Afscheid ‘kinderopvanghoogleraar’
Marianne Riksen-Walraven heeft als hoogleraar ontwikkelingspsychologie de kwaliteit van de kinderopvang steeds in het vizier gehouden. Met het Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek (NCKO) ontwikkelde ze zowel een instrument om de kwaliteit te meten als trainingsmethoden voor leidsters. Nu is het tijd voor het ministerie om te investeren. En daar zit ‘m de bottleneck. ‘Er is geen historisch besef.’
Het aantal kinderen in kinderdagverblijven is sinds 2011 met 11 procent gedaald, meldt het CBS.
‘Dat is natuurlijk doodzonde. Uit onze metingen bleek dat de kwaliteit van de kinderopvang net omhoog was gegaan. Nu wordt het veel te duur voor veel ouders. De kinderdagverblijven kunnen weinig anders dan krimpen en krimp komt de kwaliteit niet ten goede: je krijgt grotere groepen, ervaren leidsters worden ontslagen…’
U ontwikkelde een instrument om de kwaliteit van de kinderopvang te meten. Wordt dat nu ook gebruikt?
‘Ja. Voor kinderdagverblijven is er een vereenvoudigde versie die henzelf een goed beeld geeft van de kwaliteit die ze bieden. Zelf gebruiken we het instrument om de paar jaar om te meten hoe het met de kwaliteit in de hele kinderopvang is gesteld. Halverwege de jaren negentig was de kwaliteit heel goed. Vanaf 2001 ging de kwaliteit steeds iets omlaag, maar in 2012 was de verbetering ingezet. De omgang tussen leidsters en kinderen was verbeterd, het aanbod van materiaal was beter. Nu houd ik mijn hart vast.’
Wat kan er nog beter?
‘Om de kwaliteit een flinke impuls te geven hebben we trainingen ontwikkeld, één voor leidsters en één voor directeuren van dagverblijven. Mijn laatste promovenda legt nu de laatste hand aan een onderzoek naar de effectiviteit van die trainingen. Het leuke is: ze lijken inderdaad de kwaliteit te verbeteren. Dat is goed nieuws, want dat zou betekenen dat we nu een training hebben die evidence based is.’
Dus de kwaliteit schiet binnenkort omhoog?
‘Het probleem is: je moet het ministerie steeds opnieuw aan het verstand brengen dat ze hierin moeten investeren. Met elk kabinet waait er weer een nieuwe wind. Ook de ambtenaren die je spreekt zijn steeds nieuw. Het Ministerie van Sociale Zaken heeft ons geld gegeven voor de ontwikkeling van die trainingen, dan zou het toch logisch zijn als ze die ook financieren. Maar inmiddels zijn de mensen die we spreken op dat ministerie ook weer nieuw en niet op de hoogte. Nu maar hopen dat ze zo slim zijn om het geld niet in de sloot te gooien.’
Dat moet deprimerend zijn voor u.
‘Laatst was er een vraag uit het veld van de kinderopvang: ‘Misschien moeten we eens gaan kijken hoe we de kwaliteit kunnen meten?’ Dan zakt me de moed in de schoenen. Er is geen historisch besef. Als beginnend wetenschapper heb je zo’n ideaalbeeld van hoe je iets moois gaat ontwikkelen. Dan ontwikkel je dat en dan is het aan anderen om daar iets mee te doen. En dan gebeurt er niets. Ik vind dat wel een vorm van verspilling.’
Zou u studenten met hun diploma op zak aanraden om aan kinderen te beginnen in deze tijd van bezuinigingen?
‘Waarom niet? Ik denk dat mensen vooral niet te bang moeten zijn om eraan te beginnen. Het krijgen van kinderen haalt veel overhoop, op welke leeftijd je er ook aan begint. Ik zie bij mijn promovendi ook dat het best kan. Als begeleider schrok ik in het begin wel een beetje als een promovenda vertelde dat ze zwanger was: “Hoe moet dat dan met je project?” Maar steeds weer blijkt dat het geen probleem is. De promotie duurt misschien feitelijk iets langer vanwege het zwangerschapsverlof en omdat vrouwen meestal minder uren gaan werken, maar ze krijgen het wel af in de tijd die ervoor staat.’/ Martine Zuidweg
Marianne Riksen-Walraven gaat met emeritaat. Vandaag houdt ze haar afscheidscollege in de aula. Het college start om 15.00 uur.