Beschermde vogels en vissen zoeken rivier weer op
Beschermde vogels en vissen profiteren van de maatregelen om de rivier meer ruimte te geven. Ze keren in groten getale terug naar het rivierengebied. Nijmeegse en Utrechtse wetenschappers leveren daarvoor het eerste bewijs.
Om de kans op overstromingen te beperken, is de afgelopen vijftien jaar hard gewerkt aan maatregelen om de rivier meer ruimte te geven, zoals de aanleg van nevengeulen en verlaging van de uiterwaarden. Van meet af aan hoopten de uitvoerders dat ook beschermde en bedreigde dier- en plantensoorten daarvan zouden profiteren. Het onderzoek van Utrechtse aardwetenschappers en Nijmeegse ecologen is het eerste harde bewijs dat dat inderdaad zo is. ‘Veilige rivieren en een verhoging van de biodiversiteit gaan dus samen’, concluderen de Nijmeegse ecologen Rob Leuven en Rob Lenders opgetogen. Ze publiceren erover in Science Advances.
Amfibieën
Van de 179 uiterwaarden verspreid over de Rijn, Nederrijn, Waal en IJssel laten 137 een stijging zien in biodiversiteit. Meerdere groepen van bedreigde en beschermde soorten zijn aan het terugkeren, vooral de soorten die zich snel kunnen verspreiden. Vogels en vissen bijvoorbeeld, die kunnen zich makkelijk van het ene naar het andere leefgebied verplaatsen. Amfibieën, zoals kikkers, padden en salamanders, overbruggen niet zo makkelijk grote afstanden en hebben moeite om de nieuwe leefgebieden te vinden. ‘We gaan ervan uit dat de natuurgebieden nog te versnipperd zijn voor deze soorten’, zegt Leuven.
‘Als je nu aan de Waalkant zit dan zie je de aalscholvers heen en weer vliegen’
Zijn collega Rob Lenders ontwikkelde een rekenmodel met plek voor duizend beschermde dier- en plantensoorten die karakteristiek zijn voor het Nederlands rivierenlandschap. De Utrechtse aardwetenschappers gebruikten dit model om te voorspellen wat de rivier verruimende maatregelen in potentie betekenen voor de soortenrijkdom in rivierengebied. Die voorspelling legden de onderzoekers vervolgens naast twee miljoen veldwaarnemingen.
Biljartlaken
Vooral de aanleg van nevengeulen, met water van een goede kwaliteit en veel extra oevers, heeft geholpen, zeggen Leuven en Lenders. Leuven: ‘Als je nu aan de Waalkant zit dan zie je de aalscholvers heen en weer vliegen. Toen ik in 1975 ging studeren, zag ik er geen een.’ De aalscholvers profiteren van de vele vissen die het grotere wateroppervlak en de betere waterkwaliteit aantrekken. ‘Decennialang zijn de uiterwaarden beheerd als een biljartlaken: alles wat de hoogte in ging, werd weggehaald. Nu is er weer ruimte voor bijvoorbeeld de ontwikkeling van wilgenbos. Daar bouwen de aalscholvers hun nesten in.’
Vliegen
Leuven: ‘Blijkbaar zijn we niet alleen in staat om ons beter te beschermen tegen overstromingen, maar verbeteren we daarmee ook de biodiversiteit. Dat is goed nieuws voor andere landen die ook met overstromingen te kampen hebben, zoals de Verenigde Staten en Bangladesh. Bij een aanpak van de problemen, vang je twee vliegen in één klap.’
Dat niet alle soorten zijn teruggekeerd, heeft niet alleen te maken met een versnippering van natuurgebieden, veronderstellen de onderzoekers, maar ook met andere menselijke ingrepen, zoals het gebruik van bestrijdingsmiddelen die een gevaar vormen voor insecten en daarmee ook voor amfibieën en vogels.