Bètafaculteit neemt onderwijs op de schop
Bètastudenten krijgen straks veel minder vakken. Ook krijgt elke onderwijsperiode een ‘onderwijsluwe’ week. De maatregelen zijn volgens het faculteitsbestuur en de onderwijsdirecteuren nodig om de studeerbaarheid van de opleidingen te vergroten.
De bachelors bij de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI) zijn driejarig, maar het gros doet er langer over en nog geen 70 procent van de studenten haalt het diploma in vier jaar. Het groot aantal vakken speelt waarschijnlijk een rol. Terwijl studenten in Twente vier vakken per jaar hebben en in Utrecht acht, moeten Nijmeegse bèta’s jaarlijks soms twintig vakken succesvol zien af te ronden. Gaat er halverwege iets mis, dan valt het nog niet mee om een vak in te halen of opnieuw te doen: het programma zit simpelweg te vol.
‘Ik vergelijk het wel eens met de oude dienstregeling van de NS. Als je eenmaal achterloopt, ga je in de loop van de tijd steeds verder achterlopen’, zegt vice-decaan onderwijs Floris Rutjes. Grotere vakken, zoals studenten in Twente en Utrecht volgen, hebben wat dat betreft een voordeel: scoor je op één onderdeel slecht, dan kun je dat compenseren met een ander onderdeel. ‘Bij ons moeten studenten op alle twintig vakken voldoende scoren. Compensatie is niet mogelijk.’
Herkansingen
De onderwijsdirecteuren en opleidingscoördinatoren van de faculteit besloten het roer om te gooien en maakten plannen om de studeerbaarheid te vergroten. Minder (12 in totaal), maar grotere vakken is één van de voorgestelde maatregelen, zodat per kwartaal niet meer dan drie vakken worden gegeven. Het aantal tentamens en herkansingen neemt dan ook meteen af.
‘Een onderwijsluwe week is géén vrije week’
De normale onderwijsperiode van acht weken wordt er straks een van zeven weken, met daar achteraan een onderwijsluwe week. Rutjes: ‘Nu wordt de laatste week van de onderwijsperiode vaak nog nieuwe stof aangeboden. De week erna moet de student dan al het tentamen maken. Dat is krap. We pleiten voor een onderwijsluwe week zodat de student iets meer tijd heeft om zich voor te voorbereiden op het tentamen. Dat is dan dus géén vrije week. Studenten kunnen die week bijvoorbeeld een project afronden of een proeftentamen maken.’
Pilots
De faculteit wil daarnaast gaan experimenteren met andere werkvormen. ‘Je hebt de klassieke manier, waarbij een docent alles voorkauwt, maar je kunt ook stimuleren dat studenten meer aan zelfstudie doen zodat je als docent tijdens je colleges dieper op de stof in kan gaan.’ Ook gaat de faculteit nadrukkelijker inzetten op het aanleren van algemene vaardigheden, waaronder projectmatig en in teamverband werken. ‘Dan zullen we mogelijk iets van de inhoud moeten opofferen’, zegt Rutjes.
Het is overigens aan de opleidingen zelf hoe ze de voorgestelde maatregelen gaan uitvoeren en waarop ze accenten gaan leggen. Aankomende september gaan bij alle opleidingen pilots van start. Volgens de op tafel liggende planning gaan de maatregelen een jaar later van kracht in het eerste jaar van de bachelor. Weer een jaar later is het tweede jaar aan de beurt en in 2020 het derde jaar.
Mark schreef op 21 november 2016 om 12:29
Als het doel is om dingen die je niet begrijpt te compenseren met dingen die je goed begrijpt, dan kan je toch mensen laten afstuderen met bijv. maximaal drie onvoldoendes? Maar de bestaande regeling dat je met één onvoldoende (5) je propedeuse mag halen is juist een paar jaar geleden bij natuurkunde stopgezet, omdat je alles moet begrijpen. Waarom is het nu dan ineens niet meer zo?
Een paar jaar geleden is bij informatica een aantal vakken opgesplitst, omdat het probleem was dat studenten niet snel genoeg feedback krijgen als het niet goed gaat. Heeft dat niet gewerkt, of waarom doen we nu het omgekeerde?
Ik zie ook niet hoe grotere vakken het makkelijker maken om iets in te halen dat je niet gehaald hebt. Dat maakt het toch alleen moeilijker om te plannen?
