Als astronaut-zijn je grote droom is
In de nieuwe serie Baanbrekers gaat Vox op zoek naar gepassioneerde onderzoekers. In deze eerste aflevering vertelt sterrenkundige Thomas Wijnen (31) over zijn jongensdroom: astronaut worden. Alles wat hij doet staat in het teken daarvan. Hij overweegt zelfs - naast Russisch - Chinees te leren.
Kleine jongens en meisjes hebben grote dromen. Ze willen brandweercommandant worden, actrice of voetbalidool. De meesten zijn best tevreden als ze – eenmaal volwassen – beleidsambtenaar of bankmedewerker zijn. Maar zo zit Thomas Wijnen niet in elkaar. Al zolang hij zich kan herinneren wil hij astronaut worden. ‘Ik wil de ruimte in en dan vooral als astronaut zoals we die nu nog kennen: een wetenschapper die onderzoek doet. Ik wil bijdragen aan de technologische vooruitgang en niet een piloot worden die toeristen de ruimte in vliegt.’
Diepzee
Zijn grote droom is nooit een spat veranderd. Sterker: alle keuzes in zijn leven zijn ingegeven door zijn wens om de ruimte in te gaan. Hij rondde twee exacte opleidingen af: behalve natuur & sterrenkunde ook wiskunde, want er komen nogal wat berekeningen kijken bij het in kaart brengen van het heelal. Hij loopt marathons om in topconditie te blijven, zoals dat van astronauten wordt verwacht. Hij duikt in de diepzee, omdat astronauten ruimtewandelingen oefenen in waterbassins. Hij leert Russisch, want de Russen zijn op dit moment als enige in staat om mensen naar een ruimtestation te brengen. Hij overweegt Chinees, want als één volk up coming is in de ruimte, dan zijn het de Chinezen wel. En natuurlijk babbelt hij af en toe met André Kuipers om hem tips te ontlokken. Maar daarover later meer.
‘Op dit moment voel ik me als een archeoloog die nog nooit een opgraving in het echt heeft mogen bewonderen’
Wijnen zit met beide benen op de grond op een bankje voor de Aula van de Radboud Universiteit. Hij heeft er zijn proefschrift afgegeven aan de pedel in afwachting van zijn promotie. ‘Ja het is gelukt. Dit was wel het makkelijkste van het hele project’, grinnikt hij. Op 5 oktober promoveert de sterrenkundige aan de Radboud Universiteit op zijn onderzoek. Hij ontwierp een virtuele windtunnel en plaatste daarin een model van het zonnestelsel, of beter: een pasgeboren ster en een schijf van gas. Elke babyster in het heelal is omringd door zo’n schijf van gas waaruit planeten worden gevormd. Er blijft veel ‘rest-gas’ over. Mogelijk is dat restgas van invloed op de manier waarop planeten later gaan bewegen: ze draaien geen keurige rondjes maar zwalken een beetje. Wijnen toonde met zijn experimenten overtuigend en voor het eerst aan dat dat restgas inderdaad bepalend is voor de evolutie van de gasschijf waarin planeten ontstaan.
Hij is inmiddels begonnen aan zijn volgende onderzoeksbaan: bij de Universiteit Leiden brengt hij satellieten in kaart. Opdrachtgever is de Koninklijke Luchtmacht. Wijnen heeft zich bij de luchtmacht aangemeld als reservist en is met succes door alle keuringen heen gekomen. Wel spannend, vond-ie. ‘Ik dacht: als ik nu niet door de keuring kom, dan betekent dat niet alleen dat ik geen reservist kan worden, maar ook dat ik nu al mijn droom los kan laten.’ Niet dus.
Nu heeft hij alle kans om praktisch bezig te zijn, meer dan tijdens zijn promotieonderzoek op de Nijmeegse campus. ‘Ik denk dat dit mijn kansen vergroot. Als astronaut zul je ook toegepast onderzoek moeten doen.’ Al is op de universiteit werken natuurlijk nog steeds niet wat hij écht wil. Op zijn website verwoordt Wijnen hoe dat is. ‘Op dit moment voel ik me als een archeoloog die nog nooit een opgraving in het echt heeft mogen bewonderen, maar alleen vanaf foto’s heeft bestudeerd.’
