Als een rockster op het podium

26 okt 2017

Wie had in 2000 durven denken dat popfestival de Zwarte Cross – bekend van bier en Achterhoekse leut - wetenschappers op het podium zou zetten? Inmiddels staan bij elk festival academici op de zeepkist. Vanwaar die drang om naar buiten te treden?

Terwijl de meeste Lowlands-bezoekers deze nazomerse zaterdag nog bijkomen van de vorige dag, staat rond het middaguur al een nieuwsgierige mensenmassa voor de Echo-tent. De rij is zo lang dat het pad geblokkeerd raakt. Het is geen populaire band die al het bekijks trekt, maar een lezing van cultuurhistorica Eva Rovers over de aanpak van de wereldproblemen, aan de hand van Albert Camus. Eenmaal binnen jut de presentator de volle zaal nog verder op, waarna het publiek een kleine drie kwartier later joelend de stoelen beklimt. Ook de rest van het weekend zit de Echo vol tijdens lezingen.

Het is tekenend. Sinds de introductie van Lowlands University, in 2005, is wetenschap een vast onderdeel geworden van grote festivals, zoals Zwarte Cross en Down The Rabbit Hole. De Nijmeegse hoogleraar Griekse en Latijnse taal en cultuur Bé Breij, gespecialiseerd in retorica, kan de trend wel verklaren. Ze was zelf een van de wetenschappers die, in dezelfde tijd dat Lowlands University startte, het podium opzochten: in 2005 deed ze mee met De Jonge Akademie On Wheels, een tour van jonge onderzoekers langs scholen, om kennis in de puberbreinen te planten.

‘De kunst van het spreken in het openbaar komt voort uit de klassieke oudheid’

Breij kijkt met genoegen naar de initiatieven vanaf pakweg het jaar 2000 om wetenschappers op de zeepkist te krijgen. Zoals de TED Talks, het kennistheater van De Universiteit van Nederland, de Nacht van de Wetenschap en het Nationaal techniekfestival. Daarnaast zijn er talloze wetenschappers in praatprogramma’s en hebben steeds meer steden een filosofisch dan wel Science Café. Plus dus de opmars op de muziekfestivals. ‘De kunst van het spreken in het openbaar, de retorica, komt voort uit de klassieke oudheid’, legt Breij uit. ‘Al stond het in de tijd van Cicero nog niet in het teken van valorisatie.’

Nerds

Begin deze eeuw nodigde de Zwarte Cross voor het eerst een wetenschapper uit, volgens de organisatie als een van de eerste festivals in Europa. Het Achterhoekse evenement heeft de reputatie van zweet, bier en boerenpummels van zich afgeschud, met aandacht voor poëzie, theater en kennis, dat laatste sinds de eerste ‘Universitent’ in 2009. Het initiatief kwam van twee Twentse hoogleraren, onder wie nanotechnoloog Dave Blank: ‘In de Universitent laten we zien waar we mee bezig zijn en kunnen we aantonen dat ons onderzoek maatschappelijk nut heeft.’ Bovendien is zo’n podium een uitgelezen plek om het soms stoffige imago van wetenschappers op te poetsen. ‘Van natuurkundigen bestaat het beeld dat ze nerds zijn à la Willie Wortel. Tijdens lezingen komen bezoekers erachter dat dit wel meevalt’, aldus Blank.

‘Het doel van wetenschap is toch ook om een betere wereld te maken?’

Vanuit de festivals klinkt niets dan lof over de inzet van de wetenschappers. Gijs Jolink, mede-eigenaar van Alles Komt Goed BV, de organisator van de Zwarte Cross, laat weten dat ze het cool vinden om wetenschap op het programma te zetten. En niet zomaar wetenschap, benadrukt hij. Want anders dan andere festivals, die vooral aandacht besteden aan toegepaste kennis, programmeert de Zwarte Cross colleges waarin onderzoekers het belang van hun vak verwoorden. ‘Nu en over twintig jaar. En ze moeten ook vertellen waarom ze daar zo enthousiast over zijn. Dat maakt het heel relevant en ook heel tof.’ Jolink noemt een festival een goede plek om zoiets op het podium te brengen. ‘Het doel van wetenschap is toch ook om een betere wereld te maken? Nou, dat kunnen we dan mooi samen doen!’

De Nijmeegse filosoof Simon Gusman, geliefd spreker op Lowlands en Down The Rabbit Hole, wijst op een omslag in de jongerencultuur. ‘Tot tien jaar geleden baseerden jongeren hun identiteit veel nadrukkelijker op muziek. Denk aan subculturen als metalheads of hiphoppers. Maar iedereen kan daarover tegenwoordig via het internet van alles opzoeken, dus zo bijzonder is dat niet meer.’ Om zich te kunnen blijven onderscheiden, zoeken mensen volgens Gusman nu naar minder toegankelijke en lokale dingen, zoals speciaalbierfestivals, foodtrucks en dus de wetenschap. ‘Kennis is een onderscheidingsteken geworden, maar je begint niet zomaar aan een wetenschappelijk artikel. Dan is het handig als een wetenschapper begrijpelijk kan vertellen over ingewikkelde onderwerpen.’

Filosoof Simon Gusman


Irritant

Maar de publieke belangstelling is niet zonder slag of stoot gewonnen. Op de zaterdag van Lowlands staan twee jongens in de rij voor de lezing van filosoof Eva Rovers. ‘Moeten we hier wel heengaan?’, vraagt de een. ‘Kan wel leuk zijn’, antwoordt zijn maat. ‘Die shit is wel maatschappelijk verantwoord, da’s irritant. Laten we doorlopen.’

