Als Roosje Doornroosje wordt

30 sep 2014

Morgen opent het nieuwe Doornroosje naast het station. René ten Bos, vaste bezoeker en hoogleraar Filosofie van de managementwetenschappen, schreef een in memoriam over de oudbouw.

Bauhaus. Foto: archief Doornroosje
Bauhaus. Foto: archief Doornroosje

Het was in het begin van de jaren tachtig dat ik voor het eerst in Doornroosje kwam. Ik kwam uit Twente en voor een jongen uit die streek was Roosje, zoals iedereen de muziektempel noemde, een begrip. Er hing een bijna religieuze sfeer omheen. Dat kwam niet alleen omdat je er wiet en hasj kon roken. Dat dit werd gedaan, was ik wel gewend van vergelijkbare oorden elders in het land. Het kwam vooral door de muziek. Het ene na het andere legendarische concert vond er plaats en Roosje heeft mij in de loop van meer dan dertig jaar enorm veel luister- en kijkplezier geboden.

Vroeger heetten de artiesten waar ik naartoe ging Kowalski, The Fall of Fad Gadget. Nu heten ze The Swans of Meridian Brothers, ook al trad die laatste band vorig jaar op in Merleyn. Ook ben ik vaak naar elektronische muziek gaan luisteren: jongens en meisjes die met zelfgemaakte instrumenten rare geluiden produceerden, die sommige vrienden bij mij thuis als ‘storing’ kwalificeerden. Later kwamen figuren als Jeff Mills en Dave Clarke met hun trance-achtige geluiden.

Demonen
De grote kracht van de muziekprogrammering van Roosje is de openheid naar verschillende genres en de bereidheid om ook muziek te laten horen waarvoor maar weinig mensen te porren zijn. Ik herinner me concerten van bands met namen als Doo Rag of Pere Ubu, waar je maar met een paar mensen naar stond te kijken, maar die bij mij toch zijn blijven hangen. Colin Stetson. The Residents. Onvergetelijk vond ik Jeffrey Lee Pierce, de betreurde zanger van The Gun Club, die met een niet-geringe hoeveelheid drank en drugs in zijn lijf de demonen in zich probeerde te beteugelen. Tevergeefs natuurlijk.

Pere Ubu. Foto: archief Doornroosje
Pere Ubu. Foto: archief Doornroosje

Mijn dochter Julia gaat tegenwoordig ook. Vooral dansen op dubstep of techno. Kryptic Minds vindt ze goed. En nog een hoop andere namen die ik allemaal niet ken. Het gaat op die dansavonden lang door en de muziek is vaak oorverdovend. Ze klaagt daar wel eens over, maar een mooi potje dansen is nooit weg. Gewoon samen met vriendinnen jonge-meisjesdingen doen en dan om half vijf stilletjes thuiskomen om mams en paps niet wakker te maken. Wat zij nu doet, deed ik vroeger: de hele nacht door dansen en feesten. In Roosje kan het allemaal.

Nu ben ik veel selectiever geworden en zoek ik mijn momenten uit. Roosje hoort niet meer bij het vaste patroon. Je fietst tegenwoordig niet meer helemaal naar de Groenewoudseweg in de hoop dat er iets te doen is. Roosje verhuist nu naar nieuwbouw naast het Centraal Station. Mijn dochter heeft een steen van het oude gebouw met graffiti erop. Ze wil die steen houden als een soort relikwie.

Gevangenis
Het oude pand is verouderd. Kunstenaars mogen er nu waarschijnlijk atelierruimte gaan huren. Ik ben benieuwd wat er met het gebouw gebeurt. Ik heb het zien veranderen van een monochroom voormalig schoolgebouw tot aan het veelkleurige pand dat het nu is. Van achteren, dat wil zeggen: van de spoorweg af bezien, ziet het eruit als een soort gevangenis, ware het niet dat daar ook allemaal kleur is aangebracht. Blijft er iets hangen van de muziek die er in al die jaren is geweest? Horen we nog legendarische bands als Pink Floyd of Joy Division, die allemaal in Roosje hebben gespeeld? Of verstomt het gebouw en dreunt er helemaal niets meer na? Wordt Roosje een doodse ruïne? Ik weet het niet.

