Merel van Ommen luidde met een pamflet vorige week de noodklok over het te strakke keurslijf van werk en studie in universiteiten. We bellen met de onlangs opgerichte Bildung Academie in Amsterdam. Bieden zij inderdaad de ontplooiing die steeds meer studenten zoeken?

Bied studenten bildung in plaats van de huidige overdaad aan studielast. Dit betoogt communicatiewetenschapper Merel van Ommen in haar pamflet voor een betere universiteit. Is de anderhalf jaar geleden opgerichte Bildung Academie in Amsterdam een signaal dat universiteiten de verkeerde dingen doen?

In De Bildung Academie gaat deze maand een nieuwe lichting van dertig studenten van start met het programma van een half jaar voor verdieping, maatschappelijke betrokkenheid en persoonlijke groei. De inschrijving staat open voor elke masterstudent of laatstejaars-bachelorstudenten van een instelling voor hbo of universiteit. Academiemedewerker Koen Wessels: ‘Studenten moeten er vooralsnog veel voor over hebben zich bij ons in te schrijven, we bieden bijvoorbeeld geen studiepunten. In dat licht is het bijzonder hoeveel aanmeldingen we krijgen.’

Commentaar
Inmiddels hebben zo’n honderd studenten een diploma van de Academie op zak. ‘Veel studenten zijn zoekende’, zegt Wessels. ‘De universiteiten reiken wel kennis aan, maar die verdwijnt in hun rugzakken. De studie heeft te weinig betekenis voor de persoonlijke vorming van de student, draagt er onvoldoende aan bij dat de studenten richting kunnen geven aan hun leven.’

‘Ons uiteindelijke doel is om onszelf op te heffen’

Je kunt De Bildung Academie zien als commentaar op de huidige studieprogramma’s, zegt Wessels. ‘Ons uiteindelijke doel is om onszelf op te heffen. Het liefst zien we dat de programma’s zoals wij die bieden een plaats krijgen binnen de reguliere opleidingen.’

Radboud
De Academie werkt inmiddels samen met de Vrije Universiteit in het programma Vorming in Vloeibare tijden, nu nog zes studiepunten maar mogelijk uit te bouwen tot een universiteitsbrede minor. ‘Voor zulke programma’s willen we graag ook met andere universiteiten aan tafel’, zegt Wessels. Hij wijst erop dat met de Radboud Universiteiten nog geen contacten zijn gelegd.

Wessels wil niet gezegd hebben dat er binnen de huidige opleidingen niet al ‘heel veel moois gebeurt’. Hij beaamt dat het keurslijf van de universitaire studies is aangetrokken, maar er kan volgens hem meer dan menigeen denkt. Hij wijst op het programma van zijn Academie dat in een proefvisitatie prima overeind bleef: ‘Het oordeel was dat we onze pretenties waarmaken en met ons programma passen binnen de universitaire standaard.’