enerzijds omdat lezers recht hebben op die naam en anderzijds omdat het niet noemen van de naam al een begin vormt van het zich niet WILLEN aanpassen aan de Nederlandse normen en waarden. Ik vind het dat ook ronduit slecht dat u hierin mee gaat.
    Hiernaast valt mij op dat er in de reacties van alle personen geen enkel begrip voorkomt voor de omstandigheid dat Nederland – zeker toen – volstrekt overrompeld werd door hoge aantallen vluchtelingen en dat het openen van Heumensoord niets minder was dan een noodgreep.
    Ook nu, maanden later, ontbreekt elk begrip in de reacties van deze mensen en ik vind dat niet alleen getuigen van egocentrisme maar het is ook eenvoudigweg lomp.
    Omdat ik zelf contact heb gehad met vluchtelingen die in Heumensoord verbleven lijkt het mij dat deze journalist wat gelijkgestemden heeft verzameld om zo toch vooral zijn eigen visie te kunnen propageren.

    • Ken Lambeets schreef op 21 januari 2022 om 08:18

      Geachte, dank voor uw bericht. De naam van de auteur van het artikel is bekend bij de redactie. De journalist in kwestie is moeten vluchten uit Afghanistan voor de Taliban en voelt zich nog niet veilig genoeg om onder eigen naam een artikel te schrijven, o.a. omdat deze persoon nog familie in Afghanistan heeft. Op deontologisch vlak heeft deze persoon alle journalistieke regels gevolgd, wat voor ons publicatie rechtvaardigt.

  2. Rupke (oren groter dan het kupke) schreef op 25 januari 2022 om 22:40

    “…in de veronderstelling dat we daar zouden blijven en snel een huis en een betere toekomst zouden hebben.”
    Daar gaat het al mis. Ze veronderstellen teveel en zouden eens moeten beginnen met dankbaar zijn zonder verwachtingen vooraf.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!