Bezuinigen op wetenschap? Begin met een open access revolutie
OPINIE - In tijden van bezuiniging kan de academische wereld veel geld besparen door commerciële uitgevers links te laten liggen en over te stappen op Diamond Open Access journals. Nederland zou hierin een voortrekkersrol moeten pakken en een open access revolutie starten, vinden onderzoekers Wim Pouw (Radboud Universiteit) en Bert Bakker (UvA).
Er moet worden bezuinigd in wetenschapsland. De bedragen worden geschat op structureel 1 miljard euro, een tiende van het totale budget. Een budget ter omvang van ‘een grote of twee kleine universiteiten’, zoals de voorzitter van de branchevereniging van Nederlandse universiteiten het onlangs verwoordde. Academici luiden de noodklok. Wat nu?
Als alternatief op de lukrake bezuiniging, hebben wij nog een idee hoe het kabinet met een dubbeltje op de eerste rang kan zitten, maar dit keer door innovatief beleid te voeren. Waarom bezuinigt het niet op de grofweg 64 miljoen euro aan publicatiekosten die jaarlijks gaan naar commerciële uitgevers zoals Elsevier, Frontiers, MDPI, PLOS, Springer Nature, en Wiley, om een fractie daarvan in innovatie en alternatieve publicatiemodellen te investeren?
Er is namelijk een alternatief: publiceren in zogenaamde Diamond Open Access journals.
Exorbitante marges
Wat is het probleem? Onderzoekers schrijven papers en tekstboeken die moeten worden beoordeeld op kwaliteit door vakgenoten. Na een stempel van goedkeuring moeten papers goed leesbaar gemaakt worden door middel van eindredactie en opmaak, om dan gearchiveerd te worden zodat het paper langdurig vindbaar is. Dit is nu compleet georganiseerd door commerciële diensten. De geschatte kosten voor een goed gearchiveerde publicatie is rond de 400 euro. De kosten voor publicaties in commerciële open access tijdschriften liggen echter rond de 2300 euro, met uitschieters naar 5000 euro. Dat is meer dan een maandsalaris van een promovendus of junior postdoc.
Deze exorbitante marges komen door het lucratieve businessmodel van commerciële uitgevers. Onderzoekers worden niet betaald voor de content die ze bij de uitgever aanbieden, vakgenoten die de kwaliteitscheck doen worden niet betaald, en de editors die de kwaliteitscheck organiseren worden weinig of niet betaald. Verder zijn de kosten voor archivering en opmaak miniem in de gedigitaliseerde wereld.
‘Organisaties zoals UNESCO stellen dat er veel meer moet worden geïnvesteerd in Diamond Open Access’
De commerciële academische uitgeversbusiness verkoopt derhalve een product terug aan de universiteit zonder waardetoevoeging, met winstmarges van 30-40 procent. Deze marges zijn vele malen groter dan die van winstgevende tech-giganten. Het wordt nog pijnlijker wanneer we bedenken dat de eerdergenoemde top vijf-uitgevers in 2023 een gezamenlijke omzet van 7,74 miljard euro hadden.
De genoemde kosten in de vorm van arbeidstijd van onderzoekers die een dienst verlenen aan de commerciële uitgevers, worden dus betaald door de universiteit, en vervolgens terugverkocht aan diezelfde universiteit. Het gaat dus ook om publicaties die ten dienste staan van het onderwijs, en deels ook worden gedragen door studenten die tekstboeken kopen voor hun bachelor- of master-opleiding. De totale kosten zijn dus nog veel hoger dan de 64 miljoen euro die eerder werd genoemd; de geschatte kosten betreffen ook fte’s van universiteiten zelf en kosten voor studieboeken en reviews.
Internationaal perspectief
Er zijn gelukkig alternatieven. Diamond Open Access is een publicatiemodel waarbij de uitgeverij een onderdeel is van de universiteit zelf, of van een non-profit wetenschapsorganisatie met een inzichtelijke financiële bedrijfsvoering, waar noch de lezer noch de auteur betaalt. Organisaties zoals UNESCO stellen dat er veel meer moet worden geïnvesteerd in Diamond Open Access in plaats van for-profits zoals Elsevier. Vanuit internationaal perspectief is dat nogal wiedes zodra we bedenken dat onderzoekers van minder bedeelde onderzoeksinstituten vaak niet de kosten voor het open access publiceren kunnen betalen.
Nu kan men denken: wat toevallig dat academici zich, juist nu er bezuinigingen dreigen, gaan realiseren dat ze beter met hun geld kunnen omgaan. Dit is incorrect. Onderzoekers roepen al jaren dat er van hogeraf beleid moet worden gevoerd, en er zijn wereldwijd meerdere initiatieven opgezet om vanuit collectieve actie de ongelimiteerde winstmarges te beteugelen – bijvoorbeeld de petitie van freeourknowledge.org, die onderzoekers committeert om een publicatie binnen vijf jaar bij een Diamond Open Access uitgever onder te brengen.
