Leon Wecke: 50 jaar een begrip

23 jun 2015

Bert Bomert, CICAM, werkte dertig jaar samen met Leon Wecke. Hij was een van de sprekers die tijdens het actualiteitencollege liefdevolle woorden sprak over zijn collega.

Foto: archief CICAM
Foto: archief CICAM

 

Collega’s, studenten, vrienden van Leon, belangstellenden en wellicht toevallige passanten, maar bovenal beste Janny,

Namens de directe collega’s van Leon op het CICAM wil ik graag enkele beelden van Wecke met U delen.

‘Een mens wordt niet geboren om te verhongeren of kapotgeschoten te worden, maar om zijn vermogens tot ontwikkeling te brengen.’

Deze uitspraak van Leon Wecke, opgenomen in een prachtig interview dat enkele jaren geleden, ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag verscheen, geeft wellicht in de kern het leven en streven van Leon Wecke in al zijn beknoptheid weer. De wereld is verre van perfect, maar laten we proberen deze een beetje beter te maken.

En dat heeft Leon met verve gedaan, onder meer de afgelopen bijna vijftig jaar – ja, u hoort het goed: bijna vijftig jaar! – dat hij aan deze universiteit als polemoloog verbonden is geweest.

Een polemoloog – een enigszins verouderd, archaïsch begrip, maar Leon bleef zich met trots als zodanig afficheren – een polemoloog houdt zich bezig met, u hoorde het vandaag al, de oorzaken van oorlog en de voorwaarden voor vrede.

Waar kwam bij Leon die betrokkenheid bij, die fascinatie voor oorlog en vrede vandaan? Als simpel historicus waag ik mij niet graag aan verklaringen van psychologische aard, maar ik vermoed dat die betrokkenheid nog wel eens is terug te voeren op de meidagen van 1940. Na het begin van de Tweede Wereldoorlog in Nederland voegde Leons tweelingbroer hem bits toe: ‘Dat krijg je er nu van … als je je bord niet leeg eet’. Ongetwijfeld zal bij de jonge, achtjarige Leon toen al het idee hebben postgevat dat dit een wel erg monocausale verklaring van zoiets complexs als het oorlogsverschijnsel is. In zijn latere leven heeft hij telkens benadrukt dat oorlog en vrede multi-causale verschijnselen zijn die vanuit verschillende perspectieven en academische disciplines dienen te worden bestudeerd.

Overigens, maar dit terzijde, Leon heeft in zijn latere leven ook altijd een gespannen relatie tot het eten op zijn bord gehouden. Hij heeft in menig restaurant bedienend personeel en koks tot een lichte vorm van wanhoop gebracht, door op de vriendelijke vraag: ‘Wat blieft u’, te antwoorden: ‘Doet u maar wat! Ik lust alles, zolang het maar geen vlees, aardappelen of groente is’.

Leon, een markante persoonlijkheid, een bijzonder kleurrijk mens, een icoon voor het Centrum voor Internationaal Conflict – Analyse & Management (het CICAM), maar ook en veel breder: een icoon voor deze universiteit en voor het wetenschappelijk en maatschappelijk debat over vrede en veiligheid.

Leon was vijftig jaar geleden, in de roerige jaren zestig, betrokken bij de oprichting van het Studiecentrum voor Vredesvraagstukken, nu bekend als het CICAM. Sindsdien heeft hij een grote, niet te onderschatten bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van dat instituut, waarvan hij lange tijd aan het hoofd stond. Onder zijn bezielende leiding werd het een wetenschappelijk instituut dat zich vooral ook kenmerkte door een grote maatschappelijke betrokkenheid. Hoewel het SVV en het CICAM door de jaren heen zijn veranderd, hebben ze deze maatschappelijke dimensie altijd weten vast te houden, soms tegen de stroom in. Leon streed onvermoeibaar voor het voortbestaan van ‘zijn’ instituut, dat met enige regelmaat werd bedreigd vanuit de universitaire bureaucratie. Als er weer eens een conflict met facultaire autoriteiten dreigde, meldde Leon in de correspondentie met diezelfde autoriteiten veelal blijmoedig: u mag dan een conflict met ons hebben, maar bedenk wel … van conflicten hebben wij toch meer verstand dan u!

