Afscheid van een ouderwets goede verhalenverteller
Peter Raedts, hoogleraar Middeleeuwse geschiedenis, nam vrijdagmiddag officieel afscheid aan de Radboud Universiteit. Naast de gebruikelijke mooie woorden waren de twee propvolle zalen het beste bewijs van zijn populariteit en verdiensten. Peter Raedts heeft er voor een hoogleraar een wat merkwaardige carrière opzitten. Hij besloot in de vijfde klas van het gymnasium dat hij priester wilde worden. Dat werd hij ook, tot hij op zijn vijftigste na een depressie uit de jezuïetenorde stapte. Op dat moment was hij al hoogleraar Middeleeuwse geschiedenis aan de Radboud Universiteit – na studies in Utrecht en Amsterdam en een promotie in Oxford. Het is wellicht ook dat verleden dat van Raedts een niet alledaagse hoogleraar maakte. ‘Raedts is een ouderwetse geleerde – zo eentje die nog houdt van studie en reflectie’, zegt Remieg Aerts, hoogleraar Politieke geschiedenis, tijdens het afscheid. ‘Maar tegelijkertijd ook een docent met een jongensachtig enthousiasme, die tijdens het doceren soms zelfs letterlijk sprongetjes van vreugde maakt. Die eigenschappen maken van hem een bijzondere collega en een meer dan geweldige docent.’ Theo Engelen, decaan van de Letterenfaculteit, noemt Raedts wat eerder al ‘een ouderwets goede verhalenverteller, maar geen verteller van ouderwetse verhalen’. Extra stoelen Dat beide heren er met hun omschrijving niet ver naast zit blijkt vanmiddag uit verschillende dingen. Bijvoorbeeld uit het feit dat de aula tot de laatste plaats bezet is, ook door opmerkelijk veel studenten. Zelfs in het zaaltje ernaast – waar het afscheid op een scherm te volgen is – moeten er extra stoelen worden geplaatst. Maar ook Raedts’ eigen afscheidspraatje onderschrijft het geschetste beeld. ‘Het is goed voor u dat ik heenga’, zegt Raedts, glimlachend Jezus Christus citerend. ‘Maar het is voor mij niet goed dat ik heenga. Ik heb in de twintig jaar dat ik hier ben het karakter van de universiteit zien veranderen. Ik wilde als hoogleraar zo goed mogelijk onderwijs bieden aan de toekomstige leiders van dit land. De laatste jaren werden de wetenschappelijke kant en het internationaal karakter van de universiteit echter steeds belangrijker. Ik heb het zo lang mogelijk op mijn manier proberen te doen, maar nu is het tijd voor vers bloed.’ De old school werkwijze resulteerde in 2011 tot de publicatie van zijn magnum opus; het alom geprezen boek De ontdekking van de Middeleeuwen. Al had dat destijds nog wat voeten in aarde, zo legt Raedts uit in zijn afscheidsinterview in Vox, vorige maand (zie onder, red.) ‘Een jaar of vijf, zes geleden kreeg ik te horen dat mijn onderzoekstijd zou worden ingekort, omdat ik niet voldoende publiceerde. Nou ja, ik was dus aan het boek aan het werken. Dat is iets wat ik me nu niet meer zou kunnen permitteren. Men wil artikelen zien en dan bij voorkeur in het Engels. De eisen die momenteel aan wetenschappers worden gesteld vind ik eerlijk gezegd nogal dwaas. (…) Het is tijd om de boel over te dragen.’ / Tim van Ham [pdf issuu_pdf_id=”131220161115-8e801f23e2b2406289795144fb01301e” layout=”1″ width=”640″ height=”480″ bgcolor=”FFFFFF” allow_full_screen_=”1″ flip_timelaps=”6000″ ]