De balans na acht jaar Obama
Parlementair historicus en commentator Peter van der Heiden was acht jaar geleden ontroerd toen Barack Obama president werd. Bij het officiële aftreden van Obama vraagt hij zich af hoe de 44e president van Amerika herinnerd zal worden. 'Hij heeft niets kunnen doen aan de enorme polarisatie. Sterker nog: hij heeft er fors aan bijgedragen.'
Ik kan me nog heel goed mijn ongeloof herinneren toen Barack Obama in 2008 de nominatie voor de Democraten binnensleepte, een ongeloof dat nog werd vermenigvuldigd toen hij de verkiezingen won. En de ontroering bij zijn inauguratie. Het was hetzelfde gevoel dat ik had als toen ik keek naar de live-uitgezonden vrijlating van Nelson Mandela, het gevoel toeschouwer te zijn van een historisch moment. En dan zat ik nog duizenden kilometers ver weg en was hij niet mijn president – kun je nagaan hoe het in de VS was. Met zulke hoge verwachtingen is de kans op succes in een stroperig politiek systeem, waarin de president maar één van de vele spelers is, klein. Met Yes we can en Change werd hij de 44e president. Kon hij het echt, Amerika tot verandering bewegen? Na acht jaar is het tijd voor een balans.
De sloophamer voor Obamacare staat al klaar
Er zijn vele manieren om naar het succes van een presidentschap te kijken. De meest voor de hand liggende is een weging van Obama’s legislatieve nalatenschap. Dat is wel direct de vervelendste manier voor hem om zijn presidentschap te wegen, aangezien Obama maar twee van de acht jaar heeft kunnen regeren met een Democratische meerderheid. Daarna namen de Republikeinen het Congres over, met maar één doel: alles blokkeren waar Obama mee kwam. De eerste twee jaar om herverkiezing te dwarsbomen, daarna gewoon om te voorkomen dat Obama succes zou hebben en de Democraten het Witte Huis tot in lengte van jaren zouden blijven bezetten.
Voor een president die zes jaar lang een lame duck was, is het indrukwekkend wat hij toch bereikt heeft. Het probleem is alleen dat dat grotendeels op basis van presidentiële decreten is gebeurd, die net zo gemakkelijk weer door zijn opvolger kunnen worden ingetrokken. Dat geldt niet voor Obamacare, dat wel keurig in de wet verankerd is, maar waarvoor de Republikeinse sloophamer ook al klaar lijkt te staan. Al met al is het zeer de vraag of er na de periode van Trump in de wetboeken überhaupt nog iets terug te vinden is van Obama.
Guantanamo
Maar in mijn optiek zit het belang van Obama niet per se in de wetgeving. Om Obama te beoordelen, moeten we kijken naar hoe hij Amerika achterlaat, ten opzichte van de startsituatie in 2008. Na acht jaar George W. Bush was het aanzien van de VS tot een dieptepunt gezakt. Onder Bush had Amerika de wereld in twee oorlogen gestort (waarbij vooral die in Irak even ongerechtvaardigd als uitzichtloos zou blijken), de wereldeconomie laten crashen en ging het land gebukt onder een werkloosheid die deed denken aan de jaren dertig. Hier bracht Obama wel degelijk change, met de beëindiging van de Amerikaanse inmenging in Irak, de bail-out van banken en de auto-industrie en een ongekende financiële injectie in de Amerikaanse en daarmee de wereldeconomie – stuk voor stuk zaken waar de Republikeinen niet aan wilden, maar die wel noodzakelijk waren. Waar Trump en de zijnen Obama aansprakelijk stellen voor de opkomst van IS in het vacuüm in Irak, vergeten ze te vermelden dat de chaos daar ontstond onder Bush, voordat Obama chief executive werd.
En wat te denken van Obama’s internationale inspanningen? Het milieu-akkoord van Parijs? Zijn pogingen – ook zo veel als mogelijk gedwarsboomd door de Republikeinen – om het wapenbezit terug te dringen? Obama heeft feitelijk maar één verkiezingsbelofte niet kunnen waarmaken: het sluiten van Guantanamo Bay. Niet dat hij het niet geprobeerd heeft, maar ook hier werd hij tegengewerkt, niet alleen door de oppositie, maar ook door buitenlandse regeringen, waaronder de Nederlandse, die weigerden gevangenen uit Gitmo over te nemen.
Obama was altijd ‘cool and collected’
Waar Obama niets aan heeft kunnen doen, sterker nog, waaraan hij zelfs fors heeft bijgedragen, is de enorme polarisatie in de Verenigde Staten. Democraten en Republikeinen staan verder uit elkaar dan ooit (óók door Obama’s langs partijlijnen doorgedrukte plannen uit de eerste twee jaar) en racisme lijkt weer stevig op te leven in het land waarin volgens de onafhankelijkheidsverklaring ‘all men are created equal’. De verkiezing van de eerste zwarte president heeft weinig bijgedragen aan de rassenverhoudingen in het land, of, zoals ik ergens las: ‘a post-racism president in a pre-post-racism country’.
Hoe zal Barack Obama in de geschiedenisboeken komen? Natuurlijk is het veel te vroeg om dat te weten, en wellicht ben ik nog te veel besmet met de ontroering van acht jaar geleden om daar wat van te mogen zeggen, maar ik verwacht dat hij, als het stof is neergedwarreld, een behoorlijk hoge notering in de lijst van Amerikaanse presidenten krijgt. Niet vanwege zijn wetgeving, niet vanwege zijn decreten, niet vanwege de change die wel of niet kwam, niet vanwege een blijvend stempel op de Amerikaanse samenleving, maar vanwege zijn persoonlijkheid en stijl en de boost voor het aanzien van het ambt die dat heeft opgeleverd. Vanwege zijn warme betrokkenheid (en ja, zelfs die traan) bij slachtoffers van wapengeweld, vanwege zijn onderkoelde humor, vanwege zijn onwrikbare geloof in de Amerikaanse waarden, vanwege zijn uitstraling dat hij – en Michelle – alles onder controle hadden. Cool and collected.
In al deze dingen is hij maar met één president te vergelijken: Franklin Roosevelt – die steevast in de top drie van presidenten staat. Daar zal Obama niet komen, al was het maar omdat je alleen maar zo hoog komt als je een enorme crisis kunt bezweren. Maar als eerste zwarte president mag hij alleen al als symbool hoog op die lijst – en ook omdat er in acht jaar tijd geen enkel schandaal rond zijn persoon is geweest. Saai misschien, maar wel goed voor het aanzien van het ambt – dat in recordtempo weer tot Nixonsiaans niveau zal devalueren onder Trump.