Leon leverde een belangrijke bijdrage aan de vorming van de polemologie, van de vredeswetenschap in Nederland. Leons onderzoek naar en reflectie op vijandbeelden vond veel weerklank, met name in de media. Tijdens de Koude Oorlog zorgde hij voor een fris tegengeluid te midden van alle anti-Sovjet retoriek. In de jaren tachtig voerde hij samen met Fred Wester een fraaie en vernieuwende inhoudsanalyse uit van de geschriften van RaRa, een activistische club die in Nederland enige terroristische activiteiten ontplooide. Dit onderzoek leidde ertoe – althans zo luidde het gerucht, een gerucht dat door Leon met veel genoegen en pretoogjes verder werd verspreid – dat de veiligheidsdiensten in Nederland meenden dat Leon meer kennis had van de achtergronden van deze activisten en daarom ‘s nachts in zijn werkkamer hebben ingebroken op zoek naar nieuwe informatie. De chaos in zijn kamer was na deze inbraak overigens niet groter dan daarvoor!

Na het einde van de Koude Oorlog hield hij zich onder meer bezig met de manipulatie van en door de media. Recenter richtte hij zich op het terrorisme-beeld en hoe dit door de autoriteiten geformuleerde beeld fungeert als legitimatie van allerhande kwestieus beleid.

Ondanks enkele serieuze en wat minder serieuze pogingen – er schijnt zelfs een compleet afgerond proefschrift in zijn kamer rond te slingeren – kwam het nooit tot een afgeronde promotie. Maar Leon had een doctorstitel ook niet nodig. Als hij in de media of in het lezingencircuit abusievelijk werd aangekondigd als doctor, laat staan als professor Wecke, toonde hij zich quasi-beledigd. Het was, is en zal altijd blijven: drs. Wecke. Terzijde: het kan amper toeval zijn dat drs. Wecke, drs. W., op dezelfde dag kwam te overlijden als een andere welbespraakte taalvirtuoos, drs. P.

Leon was een zeer gewaardeerde en gekende onderzoeker, maar vooral een uitmuntend docent. Hij sloot zich niet op in zijn studeerkamer, maar bracht wetenschappelijke inzichten en kennis naar buiten. In vijftig jaar tijd verzorgde hij honderden lezingen en optredens in de media; enkele weken geleden sprak hij hier bij Soeterbeeck, op deze plaats, nog een column uit, naar nu blijkt zijn laatste column. In de hoogtijdagen van de vredesbeweging – de jaren zeventig en tachtig – trok Leon, vaak begeleid door ‘zijn’ Janny, van Noord naar Zuid, van stad naar land. De Groene Amsterdammer schreef over deze expeditionaire vredesmacht, uitgerust met modern materieel: ‘Hij richtte zijn luxe Peugeot in als rijdend crisiscentrum: in het dashboard werd een kleine tv ingebouwd, achter werd een tafeltje ingeschroefd met een typemachine en een koffiezetapparaat, en zo doorkruiste Wecke, de ‘koning van de vredesbeweging’, het gehele land om een divers publiek toe te spreken over de mogelijkheden van een vreedzame planeet. Hij sprak met evenveel verve tot de hardcore van vredesactivisten als tot een vereniging van plattelandsvrouwen. Historisch is zijn toespraak tot de inwoonsters van Weurt, die hij exact uitlegde wat de gevolgen van een atoombom op hun gemeente zouden zijn.’

Dergelijke voordrachten in den lande is Leon altijd blijven houden, tot het laatst aan toe. Op de gekste plekken gaf hij zijn lezingen. Zo trok hij enkele jaren geleden naar het Achterhoekse motorcross- en rockfestival de Zwarte Cross, waar hij voor een lichtelijk beneveld en verbijsterd publiek een bevlogen college gaf.

Leon heeft altijd een enigszins ambivalente houding ten opzichte van de autoriteiten gehad. Aan de ene kant zette hij zich daartegen af, maar anderzijds was hij een graag geziene gast bij diezelfde autoriteiten en hij voelde zich daar ook thuis. Zijn kritische beschouwingen over bijvoorbeeld het Nederlands beleid op het terrein van vrede en veiligheid vonden niet alleen een gewillig oor bij vredesactivisten en soms niets vermoedende huisvrouwen, ook was hij een gewaardeerde en gerespecteerde gastdocent voor diplomaten en beleidsmakers in spe op het Instituut Clingendael, voor de opleidingen van de Koninklijke Marechaussee en de Nationale Politieacademie, en voor de hogere officieren van de Nederlandse krijgsmacht.

