Behalve het Nederlands elftal maakt nog een andere Nederlandse partij kans om op 13 juli de finale te halen op het WK. Scheidsrechter Björn Kuipers, alumnus bedrijfskunde aan de Radboud Universiteit, kent zijn plek. ‘Natuurlijk kies ik voor de finale met Oranje. Daarvoor maak ik graag plaats.’

Het is zaterdag óf het Nederlands elftal óf Björn Kuipers. De vier overblijvende landen vaardigen geen scheidsrechters af. Als Nederland wint, kan Kuipers dus naar huis. In een drukbezochte persconferentie in Oldenzaal gaf Kuipers vlak voor het begin van het WK een persconferentie. Vox was erbij. Natuurlijk werd hem daar de onvermijdelijke vraag voorgelegd: wie verkiest u voor de finalewedstrijd: Oranje of u? ‘Ik ben toch niet belangrijker dan Oranje. Natuurlijk kies ik voor het Nederlands elftal.’

Na zijn masterbul in Nijmegen (2001) maakte Kuipers carrière als supermarkteigenaar in Oldenzaal en brak hij internationaal door als scheidsrechter, in de Champions League, bij het EK in 2012 en het nu lopende WK als hoogtepunt. Als bedrijfskundige een winkel leiden heeft veel weg van een wedstrijd fluiten, zei Kuipers eerder al in een interview met alumniblad Radboud Magazine. ’Het managementachtige zat er bij mij altijd wel in. Goed in de gaten houden hoe het loopt. Dat doet een scheidsrechter op het veld ook.’

Penalty
Wat maakt een goede scheidsrechter tot topscheidsrechter? Kuipers is er helder over. Een topscheidsrechter doet er alles aan om fouten te voorkomen, maar is niet bang dat hij ze maakt. ‘Je moet na elke beslissing meteen weer gefocust zijn op de wedstrijd, het helpt dan dat je weet dat je bij een eventuele fout alles hebt gedaan om die te voorkomen.’
In Oldenzaal memoreerde hij een penalty die hij toekende vlak voor de rust van een Champions League-wedstrijd, die fel werd aangevochten. In de rust checkte hij even of hij goed zat. ‘Ik zat goed. Natuurlijk wil ik dat weten, de hele wereld kijkt mee en heeft er een oordeel over. Dan wil ik ook als scheidsrechter op de hoogte zijn.’

In Brazilië floot hij tot dusver twee wedstrijden in de voorrondes en Colombia – Uruguay in de achtste finale. Gaat hij zich behalve met het spelletje nog bemoeien met de toestanden in Brazilië? ‘Natuurlijk weet ik wat er speelt, maar we zullen er verder niks over gaan zeggen.’ Alle aandacht gaat uit naar het huiswerk over de landen die hij te fluiten krijgt, en dat betreft voetbal zowel als politiek. ‘Eventuele rivaliteit tussen twee landen is belangrijke informatie.’ / Paul van den Broek