Het klinkt allemaal als een omslachtige manier om de opleidingen makkelijker te maken. Je hoeft een kleiner deel van de stof te snappen want je kan compenseren, en er komt minder stof omdat 1/8 van het onderwijs verdwijnt. Is het niet makkelijk om gewoon aan alle bestaande vakken 1 of 2 extra studiepunten toe te kennen? Dan wordt het ook makkelijker, maar zonder grote reorganisaties.
Koen schreef op 21 november 2016 om 13:02
Ik kan zo een twee drie de cijfers van de beta faculteit van de universiteit Utrecht niet vinden, maar universiteitsbreed vermeldt de UU [1]:
“Hoog studiesucces aan de UU
Studenten studeren snel af aan de Universiteit Utrecht. Het studiesucces is hoog. Van alle studenten die in 2007 aan hun bacheloropleiding begonnen, had 59% binnen vier jaar het bachelordiploma behaald. Landelijk lag dit percentage aanzienlijk lager, namelijk 50%. Van de studenten die niet in het eerste jaar uitvallen, haalt 80 procent binnen vier jaar het bachelordiploma. Landelijk is dit 67% (cijfers 2012).”
en in Twente [2]:
“The University of Twente strives to support students to finish their Bachelor’s programme successfully within 4 years. In 2014, 68 per cent of all Bachelor students achieved this.”
Zo slecht lijkt een studie succes van ‘nog geen 70 procent’ dus niet te zijn. Hoe verwacht de universiteit het slagingspercentage te verhogen als ze maatregelen kopiëren van vergelijkbaar presterende universiteiten?
Overigens (nu volgt een ongerelateerd punt): als ik deze gedachtengang doortrek, zou het wellicht een idee zijn om basisschool, voortgezet onderwijs en universiteit tot een enkel vak samen te voegen. In dat geval is een student reeds na de middelbare school bekwaam in circa (in jaren 8+6/(5+6+8) 83% van de stof die een master gecertificeerde kandidaat moet hebben. Aldus kan een master diploma met cijfer 8.3 reeds toegekend worden aan de student nog voor deze aan zijn bachelor begint! Een enorme besparig aan tijd voor zowel student alsmede de wetenschappelijke medewerkers van de universiteit! Wellicht is het een idee deze diploma’s meteen mee te sturen met de brief inzake orgaandonatie die iedere inwoner op zijn 18e verjaardag ontvangt.
[1] http://www.uu.nl/bachelors/algemene-informatie/informatie-voor-nederlandse-studenten/studeren-utrecht/ons-onderwijs/feiten-en-cijfers
[2] https://www.utwente.nl/en/facts-and-figures/education/
Koen schreef op 21 november 2016 om 21:25
Is dit een correctie? Mijn reactie was gebaseerd op de ‘nog geen 70 procent’, wat voor mij impliceert dat het daadwerkelijke percentage niet ver van de 70 (en dus van de universiteit Twente en UU) af ligt. Minder dan zeventig procent doet vermoeden dat het daadwerkelijke percentage nog aanzienlijk onder de 70 procent zou kunnen liggen. Wat is het eigenlijke percentage? (in vergelijking tot andere universiteiten ook).
Martine Zuidweg schreef op 22 november 2016 om 09:36
Beste Koen,
Goede vraag hoor. Ik ga ervan uit dat dat percentage iets onder de 70 ligt, maar ik ga achter de exacte cijfers aan.
Martine Zuidweg schreef op 22 november 2016 om 13:15
Het percentage studenten FNWI dat in 4 jaar de bachelor haalt is 71,7 % voor het cohort 2011 en 70,2 % voor het cohort 2012 (Bron: Datawarehouse RU). Utrecht doet het met 80 procent dus beter, Twente met 68 procent inderdaad iets minder goed.
Koen schreef op 22 november 2016 om 14:10
Dank voor deze nummers! Zijn deze getallen (71,7% en 70,2%) percentages van alle studenten die zijn begonnen of van alle studenten die na het eerste jaar niet uitvallen?
Martine Zuidweg schreef op 22 november 2016 om 14:11
Van alle studenten die zijn begonnen.
Koen schreef op 22 november 2016 om 14:16
Dan doet de FNWI het toch beter als zowel Twente als Utrecht.(68% en 59% respectievelijk – dit laatste getal is overigens van 2011 en universiteitsbreed). Waarom deze universiteiten dan als voorbeeld genomen worden om het slagingspercentage te verhogen ontgaat mij. Of begrijp ik de cijfers nu niet goed?
Koen schreef op 22 november 2016 om 14:18
beter dan – excuseer.