Arts in spe niet zeker van gedroomde specialisatie
Veel van de huidige eerstejaars geneeskunde kunnen straks fluiten naar hun gedroomde specialisatie. Een deel kan niet eens als arts aan de slag, voorspellen de universitaire ziekenhuizen.
Nadat eerstejaarsstudent geneeskunde Maarten Manten (18) twee jaar geleden zijn vader verloor, wist hij het zeker: hij wil arts worden. Het liefst neuro-oncoloog. ‘Omdat ik weet hoe het is voor de nabestaanden’, vertelt hij zittend in het gras voor de medische faculteit. Een pittige opleiding is het wel, want om neuro-oncoloog te worden heb je eigenlijk een dubbele specialisatie nodig. ‘En de plekken zijn beperkt’, weet de eerstejaars inmiddels.
Tekort
Manten is op de hoogte. In een notitie aan de Tweede Kamer waarschuwt de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) voor een tekort aan opleidingsplekken in de vervolgopleidingen tot medisch specialist. Het aantal opleidingsplaatsen is de laatste jaren afgenomen, terwijl het aantal bachelorstudenten hetzelfde bleef. Veel pas afgestudeerden zouden daardoor buiten de zorg terecht komen: in het onderwijs, bij de media of in beleidsfuncties.
‘Stimuleer studenten om na te denken over een baan buiten het ziekenhuis.’
Vorig jaar hadden zo’n vijfduizend basisartsen geen opleidingsplek. De komende jaren zullen dat er meer worden, waarschuwt de NFU. De organisatie vindt dat geneeskundeopleidingen hun studenten moeten stimuleren om na te denken over een baan buiten het ziekenhuis.
Maartje Voors (17) kan zich niet voorstellen dat ze uiteindelijk toch iets anders gaat doen dan arts worden. Al heeft ze geen scherp beeld van haar toekomstige specialisatie. ‘Het liefst zou ik iets met kinderen doen. Die hebben nog een hele toekomst voor zich.’ Maar het zou zomaar iets heel anders kunnen worden, voegt ze eraan toe.