Boekhistorici brengen bibliotheek van klooster Soeterbeeck in kaart
Laatmiddeleeuwse handschriften en vroege drukken uit de voormalige bibliotheek van klooster Soeterbeeck, ze zijn allemaal te vinden in de Universiteitsbibliotheek van de Radboud Universiteit. Boekhistorici Hans Kienhorst en Ad Poirters reconstrueerden de herkomst van deze boeken en de manier waarop ze door de tijd heen van betekenis veranderden.
Wat is de herkomst van boeken uit het voormalige Brabantse vrouwenklooster Soeterbeeck? Wie gebruikte ze en hoe werden ze gerestaureerd? Het zijn enkele vragen die onderzoekers Ad Poirters en Hans Kienhorst twaalf jaar lang bezighielden. Vorig jaar verscheen hun boek Book Collections as Archeological Sites.
Soeterbeeck is een voormalig klooster in Deursen bij Ravenstein, dat de reguliere kanunnikessen van Windesheim in 1997 aan de toenmalige Katholieke Universiteit Nijmegen overdroegen en dat vandaag fungeert als vergader- en conferentiecentrum. Recent toonden enkele projectontwikkelaars interesse in het klooster, maar een universiteitswoordvoerder liet aan Vox weten dat de universiteit niet van plan is om het klooster te verkopen.
Ten tijde van de overdracht bevond zich in het klooster een oude bibliotheek met onder andere 44 laatmiddeleeuwse handschriften uit de vijftiende en zestiende eeuw en zo’n zeshonderd andere boeken, voornamelijk oude drukken van voor 1800. De meeste boeken uit de collectie, die nu in de universiteitsbibliotheek wordt bewaard (zie kaderstuk), waren bedoeld voor liturgie, persoonlijk gebed en meditatie.
Kapot of versleten
‘Het bijzondere aan de collectie is dat ze relatief omvangrijk is’, vertelt filoloog en boekhistoricus Hans Kienhorst in de UB. Tijdens de woelige zestiende en zeventiende eeuw werden veel kloosters opgeheven of gefuseerd, waarbij veel boeken verdwenen. Het is een van de redenen waarom de Collectie Soeterbeeck boeken uit verschillende kloosters telt.
Sommige ervan hebben een hele reis gemaakt, vertelt Kienhorst, terwijl hij een exemplaar in de hand neemt. ‘Dit boek is bijvoorbeeld versierd door de broeders van het Gemene Leven in Den Bosch, waarschijnlijk voor de zusters van vrouwenklooster Onze-Lieve-Vrouw in de Hage bij Helmond. Na een fusie kwam het boek in een klooster in klooster Annenborch in Rosmalen terecht, en na een verhuizing opnieuw in Den Bosch. Uit dat Bossche klooster zijn in 1613 ook weer zusters verhuisd, waarna het boek in Soeterbeeck in Nuenen terechtkwam.’
Ook bijzonder: in heel wat boeken van de bibliotheek zijn gebruikssporen te vinden, zegt Ad Poirters. ‘Om het oneerbiedig te zeggen: er is behoorlijk veel in gekrabbeld. Ze zijn misschien wel allemaal kapot of versleten.’
Dat verbetert niet wanneer in 1772 rector Arnoldus Beckers aan het hoofd van het klooster komt te staan. ‘Hij wilde de liturgische handschriften uit de zestiende eeuw moderniseren’, zegt Poirters. ‘Dat deed hij door nieuwe liederen over de oudere te plakken en door in de marge aanwijzingen toe te voegen.’
Overigens niet alleen maar uit zuinigheid. ‘In plaats van nieuwe boeken te kopen, wilde hij oude boeken opkalefateren. Maar het heeft ook te maken met een bewustzijn van de geschiedenis en van de traditie. Hij wilde iets van het erfgoed doorgeven aan de volgende generaties.’
Reparatiemateriaal
In de negentiende eeuw keken de zusters opnieuw heel anders naar de boeken: toen gingen ze het papier en perkament van oude liturgische handschriften gebruiken voor de restauratie van andere boeken. Kienhorst: ‘Op die manier zijn tal van antifonaria – boeken die de zusters gebruikten voor het koorgebed – gebruikt als verstevigings- of reparatiemateriaal voor archiefstukken of boekbanden.’
Aan het begin van diezelfde eeuw, ten tijde van Napoleon, wordt klooster Soeterbeeck kort opgeheven. De overheid confisqueert alle bezittingen. Voordat het klooster uiteindelijk opnieuw de deuren mag openen, moeten de zusters al die voormalige eigendommen terugkopen. ‘Daar hebben ze de rest van de negentiende eeuw last van gehad; ze zijn toen arm geweest’, zegt Poirters. ‘Het is geen toeval dat de toenmalige rector op het idee kwam om boeken te verkopen.’
‘Voor ieder boek reconstrueren we waar het is gemaakt, tot hoe het voor het laatst gebruikt werd’
Heel wat boeken van de Collectie Soeterbeeck komen op die manier in privébezit, ze raken over de hele wereld verspreid. Een van de mooist versierde boeken uit de collectie is vandaag bijvoorbeeld eigendom van het Rijksprentenkabinet in Amsterdam.