Diezelfde krijgsmacht, waarmee Leon Wecke op amicale, maar soms ook op gespannen voet verkeerde. Als dienstplichtig soldaat in de vroege jaren vijftig maakte Leon een fraaie carrière: van munitiedrager derde klas tot assistent-sorteerder van het vuile ondergoed. Uiteindelijk kwam het toch nog goed: Leon deed als verlate dienstweigeraar met succes een beroep op de Wet Gewetensbezwaren. In zijn ongetwijfeld bevlogen mondelinge verdediging baseerde hij zich vooral op argumenten ontleend uit onverdachte hoek: een toespraak van de toenmalige koningin Juliana.

Op zijn 65ste verjaardag wenste Leon geen gebruik te maken van het recht om met pensioen te gaan. Sterker nog: hij weigerde gehoor te geven aan de zachte dwang die bij verplichte pensionering hoort; hij vond het ‘kapitaalvernietiging’ om iemand te dwingen met werken te stoppen en organiseerde een druk bezocht symposium over leeftijdsdiscriminatie. Hoewel hij moest afzwaaien als hoofd van het instituut, werd het hem toegestaan om ook na zijn formele pensionering aan het CICAM verbonden te blijven. Terecht, want als hij iets niet wilde of kon, dan was het achter de geraniums zitten. De geraniums zouden het overigens ook niet hebben overleefd: bloempotten in Leons omgeving waren vooral een verzamelplaats voor sigarettenpeuken en ongedronken bekers koffie.

Leon hoopte te blijven werken tot hij er bij neer zou vallen. En dat heeft hij ook gedaan. Tot zeer recent, tot op 83-jarige leeftijd, heeft hij nog colleges en lezingen gegeven, columns uitgesproken en de media te woord gestaan en van repliek gediend.

Door de jaren heen hebben, letterlijk, duizenden studenten van deze universiteit zijn colleges gevolgd. Daarbij heeft hij bij velen van hen een onuitwisbare indruk achtergelaten, zoals ook uit de vele reacties op zijn overlijden blijkt. Leon was een verhalenverteller pur sang, die graag aan het woord was. Zijn colleges bestonden veelal uit voorgedragen monologen, waarbij hij wars was van moderne hulpmiddelen als PowerPoint. Overigens: na afloop moesten de belangrijkste aandachtspunten van het college toch wel weer onder de studenten worden verspreid; als een vorm van uitgestelde PowerPointsheets.

De colleges waren echter nimmer saai. De voordrachten waren beeldend, origineel, spitsvondig, vol humor. Vanaf het eerste moment was de aandacht gegrepen, al was het maar door de studenten enigszins confronterend tegemoet te treden met de woorden: ‘Eigenlijk stelt u niet zoveel voor. … u bestaat immers voor 90 procent uit water.’

Soms waren de colleges zelfs theater. Een welluidend voorbeeld was zijn uitleg van het concept ‘afschrikking’: de kern van afschrikking is dat die alleen werkt als een dreiging geloofwaardig is. Om dit kracht bij te zetten, haalde hij plotseling een alarmpistool uit zijn zak en vuurde dat in de richting van nietsvermoedende studenten af. Een ervaring die je bijblijft.

Maar niet alleen zijn creativiteit en welbespraaktheid maakten indruk. Ook inhoudelijk heeft hij het denken van studenten, en ook van veel collega’s, blijvend gevormd. Hij leerde hen om dominante beelden te ontrafelen, te deconstrueren en om uitingen van bestuurders, politici en media, kortom: van de autoriteiten, met gepaste argwaan tegemoet te treden. Hij inspireerde studenten om de polemologie, en breder, de wetenschap, als levende wetenschap te zien en om buiten de bestaande kaders te denken.

Leons kritische, soms tegendraadse houding kenmerkte hem ten zeerste. Een oud-collega merkte in dit verband eens op dat hij eigenlijk altijd al in het verzet heeft gezeten. Dat begon natuurlijk met het door Leon zelf verspreide maar apocriefe verhaal dat hij in de meidagen van 1940 op de Grebbeberg eigenhandig meerdere Duitsers heeft omgelegd. Maar daarna zat hij wel in het verzet. Of het nu tegen het militair-industrieel complex was, of tegen een door hem niet hoog geachte Duitse hoogleraar, tegen het verbod op roken op de werkplek, of tegen de belachelijke regel dat je op je 65ste moet stoppen met werken.