Ik wantrouw het nieuwe gebouw. Misschien word ik te oud. Maar muziek in nieuwe gebouwen vertrouw ik niet zo. Dat ligt niet aan de architect, want die verstaat zijn vak. Misschien ligt het aan het nieuwe publiek dat er zal komen en dat andere verwachtingen zal hebben. Bløf, Kensington en andere shit staan al geprogrammeerd. Ben hier niet blij mee. Goddank heeft Doornroosje al laten weten dat het de programmering niet substantieel zal wijzigen. Dat is heel goed nieuws, maar de vraag is of ze het vol kunnen houden. De drang van de commercie zal steeds sterker worden.

The Residents. Foto: archief Doornroosje
The Residents. Foto: archief Doornroosje

Het oude gebouw was ook zo mooi omdat het zo ver weg was. Je moest er wat voor doen om er te komen. Het woord ‘muziektempel’ gebruikte ik om aan te geven wat Roosje is en was. In Azië liggen boeddhistische tempels vaak op een hooggelegen heuvel. Je moet er wat voor doen om er te komen. Je moet je best doen. Zo was het ook met Roosje. Dat valt nu weg. Je kunt het bij wijze van spreken tussen het kroegbezoek in doen. Gemakzuchtigheid dient de kunstzinnigheid en de eigengereidheid niet. Het religieuze element verdwijnt ook. Roosje wordt Doornroosje. Vrees ik. Maar misschien ben ik te pessimistisch.

Acht gulden
Mijn allereerste bezoek aan Roosje was op zaterdag 23 januari, 1982. Dat is meer dan 32 jaar geleden. Twee Duitse bands traden op: Sprung aus dem Wolken en Einstürzende Neubauten. Entree: acht gulden. Mooie namen uit een tijd die niet overdreven optimistisch was. Wat er van de eerste band is geworden, weet ik eigenlijk niet. Maar niet lang geleden zag ik Einstürzende Neubauten nog eens spelen in De Melkweg, Amsterdam. Een puik concert, ook al zijn Blixa Bargeld en zijn mannen niet meer zo apocalyptisch en verdorven als destijds in 1982, toen ze met betonscharen en kettingzagen hel en verdoemenis verspreidden. Het was mooi en eigenlijk was dat cultuurpessimisme van de zogenaamde post-punkgeneratie ook vrij aandoenlijk. Van het concert dat Einstürzende Neubauten in Roosje gaf, zijn volgens mij nog opnames te horen op een live-album van de band.

Het zou heel mooi zijn als Doornroosje deze band weer eens op de programmalijst kon zetten. Weliswaar is Bargeld ook een wijn drinkende vijftiger geworden, maar een band met zo’n toepasselijke naam in het nieuwe gebouw van Doornroosje programmeren, zou een mooie en subversieve geste zijn.

Dit artikel verscheen deze week in Radboud Magazine, het alumniblad van de universiteit.

0 reacties

  1. Gerben schreef op 30 september 2014 om 21:05

    Mooi artikel. Indien je het programma van Doornroosje bestudeerd, kom je er al snel achter dat er voldoende valt te ontdekken. Dat is volgens mij ook de taak van deze club: vooruit lopen, signaleren en daar gaan ze hopelijk ook het nieuwe pand mee door. De programmeurs en hun keuzes geven mij voldoende vertrouwen en daardoor zoek ik met veel plezier tussen de Kensingtons en Blofs mijn te ontdekken bandjes uit.

  2. Nu al verliefd op Doornroosje | Vox magazine schreef op 3 oktober 2014 om 08:04

    […] las ik hier een artikel van René ten Bos, vaste bezoeker van het oude Doornroosje. Achter mijn laptop gaf ik hem groot gelijk toen ik las […]

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!