Biniam mist alleen de Nijmegenaren
Hij is blij dat hij niet meer in Heumensoord verblijft, maar missen doet Biniam Nijmegen ook. Specifieker: de Nijmegenaren. De voormalig Vox-columnist durft ondanks zijn verblijfsstatus nog maar voorzichtig naar de toekomst te kijken.
In kamp Heumensoord was er eigenlijk altijd wel lawaai: van ’s ochtends vroeg tot diep in de nacht. ‘De nachten waarin het hard waaide, waren het ergst’, zegt Biniam. De herrie die dat veroorzaakt in de slaappaviljoens zorgde voor slapeloze nachten.
Hij begrijpt het wel dat de vluchtelingen in Nijmegen deze week weer de straat op gingen. ‘Eerst werd hun verteld dat ze er maar drie maanden hoefden te blijven. Nu is dat opeens zes maanden, of nog langer. Dat de mensen verkeerd ingelicht zijn, is een vergissing.’ Overigens heeft hij wel begrip voor de bouw van noodopvang Heumensoord. ‘Nederland is maar klein, en de vluchtelingeninstroom groot.’
Na drie maanden in de Nijmeegse bossen, verliep zijn eigen asielprocedure opeens voorspoedig. Op een dag in december kreeg hij bericht om zich klaar te maken voor vertrek. De dag erna stond hij op de stoep van ‘azc’ Ter Apel, waar zijn procedure in behandeling werd genomen. Een maand later was er plek in Almere.
Hij heeft nu een eigen slaapkamer. Die is zo klein dat de meeste studenten hun neus ervoor zouden ophalen, maar Biniam is tevreden. ‘Ik heb hier privacy. Het gebrek daaraan was wat ik het vervelendst vond in Heumensoord.’ Aan de muur hangen notities met vertalingen van Engels naar Nederlands. ‘Het is belangrijk dat ik snel Nederlands leer, zodat ik kan gaan studeren.’
Een van zijn huisgenoten – hij deelt een gezamenlijke ruimte met zeven andere Eritrese vluchtelingen – kneedt een brood. De pan op het vuur vult de ruimte met een uienlucht. ‘Hier hoeven we ons niet te houden aan een tijdschema, zoals in Heumensoord. We kunnen zelf boodschappen doen en koken. Dat voelt veel vrijer.’ De boterhammen met kaas in de middag: Biniam raakte er in Heumensoord maar niet aan gewend. Op tafel ligt een spel kaarten. ‘In de avond zitten we hier soms tot twee of drie uur – we hoeven toch geen wekker te zetten voor het ontbijt.’
Stilte
Nu de grote slaapzaal in Heumensoord is ingeruild voor een gedeelde prefab-woning in het azc Almere is het contrast groot. Zo lawaaierig als het was in Heumensoord, zo stil is het hier. Het straatvoetbalveldje ligt er verlaten bij, de kinderen zijn naar school. ‘Iedereen is vooral op zichzelf, de meeste mensen blijven binnen’, vertelt Biniam. Met Almeerders heeft hij ook weinig contact. ‘Die komen hier niet veel. Wist je dat de PVV de grootste partij is hier? Dat heb ik opgezocht.’ Heumensoord was wel anders, met al die vrijwilligers. ‘Maar de ligging van het azc helpt ook niet erg’ – aan de ene kant liggen de voetbalvelden van de lokale FC en aan de andere kant een kanaal.
Toekomst
Hoe lang Biniam in Almere blijft weet hij niet. Nu hij een verblijfsvergunning heeft gekregen voor vijf jaar heeft hij eigenlijk recht op een huis. ‘Maar met het tekort aan woningen kan dat kan nog maanden duren.’ Zijn toekomstige woonplek weet hij al wel: Amsterdam. ‘Daar ben ik blij mee. In een grote stad zijn toch meer kansen.’
Ooit hoopt hij herenigd te worden met zijn vrouw, die nog in Eritrea is. ‘Maar dat wordt ingewikkeld. Vanuit Eritrea laten ze haar niet gaan, dus ze moet eerst illegaal het land verlaten.’ Hij kijkt er zorgelijk bij, want hij weet hoe gevaarlijk dat is. ‘Als ze haar pakken, gaat ze de gevangenis in.’ Zijn verblijfsvergunning is een goede start, maar het is voor Biniam nog te vroeg om zorgeloos naar de toekomst te kijken. / Mathijs Noij
Biniam schreef tijdens zijn verblijf in Heumensoord columns voor Vox. Deze zijn hier terug te lezen.