Het is het gesprek van de dag: de extreme kou. Hebben onderzoekers er ook last van? 'Pas als alle warmte wegvalt, hebben we een probleem.'

Bij de kassen achter het Huygensgebouw lopen de onderzoekers rond in T-shirt. Ze wroeten rustig tussen de planten. Op de vraag of ze soms last hebben van de kou, antwoorden twee onderzoekers in de kantine ontkennend. ‘Alles is hier super gecontroleerd. Pas als alle warmte wegvalt, hebben we een probleem.’

Op een enkeling na die zijn of haar werkplek heeft verlaten om te gaan schaatsen, is het bij min zeven business as usual op de campus. Moet de universiteit iets extra’s doen om alles in goede banen te leiden?

Ketels en verwarming

Mark Groffen, teamleider bij Vastgoedonderhoud, stelt dat het meevalt. ‘We hebben een paar extra maatregelen getroffen, maar verder verloopt alles prima,’ vertelt hij. ‘De belangrijkste aanpassing is dat we de ketels en verwarming eerder opstarten, zodat het niet te koud wordt. Dat is weliswaar misschien niet zo duurzaam, maar op dit moment verkiezen we comfort boven energie.’

Maar er zijn ook universiteitsmedewerkers die normaal gesproken onderzoek in de buitenlucht doen. Hannie de Caluwe, werkzaam bij ecologie, vertelt dat sommige van haar metingen nu gewoon niet gedaan kunnen worden. Daar is de grond te hard voor, of de planten kunnen er niet tegen.’

Normaal meet ze heel regelmatig, stelt De Caluwe. Bij deze temperaturen moet dat wel eens uitgesteld worden. ‘Eigenlijk wilde ik vorige week niet meten, omdat het toen al zo koud was. Gelukkig zag ik nog net dat deze vorst eraan zat te komen, en heb ik snel mijn metingen gedaan. Anders was het gat nu wel heel groot geweest.’

Leiding gesprongen

Zij en haar collega’s Roy Peters en Peter Cruijsen – ze zitten comfortabel in de warme kantine – zijn er vooral nuchter onder. Peters: ‘Je weet het. Je plant eromheen en je kleedt je warmer aan.’

‘Er is wel een leiding gesprongen,’ zegt De Caluwe. ‘Dat was gewoon dom – die waren we vergeten leeg te laten lopen.’

Maken de vriesomstandigheden hun resultaten onbetrouwbaar? Cruijsen: ‘Nee. We willen in zo natuurlijk mogelijke omstandigheden onderzoek doen. Daar hoort vorst ook bij. Natuurlijk vriest het soms harder, maar dat is niet erg: als we vier jaar lang onderzoek doen, komen alle soorten winters wel voorbij.’