Leon was een dwarsdenker; iemand die zich niet conformeerde aan gangbare meningen, maar juist het debat zocht. Leon was de eerste om te erkennen dat in elk debat, in elke discussie voor hem ook een recreatieve waarde zat. Debatteren en discussiëren, het kruisen van de verbale degens, is onderhoudend, uitdagend, leuk. Het debat werd op het scherpst van de snede gevoerd, maar het werd nooit een confrontatie, mede dankzij zijn humor en welsprekendheid. De bijdrage aan het debat was altijd kritisch en tot nadenken stemmend, tegelijkertijd ook grappig en origineel qua vorm. De regelmatige bijdragen aan dit Soeterbeeck Programma, toevallig precies vijftig, getuigen daarvan.

Kritische dwarsdenkers als Leon lijken steeds schaarser te worden, ook en juist aan de universiteit. In tijden waarin volgens sommige critici de universiteit steeds meer gaat lijken op een leerfabriek, gericht op het vooral reproduceren van kennis, op het rendementsdenken, in die tijden ontstaat behoefte om terug te grijpen op de essentie van academische vorming: het kritisch reflecteren op en nadenken over de betekenis van die kennis. Leon was daar een meester in.

We kunnen ons het CICAM bijna niet voorstellen zonder Leon. Zijn aanwezigheid vergrootte het plezier dat wij in ons werk hadden. Hij zorgde voor reuring, doorbrak de sleur, gaf kleur aan iedere werkdag. De enorme chaos op zijn werkkamer, die totaal werd bedolven onder enorme stapels papier, is legendarisch. De opeengestapelde honderden lege sigarendozen maakten het betreden van zijn kamer altijd weer tot een waar avontuur: wanneer bezwijkt de stapel eindelijk onder de zwaartekracht?

Leon zat vol verhalen, grappen, grollen. Talloos zijn de vaak hilarische anekdotes. Een geliefd onderwerp was daarbij zijn omgang met het dierenrijk. Een volstrekt uit de hand gelopen konijnenpopulatie – ooit begonnen als de ‘onbevlekte ontvangenis’ van een als mannetjeskonijn aangereikte, naar achteraf bleek, zwangere konijnenmoeder. Na verloop van tijd – en u weet, dat gaat bij konijnen relatief snel – was de achtertuin in Wijchen omgevormd tot één golvende massa van honderden konijnenpelsen. Toen ook Leon het te gortig werd, hebben we die in het holst van de nacht stiekem uitgezet op verschillende locaties in de omgeving: van de bossen in Malden tot aan het terrein van een doveninstituut in Noord-Brabant.

En dan zijn hond Joeri. Die werd meegenomen naar het instituut en liet met zijn geblaf merken of een bezoeker wel of niet welkom was. En in de middagpauze in de kantine kreeg Joeri de sappige hamburger gevoerd, terwijl Leon op het bijbehorende droge broodje kauwde.

Leon was een markante verschijning op de campus, aanvankelijk nog getooid met lange bakkenbaarden, waaruit een pijp, sigaar of sigaret tevoorschijn stak, maar altijd met een wilde krullenbos die in de verte enigszins deed denken aan Khadaffi. Toen een journalist eens opmerkte dat Leon op deze Libische leider leek, antwoordde hij spontaan dat dit een oom van hem was. Ook Saddam Hoessein en Mladic behoorden als ooms overigens tot de familiekring, aldus Leon.

Dit zijn slechts enkele van de honderden anekdotes die over Leon te vertellen zijn. Iedereen hier aanwezig heeft ongetwijfeld zijn of haar eigen verhalen over hem. Koester ze.

Leon is en blijft een inspiratiebron, een kritisch kompas. Voor ons: zijn collega’s en zijn studenten en de velen die hem tijdens colleges, lezingen en talloze optredens in de media hebben aangehoord of die anderszins kennis hebben genomen van zijn columns en artikelen. Maar bovenal was Leon een markant, charmant en aimabel mens, met een groot rechtvaardigheidsgevoel en een diepe compassie voor medemens en dier.

Laat mij eindigen met hetzelfde citaat als waarmee ik ben begonnen: ‘Een mens wordt niet geboren om te verhongeren of kapotgeschoten te worden, maar om zijn vermogens tot ontwikkeling te brengen.’ Ongetwijfeld zou Leon er in het licht van de actualiteit nog aan hebben toegevoegd: ‘noch wordt de mens geboren om als vluchteling op de Middellandse Zee te creperen.‘ Laat die bekommernis om het lot van de medemens de intellectuele erfenis zijn van Leon, een erfenis die wij binnen het CICAM, maar ook ver daarbuiten, met ons meedragen.

Ik dank u voor uw aandacht.

 

 

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!