Bij de Paus aan Tafel. Culinaire Cultuur in Rome en Europa tijdens de Renaissance en de Barok
Wie denkt, dat de christelijke deugd van soberheid en, daarenboven, de eeuwenlang als hoofdzonde geboekstaafde vraatzucht de soms overdadige voedselcultuur van de Europese elite in de weg stonden, vergist zich. Zelfs in de Kerk at men graag, en veel. Het Nederlandse begrip ‘smulpaap’ is niet voor niets ontstaan. Het pauselijk hof was zelfs vanaf de vijftiende eeuw bij uitstek het toneel waarop de verbeelding van macht tevens vorm kreeg in grootse banketten. De culturele uitstraling van, of, de culturele propaganda voor de pauselijke macht vindt zijn hoogtepunt in de periode van de Renaissance en de Barok, van het midden van de vijftiende tot het midden van de zeventiende eeuw.
In het boek Bij de Paus aan Tafel. Culinaire Cultuur in Rome en Europa tijdens de Renaissance en de Barok, plaatst Peter Rietbergen, hoogleraar Cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit te Nijmegen de pauselijke eetcultuur in een breder perspectief en laat zien waarom en hoe dit fenomeen een opvallend aspect werd van de Europese beschaving.
Goede tafel
In kloostergemeenschappen werd, ondanks de Benedictijnerregel die matigheid gebood, aandacht besteed aan de goede tafel, mede omdat de Kerkelijke autoriteiten veelal weinig ophadden met die monniken en nonnen die extreme versterving zagen als een vorm van Godsvrucht, en zich zo lichamelijk en geestelijk ziek maakten.
Kerkelijk en wereldlijk vorst
Het pauselijk hof was zelfs vanaf de vijftiende eeuw bij uitstek het toneel waarop de verbeelding van macht tevens vorm kreeg in grootse banketten. De bisschop van Rome mocht dan wel Christus’ plaatsbekleder op aarde zijn, de “pontifex maximus”, het feitelijk en symbolisch middelpunt van Europa’s in essentie religieuze cultuur, hij was óók de wereldlijk vorst van een allengs grotere staat op het Italiaanse schiereiland. Bovendien pretendeerde hij als arbiter boven alle andere vorsten van de christenheid te staan, in religieuze én in seculiere zaken. Om die pretentie(s) tot echte macht te maken, was vorstelijke representatie onmisbaar.
Hoogtepunt
De culturele uitstraling van, of, zo men wil, culturele propaganda voor de pauselijke macht vindt zijn hoogtepunt in de periode van de Renaissance en de Barok, van het midden van de vijftiende tot het midden van de zeventiende eeuw. In die tijd wordt ‘Rome’ op tal van fronten een voorbeeld voor heel Europa: men denke slechts aan de Renaissancekunst en aan de Barokke opera.
Keukenmeesters
In dat proces speelden gerenommeerde ‘keukenmeesters’ eveneens hun rol. In 1470 verscheen het allereerste gedrukte kookboek van Europa, geschreven door Bartolomeo Platina(1421-1481), ten tijde van paus Sixtus IV de eerste directeur van de Vaticaanse Bibliotheek.
Het mede daardoor beïnvloede, allermooiste kookboek ooit uitgegeven – tot de komst van de glossy kleurendruk in de negentiende eeuw – werd in 1570 samengesteld door de kok van paus Pius V, Bartolomeo Sacchi (1500?-1577).
Eet-culturele regels
Hun ‘kookboeken’, oftewel: hun instructies voor en beschrijvingen van eetcultuur in pauselijk Rome werden tot in de zeventiende eeuw overal in Europa grondig bestudeerd. De lezersinteresse gold niet alleen de vele, appetijtelijke gerechten die erin beschreven worden – overigens meestal zonder een duidelijke, tot in milliliters of grammen uitgedrukte receptuur – maar minstens evenzeer de eet-culturele regels die de schrijvers formuleerden en die al snel de Europese toon zetten, alsmede de beschrijvingen van de grootscheepse tafelversieringen, waarin de propaganda voor de pauselijke macht vooral werd uitgedrukt.
Banket als cultuurgoed
Met als hoofdrolspelers Sacchi, Scappi en enkele andere in vorstelijk-Kerkelijke kringen werkzame culinaire arbiters, plaatst dit boek de pauselijke eetcultuur in een breder perspectief. Zo wordt duidelijk waarom en hoe het fenomeen een opvallend aspect werd van de Europese beschaving. Al is het weelderige banket intussen uit de pauselijke sfeer verdwenen, in de representatie van andere staatshoofden en regeringsleiders heeft het nog steeds een belangrijke functie. En als ‘cultuurgoed’ dat vanuit de kringen van hof en aristocratie neerdaalde in de bredere samenleving, beïnvloedden niet alleen de receptuur maar ook de representatieve, welgemanierde omgang met voedsel in de achttiende en negentiende eeuw tevens de tafelcultuur van de burgerij. Deze ‘civilisering van de eetlust’ laat haar sporen tot op de dag van vandaag na.
Prof. dr. P.J. Rietbergen is hoogleraar Cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit te Nijmegen
P.J. Rietbergen: Bij de Paus aan Tafel.Culinaire Cultuur in Rome en Europa tijdens de Renaissance en de Barok (127 pp; in kleur geïllustreerd. Amersfoort, Bekking & Blitz, 2011, ISBN 978 90 6109 1622).
Contact: bekkingblitz.com, tel. 033- 461 3718.