Deze gelaagdheid van de bibliotheek hebben Poirters en Kienhorst als ware archeologen proberen te reconstrueren. Het resultaat is een monografie van de geschiedenis van Soeterbeeck van de vijftiende eeuw tot vandaag. ‘Alle boeken die ooit in het bezit zijn geweest van het klooster, of in het bezit van iemand die er ooit was, hebben we bestudeerd’, aldus Poirters. ‘Voor ieder boek reconstrueren we waar het is gemaakt tot hoe het voor het laatst gebruikt werd.’
Museale functie
Een opvallende vondst van de onderzoekers: mogelijk was er tot in het midden van de negentiende eeuw niet eens een fysieke bibliotheek in klooster Soeterbeeck. ‘Wij denken dat veel van die boekjes gewoon in de koorbanken lagen, waar de zusters hun getijden lazen en zongen’, zegt Kienhorst.
Dat leiden de onderzoekers in ieder geval af uit de signaturen die op etiketten op de boekbanden zijn aangebracht. ‘Zodra je daar een systeem van nummering ziet, dan weet je dat er een bibliotheek is’, legt Kienhorst uit. ‘De oudste sporen daarvan zien we pas in het midden van de negentiende eeuw opduiken. Een eeuw later worden er etiketjes op geplakt en worden de boeken in volgorde van ouderdom gezet.’
Enkele jaren later verhuizen de boeken van de eerste verdieping naar de begane grond. Daar worden ze niet meer gerangschikt op ouderdom, maar op formaat en uiterlijk. ‘Op dat moment krijgen de boeken een museale functie’, zegt Poirters. ‘En daarna, tot slot, worden ze gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Wij vormen met andere woorden het laatste hoofdstuk in ons eigen boek.’
Zuurvrije dozen
In de UB worden de boeken van de Collectie Soeterbeeck bewaard in de geklimatiseerde magazijnen, vertelt conservator Eefje Roodenburg, in omstandigheden van maximaal 18 graden Celsius en maximaal 55 procent luchtvochtigheid. De meest kwetsbare handschriften liggen in op maat gemaakte, zuurvrije dozen. Slechts een handvol medewerkers heeft toegang tot de boeken.
Bij de overdracht is met de zusters afgesproken om de boeken zo goed mogelijk te bewaren. Momenteel worden plannen gemaakt om de collectie te restaureren, wat een kostbare aangelegenheid is. ‘We hebben wel een budget, maar het is fijn om een aanvullend budget te hebben. Daarom doen we aan fondsenwerving.’ Dankzij een nieuwe scanner, die geschikt is voor oude en kwetsbare boeken, komt de Collectie Soeterbeeck in aanmerking om verder gedigitaliseerd te worden. De meeste handschriften en enkele oude drukken zijn overigens nu al online te raadplegen.
Robert Arpots schreef op 14 maart 2024 om 13:40
Toch zou het heel erg leuk zijn geweest en vooral eerlijk van beide heren, als ze zelf ook de aandacht hadden gevestigd op een uiterst belangrijk onderdeel van het boek over Soeterbeeck, namelijk de catalogus van de circa 900 oude drukken van de Collectie Soeterbeeck. Dat óók zeer specialistische werk is gedaan door toenmalig gastconservator, in juli 2017 mijn opvolgster, Eefje Roodenburg. Aan haar werk werd een jaar geleden al voorbij gegaan en nu opnieuw! Eefje Roodenburg kwam drie tot vijf dagen in de week naar de UB, vrijwillig! En dan zat ze te “Soeterbeecken”. Ik kan het weten, want ik ben 35 maanden getuige geweest van haar enorme inzet. Diepgaand beschrijven van oude drukken is geen kleinigheid, kan ik uit ervaring verzekeren. Dus voor het bijzondere werk van Eefje Roodenburg mag ook aandacht worden gevraagd en er mag ook aandacht aan worden besteed. Waarom dat niet gebeurt, is mij een raadsel. Je zou bijna denken dat men op mijn Radboud Universiteit het werk van een vrouw volstrekt onbelangrijk vindt en dat twee mannen alle eer naar zich toe kunnen trekken en ook alle aandacht kunnen krijgen.
Wat betreft de restauratie van de handschriften! Het zou fijn zijn geweest als aandacht zou zijn besteed aan de moeite die de UB vanaf 2004 heeft gedaan om de handschriften gerestaureerd te krijgen. De offerte daarvan stamt van mei 2004. De kosten bedroegen toen €57.514. Daar beschikte de Stichting Kunstpatrimonium Soeterbeeck niet over, noch de UB. Van het kleine restauratiebudget van de conservator zijn toen toch in ieder geval twee handschriften gerestaureerd. De UB besloot toen 40% op het restauratiebudget te bezuinigen, waardoor zelfs het restauratiewerk van de eigen collectie vrijwel stil viel. Laat even heel duidelijk zijn dat het niet zo is dat de UB op haar handen is blijven zitten. De staat van de handschriften van Soeterbeeck is mij minstens dertien jaar door merg en been gegaan.
Anyway: graag meer aandacht voor het specialistische werk van conservator Eefje Roodenburg! Kom op Vox, haar naam staat ook op het boek.
Alumnus 1986 schreef op 18 maart 2024 om 12:22
Hear, Hear. Groeten van een oude drukken liefhebber van vóór de studieduur verkorting.