Als je (bijna) de enige man bent bij psychologie

02 mei 2018

Je zal als man maar studeren bij een typische vrouwenstudie, of als vrouw zo’n mannenstudie doen. Het heeft voordelen, zo blijkt. ‘Het is wel eens leuk om per definitie de knapste kerel van het gezelschap te zijn.’

Hugo van Bree (20) is tweedejaarsstudent pedagogische wetenschappen.

‘Ik zit bij onze studievereniging bij een speciale mannencommissie. Daarmee gaan we bierproeven, pokeren – allemaal dingen zonder vrouwen. Dat moet ook wel: met 91 procent vrouwen is pedagogiek dé vrouwenstudie. Dan wil je soms even onder elkaar zijn.

In een groep mannen ben ik toch een ander persoon, merk ik. Kan ik ongezouten mijn mening geven over mensen en lachen om schunnige grappen. Ik weet nog dat tijdens de introductieweek het commissiehoofd op een tafel ging staan, op zijn borst sloeg en riep “Wij zijn mannen!” Voor de lol vergroten we de stereotypes een beetje uit.

‘Ik had altijd al veel vriendinnen’

Verder sta ik er nauwelijks bij stil hoor, dat ik een man ben tussen veel vrouwen. Ik had sowieso al veel vriendinnen, ook tijdens de middelbareschooltijd. Uiteindelijk is iedereen een individu, je kunt je studiegenoten niet terugvoeren tot hokjes. Het is ook écht niet zo dat de mannen hier alle vrouwen kunnen krijgen. Zelf heb ik toevallig wel mijn vriendin leren kennen via onze studie, maar de meeste studiegenoten zoeken het daarbuiten.

Waarschijnlijk trekt pedagogische wetenschappen zo veel vrouwen, omdat we het vakgebied blijven associëren met taken die vanuit de geschiedenis vaker door vrouwen zijn vervuld: opvoeding en verzorging. Dat is zonde; een mannelijk perspectief binnen de pedagogiek en in het onderwijs is meer dan welkom. Veel kinderen zijn blij als er eindelijk een meester voor de klas staat.’

Evi Sijben. Foto: Bert Beelen

Evi Sijben (21), is vierdejaarsstudent informatica.

‘Voor Thabloid, het tijdschrift van onze studievereniging, verzorg ik de rubriek ‘Eerste hulp bij vrouwen’. Samen met een studiegenoot beantwoord ik vragen van onze mannelijke studiegenoten. ‘Wat is een leuke date?’ of ‘Draag je altijd make-up?’, vragen ze dan. Maar ook: “Wanneer weet ik nou of er écht niets aan de hand is, als vrouwen toch altijd ‘niets’ antwoorden op de vraag of er iets is?”

Vooraf besefte ik natuurlijk wel dat informatica echt een mannenstudie is. Ik wist niet zeker of ik me daar staande kon houden. Bekenden vroegen ook: ga jíj informatica doen? Dat is toch iets voor jongens? Inmiddels ben ik bijna klaar met mijn bachelor, ben ik student-assessor van de faculteit en heb ik in het bestuur van de studievereniging gezeten.

‘Het is relaxter met zo veel mannen’

Ongeveer 90 procent van mijn medestudenten is man. Dat brengt een andere sfeer met zich mee. Het is rustiger, relaxter met zo veel mannen. Jongens hoeven niet overal wat van te vinden. Die zijn niet zo snel geraakt. Ik moest er in het begin wel aan wennen dat ze directer zijn. Wat ook opvalt is dat jongens minder groepjes vormen, meer losse vrienden hebben.

Mannen spreken vaker spontaan af: ze bellen gewoon op. Vervolgens zie je elkaar weken niet meer. Vrouwen plannen hun afspraken meer. En ja, mijn studiegenoten gamen veel. Maar dan doe ik gewoon een potje mee, hoor.’

Arno Kok. Foto: Bert Beelen

Arno Kok (21), is tweedejaarsstudent psychologie.

‘Vaak vergeet je gewoon dat het zo veel meiden zijn. Tot je een keer samen uitgaat en opeens beseft dat je de enige jongen bent. Al heeft dat óók voordelen. Het is wel eens leuk om per definitie de knapste kerel van het gezelschap te zijn.

Sommige dingen vallen me wel op met zo veel vrouwen. Ze twijfelen eerder, denken minder snel “dit kan ik wel”. En dan komen ze alsnog met een acht uit hun tentamen. Maar om samen te werken zijn het goede studiegenoten. Je krijgt een hoop gedaan. Vrouwen zijn gemiddeld genomen gewoon praktischer, denk ik. Ze plannen dingen, zijn serieus bezig met hun studie. Mannen zijn toch eerder van: “Oh shit, morgen presentatie.” Terwijl vrouwen al weken van tevoren de hele planning klaar hebben en dan alsnog stressen.

‘Ik werk graag samen met vrouwen’

Ik had er vooraf nooit zo bij stilgestaan dat psychologie een vrouwenstudie is. Ik denk dat wij mannen nog steeds op het verkeerde been worden gezet door het historische beeld van Freud naast de sofa. Dat heb ik ook. Als ik denk aan psychologen, dan denk ik aan mannen met baarden in een kamer met een bank.

Wie betere psychologen worden later, vrouwen of mannen, daar heb ik geen flauw idee van. Het valt me op dat de eigenschappen die we volgens docenten nodig hebben stereotiepe vrouwelijke eigenschappen zijn, zoals zorgzaamheid en empathie. Dan zegt zo’n docent: maar die eigenschappen hebben jullie als vrouw sowieso al. Terwijl ik dan denk: die heb ik ook hoor.’

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!