Waarom heeft u zich niet aangemeld voor de missie naar Mars die een groep Nederlanders heeft opgezet?
‘Dat is een enkele reis, een soort zelfmoordmissie. (Frunnikt aan zijn veters, kijkt dan op en zegt:) Kijk, ik hoef niet dood ofzo. Ik vind het heelal fascinerend, bestudeer het met heel veel plezier en uiteindelijk wil ik er graag heen, maar ik wil ook weer terugkomen. We hebben nu nog niet de techniek om terug te gaan. Daarbij, een reis naar Mars duurt lang: een enkele reis ruim een half jaar. En je kunt alleen vertrekken op de momenten dat de afstand tussen Mars en de aarde klein is, dat is een keer per twee jaar. Stel de techniek verbetert en je gaat erheen. Dan zul je twee jaar moeten blijven. Dan moet je nog terug. Je bent al gauw drie jaar op missie.’ Lacht. ‘Ik heb nu een vriendin en ervan uitgaande dat ik die dan nog heb en misschien wel kinderen, dan is drie jaar echt lang. In die zin zou de maan mijn voorkeur hebben. Een tripje naar de maan is maar drie dagen. En mocht het misgaan, dan ben je snel weer terug. Met Apollo 13 ging het op de heenreis mis en de astronauten hebben het toch overleeft. Terwijl, als het mis gaat op weg naar Mars, dan gaat het meestal goed mis.’
Waar kom je vacatures voor astronauten tegen?
‘In principe zijn het open sollicitaties. Je hoort in dit wereldje vanzelf wel wanneer de ESA (Europese ruimtevaartorganisatie, red.) op zoek is. In vorige vacatures vroegen ze iemand met een technische, exacte of een geneeskundeopleiding. Je moet stressbestendig zijn, gezond van lijf en leden en je moet relevante werkervaring hebben in het gebied waarin je bent opgeleid. Je ziet bij de ESA óf wetenschappers óf mensen met een militaire achtergrond, vaak piloten. Ook daarom dacht ik dat het geen kwaad kon om werkervaring op te doen bij de luchtmacht.’
‘Ik heb André Kuipers gevraagd of het zou helpen om bij de ESA te werken’
En als het nou niet lukt?
‘Ik geef mezelf tot mijn veertigste de tijd. Daar heb ik het ook met André Kuipers over gehad. Ik zet alles op alles om het te bereiken, en dan ga ik de boel nog eens evalueren. Hij wees me erop dat er wel astronauten zijn die ouder waren. In de laatste advertentie stond ‘tussen de 27 en 37 jaar’, maar dat is een richtlijn. Er is onlangs nog een Italiaan de ruimte in gestuurd en die is zestig. En André Kuipers was zelf ook begin vijftig toen hij de tweede keer de ruimte in ging.’
De tip die André Kuipers hem gaf: nooit opgeven. ‘Ik heb gevraagd of het helpt om al bij de ESA te werken, er te helpen bij de voorbereidingen van missies of op het grondstation. Hij dacht dat dat zeker geen kwaad zou kunnen. Dan kennen ze je al als er een vacature is. Dat is mijn ambitie nu: werken bij de ESA.’
Twijfels
Hij heeft heus ook af en toe z’n twijfels, over of hij het wel kan. ‘Toen ik naar de universiteit ging, zag ik zo veel intelligente mensen om me heen, ook mensen waarvan ik dacht ‘die zouden zoveel meer gekwalificeerd zijn als astronaut’. Maar uiteindelijk gaat het om de drive die je hebt, je ambitie en ook om het totaalplaatje van jou als mens. Dus niet alleen of je heel goed bent in je opleiding.’