‘Onderzoekers roepen al jaren dat er van hogeraf beleid moet worden gevoerd’
Toch is de roep om individuele actie door onderzoekers problematisch. Onderzoekers bevinden zich namelijk in een catch-22. Publiceren bij beginnende Diamond Open Access uitgevers is riskant omdat de winstgedreven uitgevers tot nog toe meer aanzien hebben. Niemand publiceert dus bij tijdschrift X vanwege diens lage bekendheid omdat niemand bij tijdschrift X publiceert: zie hier de catch-22 – ook voor de schrijvers van dit artikel.
Als een onderzoeker desondanks bij tijdschrift X publiceert, zal zij over het algemeen op haar cv moeten inleveren ten opzichte van haar collega’s. Als een onderzoeker goede keuzes maakt, gaat dit dus ten koste van baanzekerheid en de kans om beurzen te behouden. Petities zoals die van freeourknowledge.org proberen deze catch-22 te omzeilen door alleen onderzoekers te committeren wanneer de petitie door meer dan vijfhonded collega’s wordt ondertekend. Dus: alleen individuele actie wanneer collectieve actie verzekerd is.
Strategisch beleid
Wat wij beleidsmatig voorstellen is niet makkelijk. Het vraagt om collectieve actie en strategisch beleid van de overheid en onderzoeksfinanciers zoals NWO om minder te investeren in commerciële uitgevers, en een fractie daarvan te investeren in Diamond Open Access. Op dit moment zijn er nog te weinig Diamond Open Access Journals en is er nog te weinig animo onder onderzoekers om de catch-22 te doorbreken. Individueel handelen is immers te risicovol voor onderzoekers die jaarlijks afhankelijk zijn van publicaties in prestigieuze journals. Strategisch beleid van bovenaf is dus echt nodig.
Investeren in ondersteuning voor universiteiten om Diamond Open Access journals op te zetten kan dit oplossen en het eerdergenoemde probleem rond prestige wegnemen. NWO Open Science heeft onlangs een fonds uitgeschreven om redactieraden en tijdschrifttitels – nu onder beheer bij commerciële uitgevers – te helpen overhevelen naar Diamond Open Access publicatiemodellen. Ook prestige wordt daarmee dus overgeheveld. Ironisch genoeg heeft het nieuwe kabinet besloten om sterk te bezuinigen op het budget van NWO Open Science. Er wordt dus bezuinigd op strategisch beleid dat tot grote kostenbesparingen kan leiden.
‘Nederland kan een voortrekkersrol innemen en een open access revolutie starten’
Het kabinet Schoof roept de wetenschap op om radicale keuzes te maken. Veel wetenschappers voelen zich niet fijn bij de huidige publicatienormen en de zogeheten ‘publish or perish’-cultuur. Als we nu overstappen, maken we kennis openbaar en publicatiemiddelen mondiaal toegankelijk, en stroomt het geld van belastingbetalers niet in de zakken van een paar grote uitgevers, maar kunnen we met minder geld meer kennis publiek maken.
Nederland kan een voortrekkersrol innemen en een open access revolutie starten die kan leiden tot een cascade van innovatie in internationale ontwikkelingen rondom onderzoekspublicaties. We zouden alleen al door meer gezonde concurrentie in de vorm van niet-commerciële aanbieders de 7 miljard euro aan globale kosten met 10 tot 20 procent kunnen drukken – bijvoorbeeld tijdens een overgangsfase waar onderzoekers in zowel for-profit als Diamond Open Acces-tijdschriften publiceren. Dat scheelt flink in de kosten.
Goed tussenstation
Deze open access revolutie die wij voor ogen zien, vergt tijd, en kent zeker valkuilen tijdens de overgangsfase van for-profit naar Diamond Open Access. Promovendi en postdocs moeten bijvoorbeeld een vaste baan vinden, soms buiten Nederland, waar misschien minder progressieve publicatienormen gelden. Zouden de ‘academisch jonge, early career’-onderzoekers daarom niet aan het kortste eind trekken als we overstappen op Diamond Open Access? Investeren in nieuwe tijdschriften die in aanzien kunnen gaan concurreren met commerciële diensten kan deze zorgen wegnemen, denken wij.
Goede voorbeelden zijn er al in bijvoorbeeld de psychologie, zoals Diamond journal OpenMind van MIT, dat qua impactfactor niet onderdoet voor vergelijkbare commerciële journals als Cognition (Elsevier). Daarnaast is Diamond Open Access natuurlijk niet het eindstation: op den duur moeten academici termen als ‘impact factor’ en ‘prestige’ kritisch gaan herwaarderen. Tot die tijd is een Diamond Open Access-alternatief echter een goed tussenstation.
Nu de nood hoog is, moeten we het lef hebben om als Nederland een belangrijke voortrekkersrol te nemen in een kwestie die al lange tijd speelt. Dat zou het nieuwe kabinet als muziek in de oren moeten klinken, aangezien deze voortrekkersrol ook nog eens kostenbesparend is.
Noot en erkenning
Deze opiniebijdrage werd eerder gepubliceerd op de site van Science Guide. De auteurs danken Mirjam Ernestus, Elisabeth Elbers en Azaria Boots voor het becommentariëren van een conceptversie van dit artikel.
Ter transparantie: Wim Pouw is lid van de redactieraad van Diamond Open Access-uitgever Radboud University Press en lid van actiegroep freeourknowledge.org.