Gusman staat niet raar te kijken van zo’n dialoogje. ‘Er zijn altijd wel mensen die na een paar minuten weglopen, maar dat is bij bands ook het geval en het loopt nooit helemaal leeg. Sterker, in de meeste gevallen blijft het heel goed gevuld. Zelfs op kleinere festivals zitten de banken vol. Ik zie regelmatig bekende gezichten en ook mensen die terugkomen naar betaalde lezingen.’

‘Het is nogal arrogant om als wetenschapper in de ivoren toren te blijven’

Dat festivals podia inrichten om wetenschappers een publiek te geven is één ding, zonder wetenschappers die erop willen staan, wordt het niks. En die zijn er genoeg. Zoals Gusman dus. ‘Als mensen er iets van opsteken, is dat mooi meegenomen, maar een lezing moet bovenal leuk zijn’, verklaart hij zijn inzet. ‘In het beste geval werken de lezingen als gateway drug: mensen raken geïnteresseerd in het onderwerp, gaan er meer over lezen en schrijven zich misschien zelfs in voor een opleiding.’

Filosoof Gusman zet zijn retorisch talent graag in om zijn publiek te veroveren. Liefst gaat hij daarbij de diepte in. ‘Ik behandel een klein aspect van mijn werk en koppel dat aan een aansprekend verhaal. Ik vind het belangrijk om ingewikkelde onderwerpen toegankelijk te maken. Lezingen kunnen heel betekenisvol zijn. Net als muziekoptredens dragen ze bij aan een algemene verrijking.’

Deftig genootschap

Hoogleraar Nederlands en Academische communicatie Marc van Oostendorp zag de afgelopen decennia steeds meer wetenschappers de boer op gaan met hun onderzoek. Ook omdat dat nu makkelijker is dan ooit. ‘Als je in het verleden naar buiten wilde treden, moest dat via de geijkte paden. Je schreef een artikel in NRC of hield een lezing voor een deftig genootschap. Nu zijn de mogelijkheden dankzij sociale media veel groter.’ Zelf doet hij lustig mee aan de trend. Hij twittert veel, plaatst regelmatig filmpjes op YouTube, heeft een bijna dagelijkse column in het tijdschrift Neerlandistiek en hij schrijft regelmatig voor onder meer Onze Taal en NRC Handelsblad.

Ook zoekt Van Oostendorp graag het podium op. ‘Mijn inzet is om het publieke debat op een wat hoger niveau te brengen. In het debat over taal probeer ik feiten en argumenten aan te dragen. Dat is verschrikkelijk belangrijk. Taal maakt zo’n groot deel uit van hoe wij zijn, hoe wij in de wereld staan, wat wij doen met elkaar. Je wordt een beter mens als je daar meer van begrijpt.’ Onlangs stond hij op het Utrechtse Betweterfestival naast rapper Fresku. ‘Dan zet ik mijn kennis in om te achterhalen wat zijn teksten zo goed en aansprekend maakt. In de hoop dat zijn publiek op een iets andere manier over die teksten gaat nadenken, al is het maar een heel klein beetje. Ja, je mag het verheffing van de medemens noemen.’

‘De tijd van “de professor zegt het, dus het is waar” ligt achter ons’

Waarom die aandrang van wetenschappers om op de podia te willen floreren? ‘We moeten wel’, zegt Breij. Ze vindt kennisdeling een klassieke universitaire taak, waar niks mis mee is. ‘We werken met publieke middelen, waarbij een verantwoordingsplicht hoort. Het is nogal arrogant om als wetenschapper in de ivoren toren te blijven. Als er iets gaande is in de maatschappij, heb je een taak om daarop te reflecteren.’

Die publieke taak van universiteiten is alleen maar urgenter geworden, zo wijst Breij op het toegenomen wantrouwen in de wetenschap. ‘In een klimaat waarin ‘wetenschap ook maar een mening is’, kun je maar één ding doen: reageren, meedoen, laten zien dat je er bent. Laat je niet ondersneeuwen.’ Ze wijst op een recente oproep van patiëntenverenigingen die willen meebeslissen over de onderzoeksagenda van de medische wetenschap. ‘Dat kán niet, in zo’n klimaat ben je als wetenschapper wel verplicht om tegengas te bieden.’

Onzin

De noodzaak om je te laten zien, is groter geworden, zegt ook Van Oostendorp. ‘De tijd van ‘de professor zegt het, dus het is waar’ ligt achter ons. Je hebt nu grote, georganiseerde groepen die via internet ongeloof zaaien. Die niet geloven dat het klimaat in gevaar is of dat een vaccinatie de ziekte voorkomt. Om zulke onzin te bestrijden, moet je je kamer wel uit. Weg uit die ivoren toren. Je moet deelnemen aan de discussie.’

Het brede publiek is hoger opgeleid dan ooit. Leest wetenschapsbijlages, volgt het nieuws. Dat maakt dat wetenschappers ook makkelijker aansluiting kunnen vinden bij toehoorders. Van Oostendorp: ‘Ik ben steeds weer verbaasd over de slimme vragen die ik krijg uit het publiek. Daaruit spreekt echt kennis van zaken.’

Cultuurhistorica Eva Rovers windt die zaterdagnamiddag het publiek moeiteloos om haar vingers. In de Echo-tent barst na de lezing een gejuich los, dat ze als een ware rockster in ontvangst neemt./ Tekst: Paul van den Broek, Stijn Zunneberg, Martine Zuidweg

Dit verhaal verscheen eerder in Vox #2, die je hier online leest.

 

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!